Kerk

Zondag was er uitleg over de plannen voor een de Kerk.
Ik werd er blij van.
Ze zijn al drie jaar bezig een Huis van Ontmoetingen te worden, en zijn.
Nu komt er een verbouwing om ruimte maken voor meer activiteiten.
Niet per se voor gelovigen. Het wordt een soort buurthuis, maar dan wel op her gebied van zingeving.
We is al het Odense Huis voor mensen met Alzheimer.
Je zou kunnen zeggen dat het een plek is waar ruimte is voor buitenbeentjes.
Ik ga in oktober een groep leiden met het maken en vertellen van verhalen.
(Ik blijf dat ook in Arnhem van de grond zien te krijgen)

Het is een fijne gemeenschap waar ik me welkom voel.
Ik heb dat al heel lan gewild: het gevoel dat ik op social media heb maar dan in mijn woonplaats.

Ik heb al mijn sociale media losgelaten.
Ik blijf alleen hier op Facebook, want het contact met jullie is fijn.
(Dat was het op twitter ook, en op het alternatief “bleusky” ook, maar het is goed om een groot deel in het echte leven te gaan verankeren.

Na bijna 7 jaar hier wonen is het goed om hier ook echt wortel te gaan schieten.

(Foto: de nieuwe pergola, die gisteren geplaatst is op mijn koffie-drink-plekje. Waardoor mijn tekening verouderd is)

 

Liedje voor Teske toen ze klein was

Dit liedje voor Teske, schreef ik toen ze peuter was. Voor mijn boek “Onder de Radar” schreef ik een kortere versie.

Ik kon de tekst van het origineel nier meer vinden, maar omdat ik het op een melodue schreef, kon ik de hele tekst weer uit mijn hoofd terughalen.

In de link, het liedje waarvan ik de melodie gebruikte.

Dit is het:

Als Teske klimt en Teske valt
dan staat ze snel weer op.
Ze klimt opnieuw en valt opnieuw.
Ze heeft een harde kop.

Het is alsof de tijd
niet voor haar bestaat.
Gisteren is morgen
s ‘morgens vroeg is s ‘avonds laat.

Zij gelooft niet dat elke gevolg
meestal een oorzaak heeft.
Het is alsof ze de wereld
steeds opnieuw beleeft.

En als ik zeg: “Dat mag je niet!
Ik waarschuw voor het laatst!”
Ze doet het toch, en krijgt ze straf
dan is ze heel verbaasd.

Ze moet nog zoveel leren.
De wereld is nog nieuw voor haar.
Ze is zich niet bewust van het gevaar.

En daarom doet ze dingen
die ze anders niet zou doen.
Zij laat zich niet dwingen
niet door regels of fatsoen.

Verwachting en verwondering
staan op haar gezicht
ik gun het haar zo
dat ze voor elk wonder zwicht.

Ze stoot nog heus
heel vaak haar neus.
Dat nemen we voor lief.
Want bij alle lessen die ze krijgt
hoop ik dat zij zichzelf blijft:
zou enthousiast
en misschien wat impulsief.

 

 

Soms blokkeer ik bij grote klussen

Drie maanden stond mijn balkon vol met alles wat uit mijn slaapkamer kwam.

Een kompleet bed met matras, een afgebroken kast uit mijn keuken (die stond achter mijn bed omdat ik niet wist wat ik er mee aan moest), en een hele boekenkast.

Ik had al gezien dat ik vuilnis op kon laten halen, maar ik was bang voor dat project. Bang voor het regelen en bang voor het gesjouw.

Vrijdag heb ik online de afbraak gemaakt. Ik was we nu klaar voor, en bovendien helemaal klaar met een balkon waar ik niet op kon zitten.

Ik had kunnen bedenken dat die afspraak pas over drie weken kon. Maar ik was het zat. Ik heb gisteren en vandaag alles naar de fietskelder gesjouwd, behalve het matras, dat daar echt niet meer in past.

Het was zwaar. Heel zwaar. Ik heb lopen vloeken en schelden op die zooi, want god, wat was het veel.

En nu is mijn balkon een beetje begaanbaar. Als het matras straks weg is maakt ik het weer een fijne plek.

Ik zit op mijn balkon en ik huil. Van uitputting, en omdat ik het eindelijk gedaan heb. De ik die ontvangt, dankt de ik die dit deed.

