Een autistische pleinwacht

Het is doodnormaal dat kinderen van groep acht de grenzen zoeken. En dat begint zelfs al in groep zeven. Ze voelen zich groter en vinden sommige regels te kinderachtig. Het is ook normaal dat ze daar een beetje een spel van maken. Ze kunnen zich beter uitdrukken, en als ze weten dat ze net over de grens zijn geweest, proberen ze uit of ze ermee weg kunnen komen. Het hoort er allemaal bij. Het vraagt als pleinwacht wel wat soepelheid om dat allemaal als spel te blijven zien, inclusief het aangeven van grenzen en de consequenties die horen bij het overgaan van de consequenties.

 

Mijn soepelheid is weg, en daar heb ik last van. Ik kom er steeds meer achter hoe autistisch ik ben. Ik kom erachter dat de soepelheid die ik had een vorm van masking was. Ik had vroeger geen moeite om met een warrige en onlogische wereld om te gaan. Nou ja, het kostte me natuurlijk bergen energie, maar ook dat had ik niet door. Totdat het draaide waarmee ik alles vast hield knapte. En nu, met mijn NAH, heb ik nog amper ruimte om supel om te gaan met alles wat op me af komt.

 

Het irriteerde me vandaag gewoon dat twee kinderen de hele tijd langs die grenzen liepen, en dat ze, als ik ze er op aansprak, zo glibberig waren als alen. Wat ook nog gebeurt, als ik moe ben, is dat er oude mechanismen boven komen. In dit geval uitte zich dat erin dat ik het persoonlijk nam, alsof ze mij persoonlijk uitdaagden. Ik vind dat niet professioneel als pleinwacht. Ik ben dan niet de pleinwacht die ik wil zijn.

 

Ik heb de rest van de week vrij genomen. Het steekt me, en dat wil ik niet overbrengen aan de kinderen.

 

Ik dacht dat ik er oké mee was, met mijn autisme. Dat daar intussen wel een weg in had gevonden. Maar het lijkt wel of ik er steeds meer last van heb. Of misschien zie ik het nu scherper, dat kan ook. De eerste stap die ik te doen heb, is het lief zijn voor mezelf. Mezelf gunnen dat mijn masking afbrokkelt, en dat daaronder een wat ruwere versie van mezelf zit, die nu zichtbaar wordt.

 

Waar ik wel moe van word is dat het proces van mezelf accepteren nog steeds in volle gang is. Ik ben daar nog niet klaar mee, zo blijkt.