Communicatie

VDe Axenroos, een communicatiemodel van Cuvelier.

Schitterend boek ook. Moet je lezen.

Maar voor nu. De theorie in het kort (nou ja, kort)

Hoe kun je die knopen verwarren.

Daar gaat het hier over.

De Axenroos,

Loslaten.

 

  • loslaten
  • niet meteen reageren
  • voelen
  • ondergaan
  • met je aandacht in het hier en nu
  • twijfelen, zonder meteen een oplossing willen.

Loslaten is één van de Axen in de Axenroos. Een theorie die samen met de cirkel van bejegening een prachtig geheel vormt. (Beiden zijn van Ferdinand Cuvelier)

 

De Axenroos zorgt voor zuivere communicatie.

De cirkel van bejegening zorgt voor ronde communicatie/

 

Wat heb je er aan?

Communicatie begrijpen. Kijken waar je eigen gedrag vandaan komt. Snappen waarom mensen reageren zoals ze reageren.

De axenroos kan je helpen om zaken waarin je vast loopt op een andere manier aan te pakken.

Wat zijn axen?

Een ax is een door Cuvelier bedacht woord. Het is een manier van reageren op wat er op je af komt. Er zijn zijn axen. Zes goede manieren.

Het woord Ax lijkt een beetje op as. Als het model klaar is laat ik je de roos zien waar de axen als assen van een wiel hun eigen plaats hebben.

 

  • 6 Axen
  • 6 goede manieren van reageren:

 

Maar niet elke manier is in elke situatie handig. Welke manier het beste is hangt van jou af, en van de situatie.

De Ax van het loslaten

Loslaten is één van die manieren.  Loslaten kent vele vormen. Kijk nog maar eens naar het lijstje waar ik mee begon.

 

Axenroos, Houden.

 

  • vasthouden
  • behouden
  • jezelf inhouden
  • je mond houden
  • onthouden

 

Houden is in sommige opzichten de tegenovergestelde Ax van Loslaten.

Het is een bijzondere manier van reageren: niet reageren.

En soms kan dat een verpletterend effect hebben. Voor de ander, maar ook voor jou.

Houden geeft jou tijd om na te denken. Het geeft de ander ruimte om meer te vertellen, zodat jij meer informatie krijgt. In onderhandelingen wordt deze ax vaak gebruikt.

 

  • Sprekers maken gebruik van stiltes.
  • Een conflict kun je openbreken door te kiezen om juist niet te reageren.
  • Goede leraren krijgen hier een klas mee stil
  • Je geeft anderen de kans om met hun reactie te komen

 

Houden kan ook negatief uitpakken:

  • Als betrokkenheid nodig is neem je met houden te veel afstand
  • Als je het te vaak doet weten mensen niet wat ze aan je hebben
  • In een conflict kan te lang jezelf inhouden leiden tot “mokken”
  • Jezelf inhouden kan je weghouden bij je gevoel

Overeenkomst tussen houden en loslaten:

  • Beide Axen zijn neutraal.
  • Je kiest niet voor of tegen.

 

Verschil tussen houden en loslaten:

  • Loslaten is niet kiezen zonder de controle te willen.
  • Houden is niet kiezen, juist om die controle te houden.

 

Beiden hebben een heel ander effect op de ander, de situatie en vooral ook op jezelf.

Axenroos, Geven.

 

Dit is de favoriete Ax van de meeste mensen.

 

We kunnen makkelijker geven dan ontvangen. Toch springen we vaak niet handig om met dat geven. Als we te graag willen geven, wordt geven opdringen.

 

Geven wordt pas echt geven als de ander jouw paard in de bek mag kijken.

 

Als je het goed vindt dat de ander:

  • je advies niet aan neemt
  • jouw informatie niet nodig heeft
  • je kadootje wil ruilen
  • zich even niet wil laten bemoederen
  • liever even alleen is
  • nu even geen ruimte heeft voor jouw verhaal

 

Pas als je dat toestaat, kun je echt geven. Alles wat je aan biedt:

  • richtlijnen
  • informatie
  • een cadeautje
  • zorg
  • je bijzijn
  • iets over jezelf

 

Alles wat je aan biedt is toch alleen maar bedoeld om de ander te helpen?

En alleen de ander kan beslissen wat hij op dat moment nodig heeft. Zelfs als je beter denkt te weten, kun jij die beslissing niet voor hem nemen.

Als je het beter denkt te weten, en de ander jouw visie op wil dringen ben je aan het aanvallen. Soms kan dat nodig zijn. Maar aanvallen is niet geven.

