Dit is een lied voor ieder die
de aanwezigheid van een ander mist
voor ieder die
zich al die tijd
niet gekoesterd wist.
Voor ieder die het nog steeds
zonder aanraking moet doen,
geen aai, geen streling,
geen hand op de schouder,
geen arm om je heen,
geen lepeltje liggen,
geen hand vast houden,
geen kneepje,
en al helemaal geen zoen.
Nabijheid is meer dan dat.
Het is de blik die je wisselt,
de loze woorden die je deelt.
Het is de kop thee
of koffie
die je aangereikt krijgt.
Het is elkaar alles zeggen
terwijl je zwijgt.
Het is de vraag
of de verwarming hoger moet.
Het is de nabijheid weten
van iemand die weet wat er speelt.
Het is ondanks alle ellende daarbuiten
naar elkaar kijken
en weten
het is goed.
Dit is een lied voor eenieder
die dit alles
nu aan zichzelf geeft,
eenieder
die alleen overleeft.