Nooit gepest

Ze werd nooit gepest.

Nou ja, af en toe uitgescholden, en ze mocht vaak niet meedoen, maar dat was niet erg, vertelde ze zichzelf.

En ze werd minachtend nagekeken, maar kijken doet niet zeer, vertelde ze tegen zichzelf. Ze had toen nog niet door dat ze die oordelen langzaam in zichzelf opzoog.

Ze had een feilloos systeem voor zelfbescherming. Daar was ze op de kleuterschool al mee begonnen.
Begon het bij het klimrek, waar ze heel graag op wilde, maar niet durfde, vanwege de stoere jongens en hun blikken?
Of begon het bij de verplichte werkjes waar ze het plezier én het nut niet van in zag, maar ze niet doen, betekende een afkeurende blik van de juf.
Of was het die allereerste keer uitschelden geweest? Ze was geschrokken van de felheid, en had totaal niet gesnapt wat de oorzaak van de scheldpartij was geweest.
Of was het omdat zij als enige van de grote kleuters nog geholpen moest worden met de knopen van haar jas, terwijl ze de ogen in haar rug voelde prikken?

Iemand was vergeten haar de regels te leren van deze nieuwe wereld, dus moest ze erg goed opletten.
Ze begon aan het bouwen van een lijst van wat wél, en wat niet.
De’ wat niet’ lijst werd groter en groter.
De ‘wat wel’ lijst was een mager en saai, maar gelukkig stond daar iets op waarin ze uitblonk: “je best doen”. Ze was slim, dus dat kostte haar gelukkig niet eens zo heel veel moeite.

Ze leerde onzichtbaar zijn. Ze vloog onder de radar. Ze checkte genoeg boxjes om niemand te alarmeren. 

Zo heeft ze het 55 jaar volgehouden. Niemand had door dat ze een meisje was. Ze was het zelf ook vergeten.

 

 

 

 

Ode aan de stille LGBTQ’ers

Soms voel ik me schuldig, en een lafaard.

Vorig jaar op mijn 55e, kwam ik uit de kast als transgender. Nou ja, uit de kast. Dat doet vermoeden dat ik bewust achter hield dat ik trans was. Feit is: ik had het ook voor mezelf verborgen.

De openbaring was voor mij net zo groot als voor mijn omgeving. Achteraf zijn er signalen geweest. Maar ik was veel te goed geworden in het negeren van die signalen.

Je zou kunnen zeggen dat ik heb gewacht tot het veilig was. Ik heb de anderen de kastanjes uit het vuur laten halen en ik ben ze erg veel verschuldigd.

Maar dat heb ik dus onbewust zo gedaan. Ik denk dat het mijn overlevingsstrategie geweest is. Dus dat schuldgevoel mag ik weglaten.

Dit is een ode aan alle “stillen”. 

Allen die zo verdomd goed zijn geweest in verstoppen.

We maakte het tot onze tweede natuur, wat zeg ik? Eerste!

We maakten het tot wie we waren, en we geloofden er zelf in.

We waren nooit geschikt voor de confrontatie, het gevecht. We waren aan het overleven, op de enige manier die we kenden.

Als je een beetje op mij lijkt, dan wil ik dit tegen je zeggen:

Je bent dapper!

Je was altijd al dapper.

Je hebt het overleefd en dat is een behoorlijke klus voor iemand die ‘anders’ is.

Ja, we mogen de voorvechters dankbaar zijn. Nee we hoeven ons niet schuldig te voelen.

We mogen trots zijn dat we er zijn, zoals we zijn.

Je bent schitterend, zelfs als jij je nu nog verstopt: je bent mooi zoals je bent, neem je eigen tijd. Dank dat jij er bent.

 

Liefs

 

Emma

Here’s to the silent ones

Sometimes I feel guilty and a coward.

Last year at 55 I came out as transgender. You could say I waited to see if it was safe outside. But is was my subconsciousness that did that.

Last year was the fist time in my life I saw myself as transgender, consciously. I hid it so well. I hid it even for myself. O, yes, with hindsight there have been signals, but I was too good at ingnoring them.

I feel guilty when I think of all these courageous people who have led the way, fought the battles, stil fight the battles.

Shouldn’t I have been among them?

No, because I couldn’t.

So here is to all the silent ones.

The ones who just were too damn good at hiding.

We made that our second nature.

We made that us, so perfect that we believed it ourselves.

We weren’t cut out for the fighting the confrontations, we were surviving, the only way we knew.

If you are like me:

I would like to say:

You are brave! ,

Allways have been. You survived, that is a hell of a job, being different.

And yes we owe so very much to the ones who led the way, but we don’t have to feel guilty.

We can feel proud of the fact that we are here.

You are beautiful, you are you, even if you are still hiding out. Take your own time, you are beautiful either way, thank you for being there.

 

Love,

Emma

 

 

Een kerstverhaal

Peter was nu oudste kleuter. Na de zomer mocht hij naar groep drie. En dat was gaaf, want dan mocht hij het echte werk gaan doen. Maar het was nog lang geen zomer. Sterker nog, het was kerst. En weer was hij met de hele klas bezig aan werkjes die ze mee konden nemen naar huis.

Stomme werkjes!
“Als heuse kerstversiering!” had de juf gezegd. En dat was precies het probleem. Peter vond  werkjes het stomste wat er bestond! En een heuse kerstversiering was het al helemáál niet. Dat juf het allemaal prachtig vond, zei helemaal niks. Dat was haar beroep. Maar Peter zag zo wel dat de armetierige dingen die ze knutselden totaal niet leken op die mooie spulletjes van de kerstmarkt. De ‘echte’ glitter die ze mochten gebruiken maakte het alleen nog maar erger, want die bleef niet goed zitten. Je zag de lijmvlekken onder de glitter uit komen. En je moest altijd knippen. En Peter kon niet knippen. Zijn oudere zus pestte hem daar soms mee. De juf zei dat als hij maar hard genoeg probeerde het wel zou lukken. Hij had het zijn hele kleutertijd al geprobeerd, en hard proberen maakte het erger. Zijn handen schoten dan in de kramp, en dan lukte er helemaal niks meer.

Een plan
“Hé Peter”,  Peter schrok, hij was zo verdiept in zijn gedachten dat hij niet door had, dat meneer Ben achter hem stond. Meneer Ben was er de tweede helft van de week. De leukste helft. Meneer Ben was nog maar net begonnen in de kleuterklas. Daarvoor had hij altijd groep 8 gedaan, had hij verteld. En hij moest nog alles van kleuters leren. Dat had Peter wel stoer gevonden, een meester die nog iets moest leren.

“Ik zie dat je niet verder gaat met je werkje.”
“Nee, het is stom! En het wordt toch niks!”
“Is het stom omdat het stom is, of omdat het niet lukt?”
“Omdat het niet lukt! Ik krijg die bobbels van het schaapje niet geknipt, en de staf van de herder breekt steeds bij het knippen! Het lukt me toch nooit. Zelfs de jonge kleuters kunnen beter knippen dan ik! En dan neem ik het mee naar huis en dan zegt mijn moeder dat het mooi is, en ik weet toch wel dat ze liegt, want dat zegt ze altijd. En dan zet ze het neer, en dan ziet iedereen het!” Vooral mijn zus, dacht hij, maar dat zei hij niet.

“Zou je beter willen leren knippen?”, vroeg meneer Ben.
Peter dacht na. Dat wilde hij wel, maar meer nog wilde hij iets mee naar huis nemen waar hij echt trots op kon zijn.
“Dat lukt toch nooit op tijd!”
“Ik heb een plan. Ben je benieuwd naar hoe ver je kunt komen? We hebben de rest van de week nog. Vrijdag gebeurt er niet veel meer, maar vandaag heb je nog en morgen ook.”
“En alle andere dingen dan?”
“We gaan letters en cijfers doen. Die ken je toch al. En zijn er verder dingen die je zou missen?”
Daar had Peter snel een antwoord op. Hij was wel een beetje klaar met kleuteren. Er was niet iets dat hij zou missen.

20 schaapjes
“Oké, nou ga ik je iets vragen dat je misschien gek vindt. Zou je 20 schaapjes willen knippen?”
Peter rolde met zijn ogen.
Meneer Ben pakte het schaapje dat Peter net geknipt had.
“Kijk, zie je? Dit eerste stuk is best goed. En hier gaat het mis.” Meneer Ben wees op de plekken waar Peter met zijn schaar was doorgeschoten.
“Ik vind dat niet zo heel erg storend, moet ik eerlijk zeggen, maar jij wil het graag mooier. Is dat zo?”
Peter zei heel zachtjes:  “Ja”.


“Als jij bij de eerste tien schaapjes nu een allemaal verschillende manieren uitprobeert om niet uit te schieten met je schaar. Ook hele gekke manieren. Ze mogen allemaal mislukken. Het gaat erom dat je die manier vindt. Als een soort uitvinder, zou dat lukken?”
Peter knikte. Meneer Ben zag dat hij al aan het nadenken was.

Even later was Peter druk bezig. Meneer Ben zag dat Peter bij zijn pogingen wolbobbels en poten doorknipte, maar toch doorging.
Toen de tien schapen klaar waren, haalde een trotse Peter meneer Ben er bij.
“Kijk! Ik knip er eerst omheen. En dan knip ik steeds een beetje dichterbij het schaapje. En bij de bobbels knip ik van twee kanten. Maar nu doet mijn hand zeer.”
“Wow, jij hebt veel ontdekt. Je hebt zelfs ontdekt dat je pauze moet nemen omdat je handen moe worden.”

 

En de herder
De volgende dag was Peter net zo lang met zijn schaapjes bezig tot hij er eentje had waar hij tevreden over was. Toen begon hij aan de staf. Niet dat die zou lukken, maar Peter was benieuwd of het beter zou gaan met de manier waarop die hij bij de schaapjes had ontdekt.
Meneer Ben had tien hele grote herders gekopieerd.
“Dat is om te oefenen.”

Toen Peter meneer Ben kwam halen om te laten zien dat hij een herder mét staf had geknipt, zag hij dat meneer Ben met zijn schaapjes bezig was.
Hij had ze op een mooie zwarte achtergrond geplakt. Peter zag dat hij ze precies op volgorde geplakt had. Eerst de mislukte schaapjes, en op het eind het laatste gelukte schaapje.
“Als je nu eens dit mee naar huis nam in plaats van een kerststal. Dan kunnen ze thuis zien wat je op school geleerd hebt.”

Een trotse kerst
Die kerst liet Peter trots zijn schaapjes en zijn herders zien. De laatste herder was nog steeds niet zoals hij wilde, maar toch zichtbaar beter dan de eerste. En wat het mooiste was. Iedereen was écht verrast om al die stapjes te zien, zelfs zijn zus had “Wow!”geroepen.

Zijn moeder had tranen in haar ogen gehad, en helemaal niets gezegd. Ze had Peter alleen maar een hele dikke hele lange knuffel gegeven. En dat was duizend keer meer waard dan alle “Wat mooi!” uitroepen bij elkaar.

De HSP pauze knop

Dat zou je wel willen he? Die stop-knop. Of een pauze-knop.  Even niet dat drukke hoofd, want het houdt maar niet op.

Ook als je het niet kunt gebruiken.

Maar er is een reden dat die knop ontbreekt. Daar heeft het evolutieproces heel erg goed over nagedacht.

En je ziet het zelf ook, als je even nadenkt.

Want wat gebeurt er als je wél een stopknop hebt?

Dan laat je jouw bewuste denkprocessen bepalen wanneer het zinvol is om al die onbewuste prikkels binnen te laten.

Duh!

Dat is alsof je een kleurenblinde kleuradvies vraagt voor de inrichting van je huis.

Bovendien . . .

jij bent absoluut niet te vertrouwen met die knop!

Je gaat hem steeds vaker gebruiken. Stel je maar eens voor hoe dat voelt als je hem een tijdje uit hebt staan, en hem dan opeens weer aan zet?

Bam!  Daar komt alles vrolijk weer binnen.

De neiging om hem uit te laten wordt steeds groter.

Je bent zelf het levende bewijs.

Kijk maar eens naar al die vermijdende copingstrategieën die je in stelling hebt gebracht.

Je perfectionisme

Je nog-even-doorzetten-straks-is-er-tijd-voor-mij

Je nee-,met-mij-gaat-alles-goed

Je zorgen voor de ander

Je  . . .  nou ja, je snapt het wel.

Blijf nou eens met je fikken van die zelf geknutselde knoppen af!

(ja dat is makkelijker gezegd dan gedaan!  maar even goed)

Met een beetje selfcare heb je die knop helemaal niet nodig.

Echte selfcare vraagt echte zelf-acceptatie.

Echte zelf-acceptatie kan alleen met de knop aan.

De HSP’er in de meterkast

Erik heeft geen klik met zijn collega’s.

De gesprekken tijdens lunchpauzes en bij de koffie-automaat gaan over niks.  Met niks bedoeld Erik dat zijn collega’s nooit iets van zichzelf laten zien. Er worden postities, en repuaties bevestigd.  Het is alsof er een schaakspel gespeeld wordt met steeds dezelfde standaardopeningen.  Het doet hem denken aan zijn middelbare schooltijd. De inhoud is anders, het niveau is misschien hoger, maar de dynamiek is hetzelfde.

Erik heeft er wel eens iets van gezegd. Ze werken in een diensverlenende sector, voor mensen. Hoe kan het dat die collega’s onderling zo onpersoonlijjk zijn? De anderen geven dan aan dat ze toch moelijk elke pauze filosofische gesprekken kunnen voeren? En juist omdát ze met mensen werken willen ze rust in hun pauzes.

Ook in de casusbesprekingen mist Erik iets. Zijn collega’s vinden dat Erik wat nuchterder moet zijn over zijn werk. Hij neemt de last van zijn klanten te veel op zijn schouders. Hij doet te veel. En ze snappen al helemaal niets van de vaak zeer out-of-the box oplossingen die hij aandraagt. Soms wordt het hem zelfs letterlijk verboden de zaken zo op te pakken, want dat past niet in het protocol. En dan maakt Erik het zijn collega’s te moeilijk.

Uit onderzoek blijkt dat HSP’ers in niet-bekrachtigende omgevingen het zwaar hebben

Kees kreeg een burn-out.  Hij kreeg begeleiding. Een bureau dat zelfs verstand had van HSP. Kees leerde beter om te gaan met zijn grenzen. Hij leerde rust te pakken. Kreeg zelfs een eigen kamer, omdat de kantoortuin te hectisch was. Hij leerde mindfullnes, voor in de pauze.

Kees kwam terug. Nu is de burn-out een jaar geleden. Aan de sfeer op zijn afdeling is niets veranderd. Kees kan grenzen aangeven, maar zijn werk wordt daar alleen maar schraler van.

Omdat hij bewuster is geworden van de signalen, merkt hij dat die burn-out over een tijdje weer op de loer ligt.

HSP’ers hebben het extra lastig in omgevingen die niet stimulerend zijn, vertelde ik al. Dat zelfde onderzoek geeft ook aan dat in stimulerende omgevingen HSP’ers het juist zeer goed doen. Dat ze meer gedaan krijgen dan hun niet-HS collega’s.

HSP’ers helpen op de werkvloer heeft geen zin als die werkvloer niet mee verandert.

HSP’ers zijn er juist voor om aan te voelen waar die veranderingen nodig zijn.

HSP’ers zijn de stoppen in de meterkast.

Het heeft geen zin die stop te repareren als je de kortsluiting niet verhelpt.

We hebben bedrijven nodig die dit door hebben,

Bedrijven die niet gericht zijn de status quo te behouden, maar die zichzelf continu willen verbeteren.

Bedrijven die snappen wat HSP’ers daar in kunnen betekenen.

Bedrijven die snappen dat daar lef voor nodig is.

Bedrijven die snappen dat dat proces zorgvuldig begeleid moet worden.

Nóg een overprikkeling waar niemand rekening mee houdt

Ik blogde er al eerder over.

Hier

Hele korte samenvatting, want, yep I know,  je wil nu niet een externe link volgen:

Overprikkeling komt niet alleen van drukte, geluid, licht, reuk.

Overprikkeling gaat niet over wat er aan prikkels binnen komt. Het gaat om wat je hoofd daar mee doet. Over het vuurwerk daarbinnen.

Your head lights up like a christmasstree, zeg maar.

Dusss

Overprikkeling kan óók van positieve dingen komen.

Zelfs de oooh’s en de wow’s van die schitterende wandeling in die prachtige natuur kan al overprikkeling veroorzaken.

Ik had deze week drie fantastische momenten. Van die momenten die opeens ook een heleboel mogelijkheden laten zien.

Ja, precies.

Daar ga je  . . .

Dus zelfs één briljant idee, kan al overprikkeling veroorzaken. En dat op een moment dat er zelfs helemaal niets binnen komt.

Alles wat al eerder binnen was, maakt een connectie. De losliggende stekkers van de verlengkabel van de kerstboom worden weer aan elkaar geklikt.

Dat.

De overprikkeling die bijna niemand kent

De meeste mensen denken bij overprikkeling aan licht, geluid, reuk, en ander soort drukte.

Drukke winkelstraten, kantoortuinen, kermissen.

Maar HSP betekent twee dingen:

Niet alleen komen er meer prikkels binnen . .

die prikkels zetten vervolgens meer hersengebieden aan het werk.

Dusss

Eén prikkel kan al overprikkeling veroorzaken.

Een goed geplaatste opmerking . . .

Eén blik . . .

En daarbinnen gaat het los.

Kermis indeed, maar dan ín je hoofd.

HSP’ers kunnen dus overprikkeld raken in een heel rustige omgeving.

HSP’ers kunnen trouwens ook functioneren in heel drukke omgevingen.

En niet HSP’ers kunnen vreselijke last hebben van hun omgeving.

Dus houd eens op om HSP en overprikkeld zijn automatisch te koppelen aan drukte, licht geluid en geurtjes.

Wat overprikkeling is?

Nou dit

HSP’ers hebben geen problemen, ze hebben oplossingen

HSP op het werk.

Zomaar een site:

De begeleiding door HSP coaching is specifiek gericht op het aanpakken van werkgerelateerde problemen die te maken hebben met je sensitiviteit. Er kunnen zaken aan de orde komen als begrenzen, rust vinden, minder afgeleid zijn, je ruimte innemen, energie en kracht opbouwen, drempels overwinnen, grip krijgen op je gevoel, stressbestendigheid vergroten, assertiever communiceren, jezelf meer profileren, enzovoorts.

Typerend.

Problemen als ingang.

Het lijkt het sociale weerbaarheidsclubje van de basisschool wel.

Even apart gezet omdat jij de problemen hebt, en we gaan je er bij helpen. We gaan je in je kracht zetten, zodat jij je staande kunt houden.

Wel-heel-harde-vloek!

Het feit dat 20% van de mensen HSP is, betekent evolutionair gezien wel iets.

We zijn er niet voor niets.

Als iemand opmerkt dat  hij een brandlucht ruikt, wat doen we dan?

Gaan we een raam open doen?
Adviseren we hem om wat vaker pauze te nemen als hij er last van heeft?
Steken we een leuk wierrookje voor hem aan?
Gaan we hem leren om wat minder last te hebben van die reuk?

Of gaan we kijken of er ergens brand is?

Wij HSP’ers vangen signalen op die anderen niet merken;
leggen verbanden die anderen niet zien;
we zijn qua out-of-the-box denken 3 Matroesjka-poppetjes verder dan anderen;
we weten vaak waarom anderen niet kunnen zien wat wij zien;
en zelfs waarom anderen niet wíllen zien wat wij zien.

Zulen we het eens omdraaien?

Zullen we de anderen eens leren wat ze aan ons hebben?

Ja, en dan mogen wij ook aan de slag. Want al die dubbele lagen die we zien, en die jarenlang ontkend zijn, hebben ons schichtig en schuw gemaakt.

Maar we hebben geen problemen.

We hebben oplossingen.

Laten we dáár nou eens van uit gaan.

 

 

 

 

 

 

Communicatie

VDe Axenroos, een communicatiemodel van Cuvelier.

Schitterend boek ook. Moet je lezen.

Maar voor nu. De theorie in het kort (nou ja, kort)

Hoe kun je die knopen verwarren.

Daar gaat het hier over.

De Axenroos,

Loslaten.

 

  • loslaten
  • niet meteen reageren
  • voelen
  • ondergaan
  • met je aandacht in het hier en nu
  • twijfelen, zonder meteen een oplossing willen.

Loslaten is één van de Axen in de Axenroos. Een theorie die samen met de cirkel van bejegening een prachtig geheel vormt. (Beiden zijn van Ferdinand Cuvelier)

 

De Axenroos zorgt voor zuivere communicatie.

De cirkel van bejegening zorgt voor ronde communicatie/

 

Wat heb je er aan?

Communicatie begrijpen. Kijken waar je eigen gedrag vandaan komt. Snappen waarom mensen reageren zoals ze reageren.

De axenroos kan je helpen om zaken waarin je vast loopt op een andere manier aan te pakken.

Wat zijn axen?

Een ax is een door Cuvelier bedacht woord. Het is een manier van reageren op wat er op je af komt. Er zijn zijn axen. Zes goede manieren.

Het woord Ax lijkt een beetje op as. Als het model klaar is laat ik je de roos zien waar de axen als assen van een wiel hun eigen plaats hebben.

 

  • 6 Axen
  • 6 goede manieren van reageren:

 

Maar niet elke manier is in elke situatie handig. Welke manier het beste is hangt van jou af, en van de situatie.

De Ax van het loslaten

Loslaten is één van die manieren.  Loslaten kent vele vormen. Kijk nog maar eens naar het lijstje waar ik mee begon.

 

Axenroos, Houden.

 

  • vasthouden
  • behouden
  • jezelf inhouden
  • je mond houden
  • onthouden

 

Houden is in sommige opzichten de tegenovergestelde Ax van Loslaten.

Het is een bijzondere manier van reageren: niet reageren.

En soms kan dat een verpletterend effect hebben. Voor de ander, maar ook voor jou.

Houden geeft jou tijd om na te denken. Het geeft de ander ruimte om meer te vertellen, zodat jij meer informatie krijgt. In onderhandelingen wordt deze ax vaak gebruikt.