Ik ben trots, dankbaar en heel erg moe.

Ik kwam vandaag mijn autisme tegen

Ik deed vandaag mee aan “Plandelen”, een gemeentelijke activiteit. Plandelen is PLastick oprapen terwijl je wandelt. Dit was het tweede jaar dat er een Plandeldag was.

Wat kwam ik mijn autisme en misschien ook mij ADHD tegen! Het begint er al mee dat ik veel te vroeg was. Als er staat “verzamelen vanaf 9 uur”, dan ben ik dus net iets voor negenen. Terwijl er een half uur was gerekend voor de inloop.

We verzamelden in de kerk en ik was er dus al voordat die open was. 

Omdat er nog helemaal niemand was leek het me goed om de man te helpen die de koffie en thee klaar zette. Maar daar begint bij mij de stress. Ik wil het goed doen, dus ik durf amper eigen initiatief te nemen. Pak ik wel de goede kopjes? Hoeveel moeten het er dan zijn? Mag ik zomaar kasten openen om te zoeken naar lepeltjes? Ik zie duizenden dingen die ik “fout” kan doen. Fout is voor mij alles dat ik net even anders doe dan degene die ik help. Als ik zijn ritme en orde verstoor, ben ik meer lastig dan dat ik help. Maar helemaal niks doen voelt ook niet goed.

En dan stroomt het opeens binnen met mensen die wel relaxt omgaan met een aanlooptijd. Het is druk. En ik voel hoe ik me geen raad voel in zo’n menigte. Ik heb het idee dat ik gezellig moet zijn, en hier en daar een praatje moet maken. Maar ik ben niet handig in korte, gezellige praatjes. Ik geef altijd veel te uitgebreid antwoord op vragen, en besef pas achteraf dat die bedoeld zijn om even contact te hebben en niet om uitgebreid over dingen te praten. 

Vandaag sta ik mezelf toe om niet gezellig te zijn. Om gewoon in stilte te genieten van dit samenzijn. Dan ben ik maar die wat stille ondoorgrondelijke andere vrouw. 

Vervolgens merk ik mijn onrust omdat ik niet weet hoe het straks gaat lopen. Er is een tas met opraap-stokken en er liggen rondjes die ik al goed bestudeerd heb en waarvan ik concludeerde dat die bedoeld zijn om een vuilniszak open vast te kunnen houden. Mag je die zo pakken? Is er genoeg voor iedereen? Zo niet, moet je dan samen met iemand. En hoe kies ik dan iemand, en hoe doen we dat dan? En hoe sociaal moet ik dan wel of niet zijn? Weer voel ik hoeveel onrust zoiets in me oproept en ik snap nu waarom ik dit soort dingen meestal mijd. 

Ik heb een stok, en kies mijn eigen route. Maar nu komt mijn perfectionisme naar boven. Ik kan alleen maar links of rechts een straat inlopen. Ik mis dus de helft. Loop ik diezelfde straat dan zometeen de andere kant op terug? En hoe doe ik dat ik kleine parkjes? Hoe zorg ik dat ik daar niks mis? Het kan niet zo zijn dat een werk, of deel van een wijk, straks nog zwerfvuil heeft nadat ik er geweest ben. Maar er zijn zoveel straten en open plekken! Hoe zorg ik dat ik die systematisch allemaal mee neem?

Weer heel veel onrust in mijn hoofd. 

Dit is hoe ik mij bijna altijd en overal voel, besefte ik vandaag. Duizendje kleine dingen die me onrust geven. Onrust die ik nooit eerder bewust kon voelen omdat ik het altijd meteen wegduwde. Pas nu ben ik me dat bewust. Ik ben de laatste jaren steeds meer bezig om alles te accepteren van wat er in mij is. Pad nu laat ik de onrust toe. Ik vond het vandaag niet erg om het te voelen. Maar het raakte me diep.

Ik besefte vandaag hoezeer de kleine Emma dit altijd en overal voelde. Hoe onzeker ze was. Hoe hard ze werkte om overal maar in te passen, en hoe ze altijd voelde dat ze daar vreselijk in baalde. Ik houd haar in mijn armen. Vandaag was een dag om alles te voelen en om mezelf te helen. Ik vermoed dat ik nog heel veel voelen en helen te gaan heb.

Reiziger

Ik sta op perron 4a.

