Grenzen bewaken

 

Over de tekening:
Het was vanmorgen en vanmiddag nog redelijk zonnig. Toen ik in de trein terug zat van Zutphen (zie hieronder) begon de donkere lucht al te komen. Ik stapte uit de bus, liep langs mijn flat naar de ingang en zag boven de muur van het bedrijf achter onze flat  een boom uitsteken die nog net wat zonlicht wist te vangen in ik wist wat ik wilde tekenen. Ik weet niet of het gelukt is. Dit is gedaan met het hele kleine beetje energie dat ik nog over had. Hij is me dus sowieso dierpaar. 

 

Bij grenzen bewaken had ik vroeger een stoer beeld over het van je af slaan van vervelende mensen die je grenzen niet respecteren. Maar grenzen bewaken in verband met je beperkingen betekent helaas ook nee zeggen tegen lieve mensen. Mensen die leuke dingen doen waar je best aan mee zou willen doen, als je er de energie voor hebt. Grenzen bewaken is vaker nee zeggen dan je lief is. Dat betekent niet alleen dat je leuke dingen mist, het betekent ook dat je lieve mensen teleurstelt, of, nog erger, alwéér teleurstelt.

En dus ga ze soms over die grenzen, ook al weer vaker dan je lief is.  Je moet wel. Mensen zonder beperking gaan die grens niet over om ons tegemoet te komen, dus wij moeten de grens oversteken om naar hen toe te komen. 

Wel of niet meedoen is niet eens een wankele balans, het is een voortdurend wiebelende balans. Hij staat nooit in het midden, er is altijd een prijs die je moet betalen, welke kant je ook kiest.

Ik heb drie hele drukke dagen achter de rug. Twee moeilijke en een hele leuke, maar ook die leuke kostte veel energie. Vandaag zou ik naar een verjaardagsfeest Zutphen. Het zou vlakbij het station zijn en er was een verteller. Ik besloot dat ik daar nog energie aan wilde besteden, dan volgende week maar gewoon heel rustig aan doen. En toen ging ik de bus en de train plannen en de route die ik vanaf het station moest lopen. Het bleek dat het aan de andere kant van de IJssel was. Ik zou de hoge brug naast het spoor over moeten. Dat was voor mij letterlijk een brug te ver. Het waaide hart en zo’n lange brug voelt voor mij heel onherbergzaam, en, zoals ik me nu voel, zelfs regelrecht eng. Ik schreef dat ik niet zou komen. En toen voelde ik een hele hoop spanning loskomen, ik hoefde het niet nog een dag vol te houden! Ik had de goede keuze gemaakt.

En toen kreeg ik een bericht terug: “Ik kom je van het station halen!”. Ik schreef hierboven dat mensen zonder beperkingen niet naar ons toe komen. Dat is dus niet waar. Maar soms maakt het feit dat ze wel moeite doen, de zaak ingewikkelder. Ik wilde zo graag niet afhaken en hier was iemand die veel moeite voor me wilde doen: zijn eigen feestje verlaten om mij van het station te halen. Ik besloot alsnog te gaan. En daarmee ging ik tegen mijn gevoel in dat al opgelucht geweest was met mijn besluit om af te zeggen. Maar, zo dacht ik, misschien ben ik straks wel heel blei dat ik het toch gedaan heb. En zo kan het dus zijn dat die lieve stappen die men zet om ons tegemoet te komen er juist voor zorgt dat je je grenzen overgaat. Want hoe lief ook, als je zelf geen beperkingen hebt kun je onmogelijk de afstand inschatten die wij moeten overbruggen, zodat het ook niet opvalt dat we ondanks alle hulp nog steeds heel veel energie nodig hebben om die afstand te overbruggen. Mensen die het wél zien en “all the way” gaan zijn goud waard. En gek genoeg willen wij ze daarom niet al te vaak om hulp vragen. Wat maken we het ons toch vreselijk moeilijk!