 

  • Sprekers maken gebruik van stiltes.
  • Een conflict kun je openbreken door te kiezen om juist niet te reageren.
  • Goede leraren krijgen hier een klas mee stil
  • Je geeft anderen de kans om met hun reactie te komen

 

Houden kan ook negatief uitpakken:

  • Als betrokkenheid nodig is neem je met houden te veel afstand
  • Als je het te vaak doet weten mensen niet wat ze aan je hebben
  • In een conflict kan te lang jezelf inhouden leiden tot “mokken”
  • Jezelf inhouden kan je weghouden bij je gevoel

Overeenkomst tussen houden en loslaten:

  • Beide Axen zijn neutraal.
  • Je kiest niet voor of tegen.

 

Verschil tussen houden en loslaten:

  • Loslaten is niet kiezen zonder de controle te willen.
  • Houden is niet kiezen, juist om die controle te houden.

 

Beiden hebben een heel ander effect op de ander, de situatie en vooral ook op jezelf.

Axenroos, Geven.

 

Dit is de favoriete Ax van de meeste mensen.

 

We kunnen makkelijker geven dan ontvangen. Toch springen we vaak niet handig om met dat geven. Als we te graag willen geven, wordt geven opdringen.

 

Geven wordt pas echt geven als de ander jouw paard in de bek mag kijken.

 

Als je het goed vindt dat de ander:

  • je advies niet aan neemt
  • jouw informatie niet nodig heeft
  • je kadootje wil ruilen
  • zich even niet wil laten bemoederen
  • liever even alleen is
  • nu even geen ruimte heeft voor jouw verhaal

 

Pas als je dat toestaat, kun je echt geven. Alles wat je aan biedt:

  • richtlijnen
  • informatie
  • een cadeautje
  • zorg
  • je bijzijn
  • iets over jezelf

 

Alles wat je aan biedt is toch alleen maar bedoeld om de ander te helpen?

En alleen de ander kan beslissen wat hij op dat moment nodig heeft. Zelfs als je beter denkt te weten, kun jij die beslissing niet voor hem nemen.

Als je het beter denkt te weten, en de ander jouw visie op wil dringen ben je aan het aanvallen. Soms kan dat nodig zijn. Maar aanvallen is niet geven.

 

O ja, moet ik dat nog zeggen?

Geven is pas geven als je niets terug verlangt.

 

Axenroos, Nemen

 

  • nemen
  • aannemen
  • accepteren
  • dankbaar zijn
  • luisteren
  • open staan
  • ontvangen

Allemaal woorden die op hun eigen manier passen bij de Ax van nemen.

 

Een makkelijke Ax, lijkt het. Maar net als bij geven maken we er ons vaak te gemakkelijk van af.

  • Luisteren met een half oor
  • Ja zeggen en nee bedoelen
  • kado’s die in de la belanden (of achter de rodondendron)
  • adviezen in de wind slaan (maar wat doe je met het advies: “je moet niet zo maar alles aannemen?”)

 

We doen alsof.

 

En dat maakt de communicatie er niet helderder op.

Als we vaker nee leren zeggen, kunnen we ook beter ja zeggen.

Neem jezelf eens voor om duidelijker te zijn. Durf te kiezen. Een van de krachtigste lessen die de Axenroos je leert is helder zijn in je communicatie. Laat je JA een echt JA zijn.

Geen Ja, maar.

Gewoon Ja.

Kun je niet kiezen? Ook goed, maar wees ook dan duidelijk. Je neemt niet, je laat los. Ook dat is goed.

 

Axenroos, Weerstaan.

 

  • nee zeggen
  • verdedigen
  • je verzetten
  • grenzen bewaken
  • bij je standpunt blijven

 

Als je vaker NEE zegt, kun je ook beter JA zeggen.

 

Ik heb dit als slechthorende moeten leren. Vaker zeggen:

  • nee ik heb het niet verstaan.
  • nee dat lukt mij niet op die manier
  • nee daar heb ik nu geen energie voor
  • nee daar ga ik niet naar toe

 

Als we onze grenzen beter kennen, kunnen we ze beter bewaken. Dan houden we meer energie over voor de dingen waar we wel voor kiezen.

 

Natuurlijk is het goed als je je grenzen verlegt. Maar ook dan blijven er grenzen. Ken ze. Bewaak ze. Verleg ze. Verken ze opnieuw en bewaak ze.

 

Nee zeggen is gezond. Nee zeggen geeft energie.

Axenroos, Aanvallen

 

  • aanvallen
  • kritiek uiten
  • iemand terecht wijzen
  • protesteren
  • actie voeren

 

Soms is het nodig om de aanval te kiezen. Er gebeurt iets dat in jouw ogen echt niet kan. Afzijdig blijven (zie: houden) is nu niet mogelijk. Je moet actie ondernemen want dit kun je niet laten gaan.