Arnhem Centraal.

Het is de tweede zomerswarme dag.

Details zijn belangrijk.

Boven mij een brug over het spoor.

Arnhem heeft veel hoogteverschil.

De brug waar ik onder sta

is er niet zo één om van spoor naar spoor te gaan.

Er is een hele straat boven mij,

met huizen aan weerszijden van het station.

Details zijn belangrijk.

Het is een andere wereld daar, boven mij.

Ik zie een man en een vrouw.

Vlakbij, maar in die andere wereld.

Ze staan te praten.

De vrouw leund ontspannen

tegen de railing van de brug.

Aan de andere kant van het station

zie ik een flat.

Een man zit op zijn balkon

te genieten van het mooie weer.

Het is een andere wereld boven mij.

Deze mensen hoeven nergens heen.

Ik voel opeens intens verdriet in mij.

Ik snap ook meteen waarom.

Deze mensen zijn hier 

ontspannen op hun plek.

Dit is waar ze nu horen te zijn.

Ze horen bij die wereld boven mij.

En ik ben de reiziger

die zich nooit ergens thuis weet.

Dát is mijn verdriet.

 

Je was jezelf al, al die tijd

Je was jezelf al, al die tijd.

Al was het begraven, diep in jou.

Je was jezelf nooit kwijt.

 

Voel verdriet maar voel geen spijt.

Om wat maar nooit echt komen wou.

Je was jezelf al, al die tijd.

 

Maak jezelf nu geen verwijt.

Laat je hart niet in de kou.

Je was jezelf nooit kwijt.

 

In al je aanpassen uit onzekerheid.

Bleef jij jezelf toch immer trouw.

Je was jezelf al, al die tijd.

 

Je masker was waarachtigheid.

Jij bént die sterke vrouw.

Je was jezelf nooit kwijt.

 

Voor wat nooit bloeien kon in al die tijd

is er nu ruimte voor de rouw.

Maar je was jezelf al, al die tijd.

Je was jezelf nooit kwijt.



“Dat heeft iedereen toch wel eens”  en waarom dat niet oké is, hoe lief bedoeld ook.

“Dat heeft iedereen toch wel eens”  en waarom dat niet oké is, hoe lief bedoeld ook.

 

Voor alle duidelijkheid, ik ga ervan uit dat degene over wie het gaat neuro divers is. Het antwoord op de vraag is in al deze gevallen dus: “Nee, dat heeft niet iedereen.”

 

Het kan troostend bedoeld zijn, om de schaamte weg te nemen als iemand iets deed wat niet helemaal passend was.  Lief, maar hiermee wordt voorbijgegaan dat de “faux pas” voortkomt uit het feit dat juist NIET iedereen dat heeft. In ieder geval niet in deze mate en zeker niet met zoveel impact. En als het gaat om iets waar iemand last van heeft is het goed om te beseffen dat anderen er niet in dezelfde mate last van hebben.

 

“Ja, dat heeft iedereen wel eens!” bedoeld als dooddoener, of erger nog als verwijt. “Doe niet zo moeilijk!” is de boodschap die gegeven wordt. “Stel je niet zo aan!” Hiermee wordt doelbewust de last die de persoon ergens mee heeft, of ergens fan heeft ontkend. Deze strategie zorgt ervoor dat degene die ze gebruikt geen rekening hoeft te houden met anderen. Het is de “Doe maar gewoon met iedereen mee!” die zoveel neurodiverse kinderen nog steeds kapot maakt.

 

“Dat heeft iedereen toch wel eens?”  kan een vraag zijn van een neurodiverse iemand, omdat diegene geschrokken ontdekt dat misschien NIET iedereen de wereld ziet zoals hij/zij/hen die ziet.

 

Het antwoord is “Nee.” Maar veel hangt af van de manier waarop dat antwoord gegeven wordt.

 

Het kan namelijk ook beschuldigend gebruikt worden.  

“Nee, dat heeft niet iedereen! Jij bent de enige die op die manier zo moeilijk doet!” En daarmee is dit in feite dezelfde beschuldigende boodschap als hierboven: “Waarom doe je niet gewoon mee!”

 

Het enige juiste antwoord is:

 

“Nee lieverd. Dat heeft niet iedereen. Dat maakt jou juist mooi. Het kan zijn dat je er last van hebt dat je anders bent dan anderen, maar ik ben er om je daarmee te helpen. Jij bent dat meer dan waard, misschien wel juist omdat je anders bent, en anderen kunnen leren van jou.”

