Over de tekening:
Het was vanmorgen en vanmiddag nog redelijk zonnig. Toen ik in de trein terug zat van Zutphen (zie hieronder) begon de donkere lucht al te komen. Ik stapte uit de bus, liep langs mijn flat naar de ingang en zag boven de muur van het bedrijf achter onze flat een boom uitsteken die nog net wat zonlicht wist te vangen in ik wist wat ik wilde tekenen. Ik weet niet of het gelukt is. Dit is gedaan met het hele kleine beetje energie dat ik nog over had. Hij is me dus sowieso dierpaar.
Bij grenzen bewaken had ik vroeger een stoer beeld over het van je af slaan van vervelende mensen die je grenzen niet respecteren. Maar grenzen bewaken in verband met je beperkingen betekent helaas ook nee zeggen tegen lieve mensen. Mensen die leuke dingen doen waar je best aan mee zou willen doen, als je er de energie voor hebt. Grenzen bewaken is vaker nee zeggen dan je lief is. Dat betekent niet alleen dat je leuke dingen mist, het betekent ook dat je lieve mensen teleurstelt, of, nog erger, alwéér teleurstelt.
En dus ga ze soms over die grenzen, ook al weer vaker dan je lief is. Je moet wel. Mensen zonder beperking gaan die grens niet over om ons tegemoet te komen, dus wij moeten de grens oversteken om naar hen toe te komen.
Wel of niet meedoen is niet eens een wankele balans, het is een voortdurend wiebelende balans. Hij staat nooit in het midden, er is altijd een prijs die je moet betalen, welke kant je ook kiest.
Ik heb drie hele drukke dagen achter de rug. Twee moeilijke en een hele leuke, maar ook die leuke kostte veel energie. Vandaag zou ik naar een verjaardagsfeest Zutphen. Het zou vlakbij het station zijn en er was een verteller. Ik besloot dat ik daar nog energie aan wilde besteden, dan volgende week maar gewoon heel rustig aan doen. En toen ging ik de bus en de train plannen en de route die ik vanaf het station moest lopen. Het bleek dat het aan de andere kant van de IJssel was. Ik zou de hoge brug naast het spoor over moeten. Dat was voor mij letterlijk een brug te ver. Het waaide hart en zo’n lange brug voelt voor mij heel onherbergzaam, en, zoals ik me nu voel, zelfs regelrecht eng. Ik schreef dat ik niet zou komen. En toen voelde ik een hele hoop spanning loskomen, ik hoefde het niet nog een dag vol te houden! Ik had de goede keuze gemaakt.
En toen kreeg ik een bericht terug: “Ik kom je van het station halen!”. Ik schreef hierboven dat mensen zonder beperkingen niet naar ons toe komen. Dat is dus niet waar. Maar soms maakt het feit dat ze wel moeite doen, de zaak ingewikkelder. Ik wilde zo graag niet afhaken en hier was iemand die veel moeite voor me wilde doen: zijn eigen feestje verlaten om mij van het station te halen. Ik besloot alsnog te gaan. En daarmee ging ik tegen mijn gevoel in dat al opgelucht geweest was met mijn besluit om af te zeggen. Maar, zo dacht ik, misschien ben ik straks wel heel blei dat ik het toch gedaan heb. En zo kan het dus zijn dat die lieve stappen die men zet om ons tegemoet te komen er juist voor zorgt dat je je grenzen overgaat. Want hoe lief ook, als je zelf geen beperkingen hebt kun je onmogelijk de afstand inschatten die wij moeten overbruggen, zodat het ook niet opvalt dat we ondanks alle hulp nog steeds heel veel energie nodig hebben om die afstand te overbruggen. Mensen die het wél zien en “all the way” gaan zijn goud waard. En gek genoeg willen wij ze daarom niet al te vaak om hulp vragen. Wat maken we het ons toch vreselijk moeilijk!
Het waaide en ik klappertandde toen ik op de bus wachtte. Die bleek overvol, zelfs de staanplaatsen waren krap. Je eigen grenzen bewaken kan ook stoer zijn, ik vroeg hardop of er iemand was die zijn stoel wilde afstaan. Ik zei dat ik dit zo niet vol hield met mijn evenwichtsstoornis.
Ah! Daar is nog iets waar ik graag iets over wil zeggen.
Om je grenzen te bewaken moet je verdomde assertief zijn. En zo assertief zijn kan alleen maar als je genoeg eigenliefde hebt. Je vraagt namelijk aan anderen om rekening met je te houden. Dat lukt alleen als je jezelf de moeite waard vind om dat voor jou te doen. En dat is een lastige, want geïnternaliseerd validisme zegt dat je met je beperkingen juist minder waard bent.
Het was dus stoer van me om die een zitplaats te vragen. Let daarbij wel op dat ik een er voor zorgde dat ik een legitiem reden noemde. Ik zou daar heel graag een politieke rand over willen afsteken, over hoe we in dit land alleen maar mensen waarderen als ze productief en nuttig zijn. Je moet je plekje wel verdienen, en als je dat niet kunt moet je daar een aantoonbare, valide reden voor aangeven. Dat is waarom ik vroeger nooit ruimte durfde te vragen, ik had dat niet, ik had alleen mijn gevoel. Ik heb zelfs tijdenlang gedacht dat het mijn schuld was als ik niet kon voldoen aan wat als normaal gezien werd. Ik leerde dat ik neurodivers was, maar de diangnose autisme of adhd kreeg ik niet. Ik moest het doen met hoogsensitiviteit, maar die zet geen zonder aan de dijk. Ik heb nu het toverwoord “herseninfarct” en in dit geval ook nog “evenwichtsstoornis”. Die laatste voelde het meest toepasselijk, omdat ik echt behoorlijk zeeziek was, ik hoefde het niet te overdrijven toen ik zei dat ik het niet vol hield. En toch vind ik het jammer dat dat nodig is, zo’n woord, ik zou het fijn vinden als iemand gewoon zou krijgen wat die vroeg zonder te schermen met een term. Misschien ben ik ooit nog een keer zo stoer om dat uit te proberen.
Ik had graag willen zeggen dat het feestje leuk was, maar er ging iets mis. Er was niemand om me op te halen, dus ik heb maar weer de trein naar huis genomen. Daar moest ik even huilen omdat iets waar twee mensen energie in gestoken hadden niet doorging.
Ook dat hoort bij grenzen bewaken, omgaan met de emoties die loskomen. Ik vind huilen, ook gewoon in het openbaar, een hele fijne manier manier van emotieregulering.
Naschrift: Ik lag wakker en één van de dingen waar ik over dacht was dat de boom achte verkeert was. Te smal onderaan. Dat smalle is alleen onderaan de boom, maar de onderkant zie je niet. Die zit achter de muur. Dus ik heb hem breder genaakt. Dit was de versie met de smallere boom: