Hoe OCS voor mij voelt (en voelde)

Het is het “Heb ik nu wel of niet het gas uitgedaan” gevoel, en toch ook weer niet.

Ik heb een tijd gedacht dat ik autistisch was, maar het bleek OCS te zijn. Obsessieve Compulsieve Stoornis, kortweg Dwang.

En ja, en duh! Iedereen kent dat. Maar niet bij iedereen is het een stoornis. Dat bedoel ik met dat “toch ook weer niet”.

Ik probeer met dit blog een gevoel te beschrijven en ik ben bang dat me dat alleen maar lukt door het vooral ook te hebben over wat het NIET is. Het helpt als je elke keer als je denkt “O dat! Dat ken ik!” er meteen achteraan denkt: “Maar toch ook weer niet”. Dan hoef ik dat niet steeds te typen.

Mijn OCS hoofd is doorlopend bezig met het bijhouden van van alles. Allemaal kleine dwanggedachten die me niet eens zo verschrikkelijk belemmeren. Zo móet ik bij het dichtdoen van mijn buitendeur de sleutels in mijn hand voelen. Het werkt niet als ik zeker weet dat ik die sleutels een moment daarvoor nog in mijn zak of tas deed, ik moet ze voelen. Dat soort spul.

Dat is dwang. Want het móet. Want anders . . .

En dat is precies wat ik in dit blog probeer te beschrijven. Wat dat is dat anders . . .

Het is ongrijpbaar. Het is niet een gedachte die je met cognitieve therapie kunt wegdenken. Het ijkt op een extra zintuig, zoals je evenwichtsorgaan weet of je rechtop staat. Het is een wetenschap, een gevoel, een iets dat altijd aanwezig is. Ik kan het met wisselend succes negeren, maar het gaat nooit weg. Zoals ook mijn Tinnitus (oorsuizen) nooit weg is, zelfs niet op de momenten dat ik er geen last van heb en het niet opmerk.

Er is een spel, en dat heet “The game”. Het doel van het spel is om niet aan het spel te denken. Dat spel kun je alleen maar winnen als je je niet realiseert dat je gewonnen hebt. Zoiets. Een soort Schrödinger kat. 

(Ja precies: en toch ook weer niet)

Dit gevoel is de basis voor al mijn kleine dwanghandelingen en gedachten. Die zijn zo erg niet. Erger is dat dit gevoel de basis is van het ontbreken van mijn eigenwaarde.

Dit gevoel zegt dat ik er niet mag zijn, dat ik hooguit, onder voorwaarden geduld word.

Ik ben jarenlang bezig geweest die voorwaarden uit te puzzelen. Hele lijsten maakte ik aan, en er bleken steeds nieuwe bij te komen.

Stukje bij beetje leerde ik mezelf te accepteren, te waarderen en zelfs lief te hebben. Ik werd steeds beter in het negeren van dat gevoel. Ik kon het bij tijden zelf helemaal vergeten. Maar het was nooit weg. Er hoefde maar een gebeurtenis iets te triggeren en pats! “Remember the game You just lost it!”

“Je was het even vergeten, maar hier is het weer. Je mag er eigenlijk niet zijn.”

Of

“Je doet het goed! Je bent veilig, maar houd het vol want als je aandacht verslapt, wordt je kaartje voor deze wereld ongeldig verklaard.”

Sinds deze zomer, vanaf het moment dat ik uit de narcose kwam van mijn geslachtsbevestigende operatie is het weg! Er is geen game meer! Ik speel het spel niet langer en ik kan niet meer verliezen. Het “anders ….” is weg. Er is geen anders. Ik mag er zijn, zelfs als ik me als ik me aan geen enkele voorwaarde van al mijn lijstjes houd.

Ik heb nog kleine dwanggedachten, ik houd nog steeds mijn voordeursleutel in mijn hand, maar ik ben in de wereld, en niemand krijgt me meer weg.

Dit betekent niet dat ik nooit meer ongelukkig zal zijn. Ik baal op dit moment behoorlijk van het feit dat mijn operatie niet helemaal goed is gegaan en ik terug moet voor een hersteloperatie en dat ik intussen permanent pijn/last voel. Dat knaagt behoorlijk aan mijn geluksgevoel. Maar het is zo verschrikkelijk onbetekenend in verhouding met mijn zijn.

Ik ben. Ik kan alles aan. Ik durf alles te voelen en in alles te zijn.

Het voelt zoo krachtig!

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.