Juf hij slaat zomaar. Ik loop mee. Onderweg blijkt dat de jongen die me komt halen niet zelf de klap kreeg, maar dat hij vind dat slaan niet mag, en dat wil hij even gezegd hebben.
De jongen waar het om gaat ziet ons aankomen, en komt naar ons toe. Ik blijf dat bijzonder mooi vinden, dat kinderen snappen dat er iets op te lossen valt en daar niet voor weg lopen. Het helpt dat ik altijd alle partijen serieus neem, en er voor zorg dat er nooit een beschuldigend vingertje is. Maar toch, het zijn de kinderen die het vertrouwen daarin laten zien. Dat ontroert me elke keer weer.
De hele houding van de jongen die sloeg is zo mooi open. Geen schuldbewustzijn, geen ontkenning. Hij is klaar om op te lossen wat er op te lossen valt.
Zoals altijd laat ik ze beiden zelf het woord doen.
De jongen die sloeg legt uit waarom dat deed, niet zozeer een excuus als een verklaring. Het zijn kinderen uit groep vier en ik begrijp dat de jongen die de klap kreeg een bovenbouwer was. Die bovenbouwer is niet meer in beeld, en ik vermoed dat ik die ook niet hoef te beschermen. Ik heb niet meegekregen wat het oorspronkelijke conflict was, dat hoef ik ook niet te weten. De jongen die me kwam halen, lijkt tevreden met de uitleg. Hij heeft ook kunnen zeggen dat slaan niet mag en dat is ook gehoord.
“Is het opgelost?” vraag ik. De jongen die de klap gaf knikt van ja. Ook de jongen die me kwam halen knikt, haast onmerkbaar. Misschien wil hij graag dat ik nog even herhaal dat slaan niet mag. Maar ik zie ook aan hem dat hij beseft dat dat al gezecht is. Door hemzelf. En dat die andere jongen dat van hem geaccepteerd heeft. En misschien was het in dit geval nodig om tegenover een grotere jongen duidelijk de grenzen aan te geven.
Er was niet zoveel aan de hand dus, en toch ben ik blij dat ik de jongen die me kwam halen serieus heb genomen. Vroeger kreeg ik als juf een klein beetje de kriegel van kinderen die steeds aanwijzen wat andere kinderen fout doen. Klikspanen vond ik het.
Intussen snap ik beter waar dat vandaan kan komen. Sommige kinderen hebben behoefte aan duidelijkheid. School kan een sociale wildernis zijn met allemaal ongeschreven regels, en moeilijk te doorgronden code’s. Als de expliciet benoemde afspraken dan ook nog flexibel blijken te zijn is het niet meer bij te houden. De “Juf! Hij doet iets wat niet mag!” is lang niet klikken. Het kan een poging zijn om weer houvast te krijgen. Een check: “Maar dat hadden we toch anders afgesproken?”
Daarom liep ik mee met die jongen. Om te bevestigen dat we dat inderdaad anders hadden afgesproken. En deze jongen heeft nu ook gezien dat een “Foei!” niet altijd nodig is.