Het waaide en ik klappertandde toen ik op de bus wachtte. Die bleek overvol, zelfs de staanplaatsen waren krap. Je eigen grenzen bewaken kan ook stoer zijn, ik vroeg hardop of er iemand was die zijn stoel wilde afstaan. Ik zei dat ik dit zo niet vol hield met mijn evenwichtsstoornis. 

Ah! Daar is nog iets waar ik graag iets over wil zeggen.

Om je grenzen te bewaken moet je verdomde assertief zijn. En zo assertief zijn kan alleen maar als je genoeg eigenliefde hebt. Je vraagt namelijk aan anderen om rekening met je te houden. Dat lukt alleen als je jezelf de moeite waard vind om dat voor jou te doen. En dat is een lastige, want geïnternaliseerd validisme  zegt dat je met je beperkingen juist minder waard bent.

Het was dus stoer van me om die een zitplaats te vragen. Let daarbij wel op dat ik een er voor zorgde dat ik een legitiem reden noemde. Ik zou daar heel graag een politieke rand over willen afsteken, over hoe we in dit land alleen maar mensen waarderen als ze productief en nuttig zijn. Je moet je plekje wel verdienen, en als je dat niet kunt moet je daar een aantoonbare, valide reden voor aangeven. Dat is waarom ik vroeger nooit ruimte durfde te vragen, ik had dat niet, ik had alleen mijn gevoel. Ik heb zelfs tijdenlang gedacht dat het mijn schuld was als ik niet kon voldoen aan wat als normaal gezien werd. Ik leerde dat ik neurodivers was, maar de diangnose autisme of adhd kreeg ik niet. Ik moest het doen met hoogsensitiviteit, maar die zet geen zonder aan de dijk. Ik heb nu het toverwoord “herseninfarct”  en in dit geval ook nog “evenwichtsstoornis”. Die laatste voelde het meest toepasselijk, omdat ik echt behoorlijk zeeziek was, ik hoefde het niet te overdrijven toen ik zei dat ik het niet vol hield. En toch vind ik het jammer dat dat nodig is, zo’n woord, ik zou het fijn vinden als iemand gewoon zou krijgen wat die vroeg zonder te schermen met een term. Misschien ben ik ooit nog een keer zo stoer om dat uit te proberen.

Ik had graag willen zeggen dat het feestje leuk was, maar er ging iets mis. Er was niemand om me op te halen, dus ik heb maar weer de trein naar huis genomen. Daar moest ik even huilen omdat iets waar twee mensen energie in gestoken hadden niet doorging.

Ook dat hoort bij grenzen bewaken, omgaan met de emoties die loskomen. Ik vind huilen, ook gewoon in het openbaar, een hele fijne manier manier van emotieregulering. 

 

Naschrift: Ik lag wakker en één van de dingen waar ik over dacht was dat de boom achte verkeert was. Te smal onderaan. Dat smalle is alleen onderaan de boom, maar de onderkant zie je niet. Die zit achter de muur. Dus ik heb hem breder genaakt. Dit was de versie met de smallere boom:

Geen Tekening

Vandaag vierde ik mijn verjaardag met mijn kinderen. Ik had mij gewenst om met ze naar Singer te gaan, mijn favoriete museum waar ik niet meer kom sinds ik geen auto mee heb.
Ik had een beetje pech want we zaten net tussen twee exposities. Maar toen ik de nieuwe vleugel zag waar veel meer ruimte was voor hun eigen collectie was dat gauw vergeten. 
Ik genoot van oude bekenden en zag mooi nieuw werk.

Dit is het soort schilderijen waar ik een speciaal zwak voor heb. Van natuurgetrouw landschap tekenen naar expressionisme en modernisme, en dan vlak voor het helemaal abstract wordt. Daar, in dat gebied, wil ik zelf graag tekenen.  Veel meer vrijheid nemen net de werkelijkheid en tekenen wat ik voel bij dat mooie landschap rond mijn woonplaats.

Ik wil mijn eigen stijl zoeken maar ik ga waarschijnlijk  eerst afkijken en nadoen. Ik beslis nu dat dat mag. Een deel van mij vond natuurlijk van niet. Dat is hetzelfde deel dat het vreselijk vindt dat er vandaag geen tekening is. Het is mijn beetje rigide strenge ik. Ze luikt nog vaak en ik doe dan heel hard mijn best op niet te grappen. Dat lukt steeds beter.

Het schilderij hierboven is van Jan Sluijter van hem kreeg ik de catalogus als extra cadeau van mijn kinderen. Ik ben daar dus nu eindeloos in aan het kijken.

De expositie die ik mistte was die over vrouwen in de kunst, de expo die nu opgebouwd werd is over Kees van Dongen.

 

 

Beperkter dan ik door heb

Over de tekening:
De A50 die bij Renkum over de Rijn gaat. Het zijn elementen die ik liever niet is het landschap zie. Deze A50 snijdt hier dwars door een mooi natuurgebied. Ik heb een boekje met wandelingen uit de 19e eeuw. Die zijn voor een deel niet meer te lopen. De Doorwetse heide en de Wolfhezer heide waren vroeger één, nu zit de snelweg ertussen en hij is ook nog eens veel te goed te horen.
En toch, als ik er onderdoor loop is het een imposant bouwsel. Het is een indruk die niet kan ontbreken in mijn tekenboek.
Ik was moe, en het was al donker toen ik er aan begon. Mijn ogen deden bijna niet meer mee. Hij is niet geweldig, maar ik vind hem niet mislukt.


Ik tekende zo laat omdat ik vandaag mijn keuring van het UWV had. Daar zat ik al een half jaar op te wachten. Mijn ambulant begeleidster is op haar vrije dag gekomen om me bij te staan. 
Dat bleek al snel nodig want er werd niet gebeld om tien uur, de afspraak op de uitnodiging. Mijn begeleidster belde, de arts was aan het proberen Klimmendaal te bellen, daar zat ik toen ik mijn verzoek o, herkeuring aanvroeg. Maar dat was dus al meer dan een half jaar geleden.

Ik kan niet goed tegen gesprekken met instanties. Hij vroeg wat ik allemaal nog wel kon, maar ik benadrukte wat ik allemaal niet kon. ik wilde dat hij het goed begreep. Ik voelde me een bedrieger. Mijn begeleidster was een bedrieger, want intussen doe ik van alles. Ik telen en typ dit dagboek bijvoorbeeld, terwijl ik zeg dat ik niet met computers kan werken. 

Na een half uur stortte ik in, ik ga de telefoon aan mijn begeleidster. Zij beantwoorde de laatste paar vragen. 
“Ik zag het gebeuren”, zei ze later.
En dan besef ik dat ik helemaal niet overdreven heb. Niet mijn uitvoerige uitleg over alles wat ik niet kan is de leugen. Alles wat ik zo dapper doe is de leugen. Ik typ dit en weet zelfs hoe ik de tekening moet invoegen. Maar het heeft me dagen gekost om dat uit te zoeken. Ik ben aan een stuk door met de spellingscontrole aan het zoeken wat ik nú weer fout heb getypt. En ik moet na het schrijven van mijn dagboek een half huur met mijn ogen dicht zitten om ze rust te geven. 

En zo gaat het met alles. Ik doe best veel, maar de dingen die ik doe kosten me alles. Ik vermoed dat ik niet de enige ben. We doen ons allemaal beter voor dan we zijn, en we betalen de prijs als er niemand is om het te zien.

 

Hartritme stoornis

Over de tekening:
Mijn strenge ik vond dat ik deze niet mocht doen omdat ik op oudjaarsdag al een bomen reflectie in water had gedaan. Ik luister niet zo vaak meer naar mijn strenge stem, dus hier is ie. De foto was zo veel mooier! Echt heel bijzonder als die kleuren en die rimpels, vooral als je inzoomt. Maar dan had ik ál die golfjes één voor één moeten tekenen. Dat is behalve niet te doen ook niet mijn steil. Ik liet mijn hand weer kiezen en ik vind dat het goed uitpakte.  