 

Ik zou heel erg graag gewild hebben dat ik vroeger dat laatste antwoord gekregen had. Ik heb alle versies van het verkeerde antwoord over me heen gehad, en ik besef steeds meer hoeveel schade me dat heeft gedaan.

De dubbele bodem van maskeren, en waarom ik niet zo van die term houd.

Vorige week schrok ik van mijn eigen onverdraagzaamheid tijdens het pleinwachten. Ik kon het niet hebben dat bovenbouwers steeds de grenzen zochten en ontwijkend antwoordden als ik ze daar op aansprak. 

Dat kende ik niet van mezelf. Ik vind het namelijk heel normaal dat ze dit doen. Het hoort bij hun stap naar meer zelfstandigheid, en ze hebben het recht om daar niet altijd even handig mee om te gaan. Dat is precies wat ze ontdekken. Het is aan mij als pleinwacht om daar goed op te reageren. 

Het heeft helemaal geen zin om daar geïrriteerd over te zijn. En dat was ik eerder ook nooit. Maar door mijn NAH heb ik soms minder ruimte in mijn hoofd om daar goed mee om te gaan. Ik voel die irritatie nu wel, en ik herken hem. Het is de irritatie die ik vaker voel als dingen niet lopen zoals ik vind dat ze horen te lopen. Ik weet nu dat dit onderdeel is van mijn autisme. 

En nu realiseer ik me iets. Ik kon er vroeger niet alleen soepeler mee omgaan, ik had toen niet eens last van die irritatie! En dát is de dubbele bodem van aanpassen, compenseren en maskeren. Die irritatie was er toen gewoon ook, maar ik stond mezelf niet toe om die te voelen. Om te aanpassen, compenseren en maskeren vol te houden moest ik mijn eigen gevoel onderdrukken. Dat deed ik volkomen onbewust. Dat is waarom ik niet zo van dat woord maskeren houd. Dat lijkt veel te veel op een bewust proces, waarbij je jezelf bewust inhoudt, of een rol speelt.

Ik heb nu dus iets nieuws te leren. Ik wil leren om het beiden toe te staan. Ik wil leren dat mijn irritatie er mag zijn, maar om niet vanuit deze irritatie te handelen. Dat lijkt logisch, maar ik heb dat nooit geleerd omdat het mijn tactiek was om die irritatie te elimineren. Nu ik weet hoe het zit, kan ik met dit soort dingen beter omgaan. En als dat even niet lukt, weet ik dat ik ook aan het leren ben, en net als die bovenbouwers er recht op heb om daar niet altijd even handig mee om te gaan. 

Unmasken

Unmasken, heet het, leerde ik gisteren. Stoppen met het maskeren van je autistische trekken. Bij mij gebeurt het onbewust, zoals ook mijn maskeren onbewust gebeurde. Ik begin nu pas te begrijpen hoe mijn maskeren werkte.

 

Het grootste deel van wat bij mij maskeren was, kun je benoemen met “Niet zo moeilijk doen.” Maar dat deed ik amper bewust. Het was niet: “In heb er last van, maar ik mag niet moeilijk doen, dus ik houd mijn mond maar.” Of: “Ze zeggen dat ik het niet meer moet doen, dus ik doe mijn best om me in te houden.”

Nee, mijn brein bouwde nog een extra laag om het goed te verstoppen, voor mezelf, want als ik er niet bewust van was, kon ik het ook niet verraden. Mijn brein hield me dus druk bezig om last te hebben van andere dingen, die meer acceptabel waren. Voor de zekerheid gaf het me een flinke dosis perfectionisme. Dat was twee vliegen in één klap: het zorgde ervoor dat ik niet per ongeluk de fout in ging, en het hield me lekker bezig zodat ik niet de diepere laag achter die fouten zou ontdekken.

 

Op precies dezelfde manier heb ik voor mezelf mijn trans zijn verborgen. Overal rookgordijnen. Ik zag een cartoon, waarin een vrouw een oscar krijgt voor het maskeren van haar autisme. Maar zo was het bij mij niet. Het was geen rol die ik speelde, het was een trauma-reacties, die op diepe lagen in me doorwerkten.