 

O ja, moet ik dat nog zeggen?

Geven is pas geven als je niets terug verlangt.

 

Axenroos, Nemen

 

  • nemen
  • aannemen
  • accepteren
  • dankbaar zijn
  • luisteren
  • open staan
  • ontvangen

Allemaal woorden die op hun eigen manier passen bij de Ax van nemen.

 

Een makkelijke Ax, lijkt het. Maar net als bij geven maken we er ons vaak te gemakkelijk van af.

  • Luisteren met een half oor
  • Ja zeggen en nee bedoelen
  • kado’s die in de la belanden (of achter de rodondendron)
  • adviezen in de wind slaan (maar wat doe je met het advies: “je moet niet zo maar alles aannemen?”)

 

We doen alsof.

 

En dat maakt de communicatie er niet helderder op.

Als we vaker nee leren zeggen, kunnen we ook beter ja zeggen.

Neem jezelf eens voor om duidelijker te zijn. Durf te kiezen. Een van de krachtigste lessen die de Axenroos je leert is helder zijn in je communicatie. Laat je JA een echt JA zijn.

Geen Ja, maar.

Gewoon Ja.

Kun je niet kiezen? Ook goed, maar wees ook dan duidelijk. Je neemt niet, je laat los. Ook dat is goed.

 

Axenroos, Weerstaan.

 

  • nee zeggen
  • verdedigen
  • je verzetten
  • grenzen bewaken
  • bij je standpunt blijven

 

Als je vaker NEE zegt, kun je ook beter JA zeggen.

 

Ik heb dit als slechthorende moeten leren. Vaker zeggen:

  • nee ik heb het niet verstaan.
  • nee dat lukt mij niet op die manier
  • nee daar heb ik nu geen energie voor
  • nee daar ga ik niet naar toe

 

Als we onze grenzen beter kennen, kunnen we ze beter bewaken. Dan houden we meer energie over voor de dingen waar we wel voor kiezen.

 

Natuurlijk is het goed als je je grenzen verlegt. Maar ook dan blijven er grenzen. Ken ze. Bewaak ze. Verleg ze. Verken ze opnieuw en bewaak ze.

 

Nee zeggen is gezond. Nee zeggen geeft energie.

Axenroos, Aanvallen

 

  • aanvallen
  • kritiek uiten
  • iemand terecht wijzen
  • protesteren
  • actie voeren

 

Soms is het nodig om de aanval te kiezen. Er gebeurt iets dat in jouw ogen echt niet kan. Afzijdig blijven (zie: houden) is nu niet mogelijk. Je moet actie ondernemen want dit kun je niet laten gaan.

 

Dit is het moment om duidelijk te zijn. Misschien moet je zelfs fel zijn. Het gaat er nu niet om mensen te vriend te houden. Er staat iets belangrijks op het spel.

 

Als het zo ver is. Kies dan bewust voor de aanval. Dan kan met respect. Juist iemand niet willen sparen, geen halve maatregelen is een manier van respect tonen. Het is nu belangrijk een halt toe te roepen aan mistanden.

 

Ik werd zelf ooit scherp aangesproken. De man had gelijk. Ik heb me dankzij hem kunnen verbeteren. Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald. Ik ben hem nu dankbaar. (En nee dat was ik op het moment zelf niet).

 

Wees zuinig met je aanval. Het is niet bedoeld om je zelf te beschermen. Een aanval is nooit de beste verdediging, wat ze ook zeggen. Een aanval is bedoeld om terecht te wijzen.

 

Maar ga niet de moraalridder uit hangen. Val niet iemand aan omdat hij iets doet ‘wat niet hoort’. “Wat niet hoort” is een vage veilige gemeenplaats, waar mensen zich achter verschuilen als ze zelf niet durven staan voor wat ze belangrijk vinden.

 

Ga naar binnen, naar je hart. Luister goed. Pas als je van binnen uit de noodzaak voelt, kies dan de aanval. Wees hard als het moet, maar ook vol mededogen.

 

Axenroos, de Aten.

 

Geven en ontvangen.

Dat zijn Axen. Axen posities die je kunt innemen in interactie met anderen. (vergelijkbaar met de roos van Leary)

 

  • geven
  • nemen
  • houden
  • loslaten
  • weerstaan
  • aanvallen

 

Maar wát geef je? en Wát ontvang je? Ook dat is belangrijk.

 

Cuvelier gebruikt hier het woord At voor.  Axen en Aten. Een At is de inzet van een Ax.