Ik had ook weinig tijd. Ik heb vandaag mijn “elektro cardioversie” gehad. Een stroomstootje om mijn hart weer in ritme te laten kloppen. Het is gelukt. Maar dat was het de vorige keer ook en toen duurde dat naar drie dagen. Ik hoop heel erg dat het nu langer goed blijft gaan.
Ik voel me onrustig als mijn hart hartkloppingen doet. Het is net alsof ik zenuwachtig ben. Soms krijg ik zelfs de nijging om te zoeken waar ik zo zenuwachtig voor ben. Vroeger waren er redenen zat, dus het is een heel vertrouwd gevoel. Nu moet ik mezelf steeds geruststellen dat er niks is, alleen mijn hart dat wat raar klopt. Het zou fijn zijn als ik dat vals alarm kwijt ben. We gaan het zien. Ik ben moe, ik moest zeer vroeg op, en het was best een enerverende dag, ook al ben ik even lekker weg geweest met een “roosje”. Ik werd lekker groggy wakker, relaxed, een beetje high zelfs. Dat is nu weg, ik ben nu gewoon saai moe. Ik ga naar bed.

Ik weet dat ik beloofd heb geen plannen te maken en vroeg naar bed was gewoon een goed plan. Maar ik bleef wakker en maakte een gedicht. Soms vind ik moe zijn gewoon lastig.

 

Ik had het zo mooi bedacht,

ik zou alleen maar zijn.

Want daarin zit toch al mijn kracht?

 

Maar scheppingsonrust houdt mij tegen.

Hoofd en hand willen bakens slaan

om niet weg te drijven

in de zee van alleen maar zijn.

Ik heb mijn talent toch niet voor niets gekregen?

 

De onrust die zich eerst nog

door mijn lijf heeft laten bezweren

wil zonder teugels ,zonder zadel,

desnoods de overprikkeling in galopperen.

 

Mijn hart houdt zich vast

en kijkt me vragend aan:

“wat ik in godesnaam nog moet bewijzen?”

En ik antwoord: “Mijn bestaan!”

 

Neergelsagen en toch glanzend

Over de  tekening:
Met deze ben ik wel weer blij. De foto maakte ik zondag toen het zo mooi weer was. Dit is vanaf de Kerk terug richting Westerbouwing over het Kerkepad. Ik wilde die platgeslagen bosjes planten tekenen(daar is een ander woord voor wat ik met geen mogelijkheid kan vinden nu). Ze zijn ondanks hun neergeslagenheid zo mooi bleek groen dat ze bijna wit zijn. Klanzend in de zon. Ik heb steeds wat meer wit toegevoegd, en schaduw, nadat ik al klaar was. Ik ben nog steeds te voorzichtig. Bij deze tekening leerde ik meer te durven.
Wat ik ook had willen veranderen is de richting waarin ze neerhangen. Dat is nu naar rechts, maar dat in de richting van het veld gemoeten, schuin omhoog. 
Ik vind hem leuk. Ik kan dus ook fouten maken zonder mijn lol in een tekening te verliezen.

 

Ik ontkom niet aan een vergelijking. Ik voelde me gisteravond platgeslagen, maar ik weet nu dat ik ook dan mooi ben. Het was somber weer vanmorgen. Ik sliep lang uit en begon laat met de tekening. De zon kwam achter de wolken vandaan en ik werd steeds blijer met  wat ik onder mijn handen vandaan zag komen. Ik was er zo mee bezig dat ik de tijd vergat, ik moest me haasten naar pleinwacht. Inmiddels was het gewoon zonnig!

Er is een meisje dat me elke dag even een snelle, en soms war langere omhelzing geeft. Ik vind het dierbaar. Ze gaf me een cadeautje voor mijn verjaardag.  Zo veel liefde, ik werd er nóg blijer van. 

Zoals zo vaak merk ik dat ik opgetild wordt als ik eerst mezelf optil. Dan zie ik opeens overal de signalen van liefde. Het is er, maar ik moet mezelf optillen om het te kunnen zien. 