 

Dit is het moment om duidelijk te zijn. Misschien moet je zelfs fel zijn. Het gaat er nu niet om mensen te vriend te houden. Er staat iets belangrijks op het spel.

 

Als het zo ver is. Kies dan bewust voor de aanval. Dan kan met respect. Juist iemand niet willen sparen, geen halve maatregelen is een manier van respect tonen. Het is nu belangrijk een halt toe te roepen aan mistanden.

 

Ik werd zelf ooit scherp aangesproken. De man had gelijk. Ik heb me dankzij hem kunnen verbeteren. Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald. Ik ben hem nu dankbaar. (En nee dat was ik op het moment zelf niet).

 

Wees zuinig met je aanval. Het is niet bedoeld om je zelf te beschermen. Een aanval is nooit de beste verdediging, wat ze ook zeggen. Een aanval is bedoeld om terecht te wijzen.

 

Maar ga niet de moraalridder uit hangen. Val niet iemand aan omdat hij iets doet ‘wat niet hoort’. “Wat niet hoort” is een vage veilige gemeenplaats, waar mensen zich achter verschuilen als ze zelf niet durven staan voor wat ze belangrijk vinden.

 

Ga naar binnen, naar je hart. Luister goed. Pas als je van binnen uit de noodzaak voelt, kies dan de aanval. Wees hard als het moet, maar ook vol mededogen.

 

Axenroos, de Aten.

 

Geven en ontvangen.

Dat zijn Axen. Axen posities die je kunt innemen in interactie met anderen. (vergelijkbaar met de roos van Leary)

 

  • geven
  • nemen
  • houden
  • loslaten
  • weerstaan
  • aanvallen

 

Maar wát geef je? en Wát ontvang je? Ook dat is belangrijk.

 

Cuvelier gebruikt hier het woord At voor.  Axen en Aten. Een At is de inzet van een Ax.

 

Er zijn 6 Aten, ik gebruik de woorden die Cuvelier gebruikt:

  • de persoon
  • het bijzijn
  • het nieuws
  • de richtlijn
  • de zorg
  • het goed

 

Als ik geef kan ik:

Een cadeautje geven (het goed), iemand verzorgen (de zorg), leiding geven (de richtlijn), informatie geven (het nieuws).

Maar ik kan ook mezelf laten zien (de persoon), of ik kan gewoon er gewoon zijn, zonder iets te doen (het bijzijn).

 

het bijzijn

Mijn dochter gaf laatst een prachtig voorbeeld van dat het geven van je bijzijn.

Haar vriendin op de middelbare school is van huis uit Jehova getuige. Ze zou gedoopt worden, en had mijn dochter uitgenodigd om daar bij te zijn. Mijn dochter houdt niet zo van grote drukke bijeenkomsten, en is zelf niet gelovig. Dus zo’n gedoe in een grote kerk is niet iets waar ze uit zich zelf voor zou kiezen. Toch zij ze meteen ja.  Ze wilde er bij zijn: bij iets dat voor haar vriendin belangrijk is. Ze heeft haar bijzijn gegeven.

 

de persoon

We kunnen praten over ons zelf, en over ons gevoel. Maar het gaat dan vaak over mij-daar, mij-toen en mij-straks. Zeer zelden gaat het over mij-hier-en-nu. Dat is te eng. Jezelf écht laten zien. Dat is spannend, maar ontroerend mooi.

Axenroos, de kinderroos.

 

Een van de redenen dat de axenroos op basisscholen goed werkt is het gebruik van dieren.

 

Cuvelier zelf heeft als totemdieren:

  • de leeuw – geven
  • de hond – nemen
  • de schildpad – lossen
  • de steenbok – weerstaan
  • de havik – aanvallen
  • de uil – houden

 

Deze dieren staan als standbeeld op de pleinen in de wijken van de stad.

Door de aten samen te voegen met de axen krijg je 6 x 6 = 36 wijzen van interacties. In het boek staan ook 36 prachtige gedichten die deze 36 interactie-zetten invoelbaar maken.

Maar om het behapbaar te houden kun je vereenvoudigen.

 

Vooral bij de twee axen: geven en nemen is het verschil belangrijk. Die taartpunten worden verder opgedeeld.

Verder worden de volgende aten gekoppeld.

 

nieuws / richtlijn bijzijn / persoon goed / zorg
geven leiden = de leeuw tonen = de pauw zorgen = de bever
nemen volgen = de hond opkijken = hert/wasbeer genieten = de poes

 

Zo krijg je bovenstaand model met 10 dieren. 10 manieren van reageren op de ander of op een situatie.

 

Mooi en simpel.