 

Er zijn 6 Aten, ik gebruik de woorden die Cuvelier gebruikt:

  • de persoon
  • het bijzijn
  • het nieuws
  • de richtlijn
  • de zorg
  • het goed

 

Als ik geef kan ik:

Een cadeautje geven (het goed), iemand verzorgen (de zorg), leiding geven (de richtlijn), informatie geven (het nieuws).

Maar ik kan ook mezelf laten zien (de persoon), of ik kan gewoon er gewoon zijn, zonder iets te doen (het bijzijn).

 

het bijzijn

Mijn dochter gaf laatst een prachtig voorbeeld van dat het geven van je bijzijn.

Haar vriendin op de middelbare school is van huis uit Jehova getuige. Ze zou gedoopt worden, en had mijn dochter uitgenodigd om daar bij te zijn. Mijn dochter houdt niet zo van grote drukke bijeenkomsten, en is zelf niet gelovig. Dus zo’n gedoe in een grote kerk is niet iets waar ze uit zich zelf voor zou kiezen. Toch zij ze meteen ja.  Ze wilde er bij zijn: bij iets dat voor haar vriendin belangrijk is. Ze heeft haar bijzijn gegeven.

 

de persoon

We kunnen praten over ons zelf, en over ons gevoel. Maar het gaat dan vaak over mij-daar, mij-toen en mij-straks. Zeer zelden gaat het over mij-hier-en-nu. Dat is te eng. Jezelf écht laten zien. Dat is spannend, maar ontroerend mooi.

Axenroos, de kinderroos.

 

Een van de redenen dat de axenroos op basisscholen goed werkt is het gebruik van dieren.

 

Cuvelier zelf heeft als totemdieren:

  • de leeuw – geven
  • de hond – nemen
  • de schildpad – lossen
  • de steenbok – weerstaan
  • de havik – aanvallen
  • de uil – houden

 

Deze dieren staan als standbeeld op de pleinen in de wijken van de stad.

Door de aten samen te voegen met de axen krijg je 6 x 6 = 36 wijzen van interacties. In het boek staan ook 36 prachtige gedichten die deze 36 interactie-zetten invoelbaar maken.

Maar om het behapbaar te houden kun je vereenvoudigen.

 

Vooral bij de twee axen: geven en nemen is het verschil belangrijk. Die taartpunten worden verder opgedeeld.

Verder worden de volgende aten gekoppeld.

 

nieuws / richtlijn bijzijn / persoon goed / zorg
geven leiden = de leeuw tonen = de pauw zorgen = de bever
nemen volgen = de hond opkijken = hert/wasbeer genieten = de poes

 

Zo krijg je bovenstaand model met 10 dieren. 10 manieren van reageren op de ander of op een situatie.

 

Mooi en simpel.

 

Toch zijn alle 36 combinaties van axen en aten de moeite waard.

Axenroos, de hele stad. Het plein, de wallen, en de steegjes.

 

We zijn aan het einde van de reis door de stad van Axen.

  • Loslaten in de dieptewijk
  • Houden in de hoogtewijk
  • Geven in  de aanbiedingswijk
  • Nemen in de ontvangstwijk
  • Weerstaan in de verzetswijk
  • Aanvallen in de aanvaslwijk

En nu dan eindelijk het overzicht van de hele stad.

 

Je ziet nu de samenhang van de verschillende wijken.

 

De stad is verdeeld in een bovenstad (aanvallen/houden/geven) en een onderstad (weerstaan/lossen/nemen).

 

In de linker helft van de stad werken mensen tegen elkaar (ja dat moet zo af en toe, zonder strijd geen verbeteringen). In de rechter helft van de stad werken mensen samen.

(Voor de mensen die nu roepen: “Hé dat lijkt Leary wel!” dat klopt. Maar Leary mist de neutrale posities.)

 

Deze stad heeft ook twee neutrale wijken: de Hoogtewijk (houden) en de Dieptewijk (loslaten).

Op het plein midden in de stad komen mensen samen. In die ontmoeting vloei je makkelijk van de ene ax over naar de andere. Een wisselend spel, dat voor een vloeiende communicatie zorgt.

 

Naarmate je dichterbij de stadswallen komt ontmoet je bewoners die vaster zitten in hun Ax-gebruik. Mensen die eigenlijk alleen nog maar kunnen geven. Of mensen die zich over afzijdig houden, of mensen die overal tegen zijn.

 

De oproep van de stad is: maak kennis met alle wijken. Leer alle axen gebruiken, en vooral wees je bewust van welke Ax je in zet.

 

Gebruik het plein voor je communicatie. Dan zit je niet vast aan een bepaalde manier van reageren.

  • Dan geef je van harte, ook als bijvoorbeeld je advies niet aangenomen wordt.
  • Dan lukt het je om niet te snel te reageren en een keer je mond te houden.
  • Dan kun je er makkelijker voor kiezen om een keer “nee” te zeggen.
  • Dan kun je jezelf toestaan het niet te weten.
  • Dan kun je een compliment dankbaar in ontvangst nemen zonder blozen.
  • Dan kun je scherpe kritiek geven, en daarna direct weer open staan voor een andere visie

 

Gebruik de wallen als kuur. Axen die voor jouw onwennig zijn moet je een keer echt goed doorleven voor je ze makkelijk gebruikt.

  • Ga naar de wal in de verzetswijk en roep heel hard nee tegen alle dingen die je niet meer in je leven wil.
  • Ga naar de wal inde aanvalswijk en schreeuw uit wat er niet deugt aan deze wereld.
  • Ga naar de wal in de ontvangstwijk en laat je helemaal verzorgen
  • Ga naar de wal in de aanbiedingswijk en geef jezelf een keer helemaal zonder achter te houden
  • Ga naar het strandje in de dieptewijk, daal diep genoeg in de put af om je op de bodem af te kunnen zetten
  • Ga naar het klooster in de hoogetwijk voor een retraite

 

Maar laat je door geen van de Axen gevangen nemen. Blijf vrij.

 

Vermijd de steegjes van de stad. De achterbuurten waar mensen tweeslachtig zijn in hun Axen-gebruik.

 

Iemand die dubbele Axen gebruikt, zet anderen vast in de communicatie, maakt ze onvrij:

  • Hij geeft, maar met het doel om dankbaarheid te ontvangen
  • Hij houdt zich in, maar zijn stilte is vernietigend, en als hij uit de toren kom is de aanval twee keer zo hard
  • Hij neemt, en valt je aan als je ze niet nog meer wil geven
  • Hij neemt, maar had eigenlijk nee willen zeggen
  • Hij laat los, maar alleen om als slachtoffer jouw aandacht te vragen.
  • Hij valt aan, maar zijn woede is eigenlijk op zichzelf gericht, het liefst zou hij willen wegkruipen, of hulp ontvangen
  • Hij verzet zich, maar alleen om zich over te laten halen

 

Op welke van de twee Axen je ook reageert, je doet het altijd fout. Goede communicatie is niet mogelijk.

 

Blijf uit de steegjes. Speel het spel open. Wees eerlijk naar je zelf en naar de ander. Hou je Axen zuiver. Gebruik er één tegelijk. En weet welke je gebuikt.

Ik raad je aan het boek te lezen:

Stad van Axen – Ferdinand Cuvelier

ISBN: 9789086870257

Waarom ben ik brutaal als ik een leraar aangeef dat ik wil dat hij beter les geeft?

Eén van mijn grote inspirators. Natka (niet haar echte naam) kwam ik tegen toen ik haar een anti-spijble training moest geven. Probleem was, zíj was niet degene die iets te leren had. Ik laat haar even aan het woord.

 

Verwacht geen verhaal, ik doe niet aan verhalen. Maar nu ik je toch spreek heb ik wel wat vragen voor je.

Nee, ik moet eerlijk zijn. Het zijn geen vragen. Ik begin wel met vragen, maar die zijn een aanloop op mijn opmerkingen, en die opmerkingen zijn een aanloop op regelrechte kritiek.

Dat je het even weet.

En dat is ook meteen precies wat ik bedoel.

Waarom zegt helemaal niemand wat hij of zij bedoelt?

Waarom nemen we, én zeggen we, de dingen niet wat vaker letterlijk?

Waarom krijgt alles een lading mee?

Waarom heeft dezelfde tekst door A uitgesproken een andere betekenis, als hij uitgesproken wordt door B?

Waarom ben ik brutaal als ik een leraar aangeef dat ik wil dat hij beter les geeft? Waarom gaat dan opeens alle aandacht naar mij? En waarom worden de dingen die ik aan geef beschouwd als stof dat onder het tapijt moet geschoven? (En dan vragen ze zich af, waarom iedereen toch steeds over dat tapijt struikelt!)

Hoe ze dat doen? Nou, ze hebben twee manieren:

De eerste manier is dat de leraar, meestal met behulp van schoolleiding, ‘uitlegt’ dat ik het niet zo handig heb aangepakt.