Mezelf vieren

Over de tekening: 
Dit is misschien mijn lelijkste tekening tot nu toe. Ik wist net zo min als gisteren hoe ik dit zou doen. En in tegenstelling tot gisteren is het vandaag niet gelukt. Ik verloor ook de moed om er nog iets van te maken omdat ik de juiste kleuren niet kon vinden. Ik ben kleurenblind dat als ik een krijtje neerleg en ik even later dezelfde kleur nodig heb, ik hem niet kan terugvinden als ik niet precies heb onthouden waar ik die neergelegd heb. 
Er is ook niet iets wat wel gelukt is in deze tekening en dat maakt me een beetje verdrietig.

Het is mijn verjaardag en ik wil niet verdrietig zijn. Dus heb ik lekkers gekocht om het te vieren. Er werd op ‘mijn school’ voor me gezongen, en mijn Ex kwam langs met een mooi cadeau: wazen, want ik heb nooit iets om bloemen in te doen.
Het was dus best een mooie dag, maar nu is het donker. Het was al heel vroeg donker door het slechte weer.
En daar zit ik dan, in het donker, moe, alleen en met een tekening waar ik niet blij van wordt.
Dit zijn de momenten die moeilijk zijn. Ik ben te moe om te lezen, ik kan geen films of series zien om me af te lijden. Deze week komen er nog twee spannende dingen die hun schaduw vooruit werpen. Donderdag krijgt mijn hart weer een schokje om het weer de juiste maat te laten slaan, en vrijdag heb ik een keuring bij het UWV.
Ik kijk naar de bloemen die ik kreeg en omarm mezelf met compassie. Ondanks mijn vermoeidheid en de somberheid die dat met zich meebrengt vind ik de kracht om mezelf te vieren. Mezelf moet daar even heel hard van huilen.
“Dat mag”, fluister is mezelf toe: “ik ben trots op je.”

Metamorphosem

Over de tekening:
En vandaag ben ik wel weer verrast. Ik wilde ook tekeningen waaraan te gunt zien hoeveel hoogteverschil hier is als ik wandel. Dat is een van de prachtige extraatjes hier, ook extra vermoeiend, dat ook.
Maar die zijn zo lastig qua perspectief. Ik telende deze al eerder in potlood, en nu ik beter naar de foto kijk zie ik dat ik daar de plank volledig missloeg. Maar, verrassing: het werkt wat ik deed, het perspectief, maar ook de kleuren die ik koos. Het pat leek me moeilijk. Ik hielde het heel simpel en het werkt!
 
Ook de simpele stroken wit langs de takken werken. Geen ingewikkelde schaduw maar wat slordige toetsen, en het werkt! Bijzonder.

Geen linkje naar de foto vandaag, maar gewoon iets ander.

Ik ben weer begonnen met Metarmorphosen. Dat wilde ik vorig jaar maar er kwam iets tussen. Ik wil de verhalen gebruiken als achtergrond van mijn verhalen uit “Onder de Radar” als avondvullende vertelling. Mijn idee was om Sahand Sahebdivani of Raphael Rodan te vragen dat te regisseren.

Met niet alleen mijn eigen metamorphose als thema. Het is groter:

“Niets blijft en niets vergaat” vind ik ook een bemoedigende boodschap voor de tijd waarin we leven. We zitten midden in een metamorphose. Het geeft veel verdriet, maar ik heb hoop dat het is om iets moois te bouwen. Verhalen over pijn en liefde, want pijn is liefde en verhalen over hoop. 

Dat tweede thema maakte me blij. Ik las vandaag weer teveel verdrietige verhalen over de wereld. Covid is nog lang niet weg, maar wat ik nog verdrietiger vind zijn de regeringen die ons in de steek laten, en gewoon achter het grote geld blijven staan. En ze laten de aarde zelf in de steek. Zulke berichten doen me afvragen waarom ik überhaupt nog plannen maak, nog teken, nog schrijf, nog wil vertellen. Dus een verhaal vertellen over hoop is een mooi plan.

Voor later.  Ik had mezelf beloofd al mijn plannen lost te laten. Dus voor nu gewoon dit boek lezen. Dat is ook pittig genoeg.