 

Toch zijn alle 36 combinaties van axen en aten de moeite waard.

Axenroos, de hele stad. Het plein, de wallen, en de steegjes.

 

We zijn aan het einde van de reis door de stad van Axen.

  • Loslaten in de dieptewijk
  • Houden in de hoogtewijk
  • Geven in  de aanbiedingswijk
  • Nemen in de ontvangstwijk
  • Weerstaan in de verzetswijk
  • Aanvallen in de aanvaslwijk

En nu dan eindelijk het overzicht van de hele stad.

 

Je ziet nu de samenhang van de verschillende wijken.

 

De stad is verdeeld in een bovenstad (aanvallen/houden/geven) en een onderstad (weerstaan/lossen/nemen).

 

In de linker helft van de stad werken mensen tegen elkaar (ja dat moet zo af en toe, zonder strijd geen verbeteringen). In de rechter helft van de stad werken mensen samen.

(Voor de mensen die nu roepen: “Hé dat lijkt Leary wel!” dat klopt. Maar Leary mist de neutrale posities.)

 

Deze stad heeft ook twee neutrale wijken: de Hoogtewijk (houden) en de Dieptewijk (loslaten).

Op het plein midden in de stad komen mensen samen. In die ontmoeting vloei je makkelijk van de ene ax over naar de andere. Een wisselend spel, dat voor een vloeiende communicatie zorgt.

 

Naarmate je dichterbij de stadswallen komt ontmoet je bewoners die vaster zitten in hun Ax-gebruik. Mensen die eigenlijk alleen nog maar kunnen geven. Of mensen die zich over afzijdig houden, of mensen die overal tegen zijn.

 

De oproep van de stad is: maak kennis met alle wijken. Leer alle axen gebruiken, en vooral wees je bewust van welke Ax je in zet.

 

Gebruik het plein voor je communicatie. Dan zit je niet vast aan een bepaalde manier van reageren.

  • Dan geef je van harte, ook als bijvoorbeeld je advies niet aangenomen wordt.
  • Dan lukt het je om niet te snel te reageren en een keer je mond te houden.
  • Dan kun je er makkelijker voor kiezen om een keer “nee” te zeggen.
  • Dan kun je jezelf toestaan het niet te weten.
  • Dan kun je een compliment dankbaar in ontvangst nemen zonder blozen.
  • Dan kun je scherpe kritiek geven, en daarna direct weer open staan voor een andere visie

 

Gebruik de wallen als kuur. Axen die voor jouw onwennig zijn moet je een keer echt goed doorleven voor je ze makkelijk gebruikt.

  • Ga naar de wal in de verzetswijk en roep heel hard nee tegen alle dingen die je niet meer in je leven wil.
  • Ga naar de wal inde aanvalswijk en schreeuw uit wat er niet deugt aan deze wereld.
  • Ga naar de wal in de ontvangstwijk en laat je helemaal verzorgen
  • Ga naar de wal in de aanbiedingswijk en geef jezelf een keer helemaal zonder achter te houden
  • Ga naar het strandje in de dieptewijk, daal diep genoeg in de put af om je op de bodem af te kunnen zetten
  • Ga naar het klooster in de hoogetwijk voor een retraite

 

Maar laat je door geen van de Axen gevangen nemen. Blijf vrij.

 

Vermijd de steegjes van de stad. De achterbuurten waar mensen tweeslachtig zijn in hun Axen-gebruik.

 

Iemand die dubbele Axen gebruikt, zet anderen vast in de communicatie, maakt ze onvrij:

  • Hij geeft, maar met het doel om dankbaarheid te ontvangen
  • Hij houdt zich in, maar zijn stilte is vernietigend, en als hij uit de toren kom is de aanval twee keer zo hard
  • Hij neemt, en valt je aan als je ze niet nog meer wil geven
  • Hij neemt, maar had eigenlijk nee willen zeggen
  • Hij laat los, maar alleen om als slachtoffer jouw aandacht te vragen.
  • Hij valt aan, maar zijn woede is eigenlijk op zichzelf gericht, het liefst zou hij willen wegkruipen, of hulp ontvangen
  • Hij verzet zich, maar alleen om zich over te laten halen

 

Op welke van de twee Axen je ook reageert, je doet het altijd fout. Goede communicatie is niet mogelijk.

 

Blijf uit de steegjes. Speel het spel open. Wees eerlijk naar je zelf en naar de ander. Hou je Axen zuiver. Gebruik er één tegelijk. En weet welke je gebuikt.

Ik raad je aan het boek te lezen:

Stad van Axen – Ferdinand Cuvelier

ISBN: 9789086870257