De tweede manier is dat ie zegt: “Wat ben ik blij dat je naar me toe gekomen bent, om te vertellen dat je moeite hebt met mij vak!”
Hallo! Ik heb geen moeite met je vak, en zélfs dan, . . . nee, juist dan . . . waar het me nu om gaat is dat ik moeite heb met jouw manier van lesgeven, ja!

Ik kreeg een anti spijble training. Best een leuke trainer hoor, maar waarom moet ík een training? Waarom moeten ze ons handvatten geven zodat we kunnen overleven in een systeem dat niet deugt? Is dat niet een beetje de omgekeerde wereld?

Ik heb het etiket puber, en het etiket lastig, en dat schijnt dus voldoende te zijn om alles wat ik zeg met schouderophalen af te doen.

Alles wat ik doe om daar aan te ontsnappen, wordt alleen maar gebruikt om mijn etiketten nog steviger vast te zetten.

En ik ben niet de enige.

Meningen, ideeën, gevoelens, ze komen tegenwoordig in gezinsverpakking. Als je er eentje kiest zit je meteen aan een heleboel andere vast. En het liefst voor altijd. Want dat maakt het overzichtelijk.

Ik heb dus toch een vraag aan je, een verzoek.

Als je mij tegen komt, luister alsjeblieft naar wat ik zeg. En als je dat wat te zwart/wit vindt, prima! Dan praten we verder, stel een vraag, laat mij alsjeblieft mijn eigen kleurplaten inkleuren.

En mij niet alleen.

Neem iedereen eens serieus.

Je leerlingen, je medewerkers, je kinderen, je patiënten, je . . . (vul zelf maar in, elk willekeurig woord dat maakt dat je de mens achter dat woord niet meer kunt zien)

Dank je.

De coach en de engel

Ik werkte op het UWV werkplein, en kreeg een bijzondere klant.

Een man in gescheurde, vieze kleren. Z’n hopeloos geval.

Ik begon zoals ik bij elke klant begon. Ik vroeg wie hij was en wat hij wilde.

Hij vertelde dat hij een engel was.

‘Ik ben een engel met een speciale opdracht van God. Ik ben onderweg mijn vleugels kwijtgeraakt. En toen ben ik gevallen en heb mijn kleren gescheurd. Ik ben een groot deel van mijn geheugen kwijt, en ik weet mijn opdracht niet meer. Maar het ergste van alles is dat ik zichtbaar ben.’

Help, dacht ik, maar ik besloot nog even toch even door te vragen:

‘waarom is het zo erg dat je zichtbaar bent?’

‘Nou, als ik onzichtbaar ben, zien ze niet wat ik niet ben’.

Ik deed nog even moeite om dat te ontrafelen, maar besloot dat ik daar niks mee op schoot.

Ik moest een beroep in het systeem zetten, dus vroeg ik naar wat wilde en kon. Het enige dat ik er uit kreeg is dat hij een reddende engel wilde zijn. En dat zijn enige probleem is dat hij zijn opdracht is vergeten.

Of ik hem daarmee wilde helpen.

De komende afspraken met deze man waren een verzoeking. Ik kon hem met de beste wil van de wereld niet overtuigen dat hij zich eerst eens moest opknappen en dat hij dan maar eens een cursus werk zoeken met social media moest volgen. Hij had al die tijd naar mijn computer gekeken alsof hij er nooit een had gezien.

Hij bleef er bij dat hij anderen wilde helpen.

Zucht. Hij kon zichzelf niet eens helpen.

Na vele gesprekken gebeurde het. Misschien was het laat en was ik moe. Misschien is dat de verklaring.

Ten einde raad vroeg ik nog eens: wie ben je nu echt? De man vroeg: “Wil je dat echt weten?” Ja, zei ik. En op dat moment meende ik het ook.

Toen drong het pas langzaam tot me door. Hij had het al die tijd gezegd. Misschien was hij wel écht een. . .

Ik keek nog eens naar de man. Hij glimlachte naar mij en werd langzaam maar zeker doorzichtig. De glimlach verdween als laatste, tenminste die glimlach was het laatste wat ik me herinnerde. Hij zei nog: “dankjewel”, en was verdwenen.

In de hemel in het paradijs, kwam de engel weer terug. Zijn vleugels waren ook weer heel. Maar nog steeds wist hij niet wat zijn opdracht was. Dat was dus het eerste wat hij vroeg. Het antwoord was: “Je opdracht was om iemand te leren om in anderen te geloven.”

 

Dit schreef ik in 1998. Het UWV-werkplein heette toen nog arbeidsbureau.  (en nee social media bestond nog niet. een cursus “Word”  was toen het modewoord, en de sleutel tot alle banen.)