Laat ik niet vergeten te melden dat ik heel erg genoten heb toen ik mijn pleinwachtkinderen weer zag. De vakantie is voorbij en dat is fijn.

Willen of moeten

Over de tekening:

De Moestuin bij de Ouder Kerk van Oosterbeek. Het is een pluktuin, met een abonnement mag je daar je groenten plukken.  Hij zit op mijn meest gewandelde roet, naar de kerk en terug en steeds sta ik hier even stil om hem te bewonderen. Zelfs ontmanteld is hij mooi.
De tekening is onevenwichtig. Boven en onder passen niet bij elkaar. Maar deze stond al een tijdje op mijn verlanglijst om te tekenen. Wamt hij is mooi symbolisch: er is zijn donkere wolken maar er is ook blauwe lucht. En de moestuin is leeg, opgeruimd en licht te wachten tot alles weer kan bloeien in de lente en vrucht kan geven in de zomer en herfst.
Ik durfde hem steeds niet te tekenen omdat ik niet wist wat ik met die kale grond en de stapels moest. Dat weet ik dus nog steeds niet. Ik kom daar wel een keer achter, ik wilde daar niet op wachten om dit beeld toch vast te leggen.

Vandaag probeerde ik het verschil te voelen tussen de spanning om iets te moeten en de spanneming om iets te willen. Voor mij lijken ze op elkaar, en dat is niet zo gek. Ik heb zo lang mijn willen laten afhangen van wat ik vond dat moest dat die tweed in elkaar zijn vergroed.

De twijfel om deze tekening te maken is een mooi voorbeeld. Ik wil leren tekenen. De weg daar naar toe die ik koos was elke dag een tekening, en ontdekken wat er komt. En toen kwam daar iets bij, dit dagboek. Dat maakte het lastig om een dag over te slaan. Ik wist vanmorgen niet wat ik wilde tekenen. Deze had ik al overgeslagen omdat ik er nog niet klaar voor was, maar ik wilde ook even af van de luchten en de bomen. Mijn moeten zorgde ervoor dat ik hem toch koos. Of was het mijn wil om het te proberen? 

Dit is niet zo’n tekening waarmee ik mezelf verras. Het resultaat is niet “wow, het is zomaar gelukt”. Ik ben daar redelijk mild over, merk ik, en dat is misschien een teken dat het willen belangrijker was dan het moeten.

Ik vind het een mooie opdracht, deze winter: heel goed gaan voelen of mijn onrust, mijn nijging iets te gaan doen, voortkomt uit moeten of uit willen. 

Natschrift:
Het bleef zo mooi weer dat ik ben gaan wandelen. Naar de kerk en dus naar de tuin. Ik maakte foto’s. Ik weet nu hoe het beter kan. Eerlijkheidshalve moet ik zeggen dat ik bij thuiskomst toch nog wat dingen toevoegde zodat het onderin iets minder kaal is.

 

Nog een toegifst:

Ik ben helemaal op de symbolische toer. Ik ben die moestuin. Ik zit te wachten op de tente om weer te gaan bloeien en om later te kunnen oogsten. 
Ik ben bezig met het grote opruimen vanbinnen. Allemaal oude shit die ik weg huil. Ik ga ook stapeltjes maken, en straks wil ik ze ook symbolisch verbranden, die oude pijn. 
Om het compleet te maken is er straks ook nog de vastentijd en een opstanding. Voor die opstanding lijkt me wel wat.

 

Streng zijn voor mezelf

Over de tekening:
Wat was ik boos en ontevreden. De wolken wilden niet zoals ik ze wilde. Het waren van die mooie rollende witte wolken met een grijze onderkant. Ik heb een heel extra papier volgemaakt en stuk wit krijt opgemaakt om uit te proberen. Ik stond zelfs op het punt om verf te gebruiken. Niets lukte. Toen ik de lucht af had en met Nijmegen begon was ik nog steeds zwaar ontevreden en zelf ronduit sacherijnig. Pas toen ik een foto had gemaakt werd ik was milder. Op een foto en met Nijmegen op de voorgrond viel het nog best mee. Heel langzaam krijg ik vrede met deze tekening.

Gek genoeg lukte Nijmegen zelf wonderwel. Ik had geen idee wat ik met doe huizen aanmoest. De foto was niet duidelijk want bijna geen enkele trein heeft nog schone ramen. Ik besloot het heel random te doen en slordig, en dat werkte.

 

Ik ben te streng voor mezelf, nog steeds, als ben ik eindeloos veel milder dan ik vroeger was. De verwachtingen voor deze tekening waren hoog. Ik had mijn eigen regel geschonden en het moest dus wel de moeite waard zijn. Mijn regel is dat ik alleen eigen foto’s gebruik (check, deze maakte ik vanuit de trein), en dat de onderwerpen op loopafstand van mijn huis zijn. Ze moeten weergeven waar ik wandel. Ik heb al eerder een keer Nijmegen getekend, en toen maakte ik een grapje dat ik daar nu naartoe zou mouten wandelen deze zomer. Ik kan best luchtig doen en relativeren, maar ergens in mijn blijft iets knagen. Dat iets wilde ik koest krijgen door iets bijzonders van de tekening te malen.

Op een zelfde manier verg ik nog steeds teveel van mezelf. Ik was zo vreselijk streng voor mezelf dat het heel veel mildere dat ik nu ben, nog steeds te streng is. Laat ik nu eens lief zijn. Ik ben op de goede weg. Zoiets gaat ook niet een een keer, dat moet stapje voor stapje en ik heb al heel erg veel stappen gezet. Ik kom er wel. En deze tekening is goed genoeg.

Vooruitgang

Over de tekening:
Vandaag ging het niet vanzelf, de lucht. Ik moest goed kijken en nadenken. Dat is niet verkeerd. Deze lukt heeft meerder lagen, en meer kleuren. Dat is allemaal informatie die ik moet opzuigen voor later. Ik ben er niet ontevreden over. Mijn luchten beginnen langzaam ergens op te lijken.

 

Ik moet misschien meer stilstaan bij vooruitgang. 

Wat niet zo snel opvalt omdat dingen langzaam terug gekomen zijn, maar wat ik me vandaag besefte.

Ik zit in de trein van Wijchen naar Arnhem en in Arnhem zie ik opeens heel groot “Roermond” staan. Ik denk heel even dat ik in de verkeerde trein zit en besef dan dat dit de informatie is over de overstap mogelijkheden.Dat betekent dat ik achtergrondkennis heb: Er staat soms info over overstapmogelijkheden, de trein naar Roermond vertrekt inderdaad uit Nijmegen (ik weet zelfs welk perron).

Dit soort informatie was ik dus de eerste weken allemaal kwijt. De wereld was vol met ingewikkelde systemen die ik niet snapte. Ik besef nu dat sommige dingen dus gewoon weer automatisch goed gaan, en dat is goed om even bij stil te staan.

En het lukte me vandaag om langzaam te leven, om stil te staan bij de indrukken die ik op doe. Niet alleen bij de grote, mooie, subliem. Dat deed ik al. Ik stond vandaag ook stil bij de kleine onopvallende en besefte hoe vreselijk veel er bij me binnen komt en dat dat allemaal wat met me doet, ook al ben ik er niet van bewust. Vandaag was ik er van bewust en op een of andere manier geeft dat rust. Ze krijgen plek, en blijven niet als zoemende insecten in me rondvliegen tot ik van al die drukte iets moois maak. Nu mogen ze er zijn, ze zijn gezien, ze hebben aandacht gekregen en zijn nu rustig. Ze staan niet te dringen om nog op een of andere manier verwerkt te worden. Wat ik hier natuurlijk stiekem toch doe.  

Het is “beseffen” zonder “me”. Die ging nog niet automatisch goed. Ik zag hem pas bij het teruglezen. Maar dat soort foutjes maakte ik eerder ook wel. Het is mooi dat ik het alsnog zag. Veel spellingsregels zijn gewoon echt compleet weg en moet ik opnieuw inprenten, andere taal dingen zijn er nog wel.