Ik lees met de leesclub van de kerk het boek “De stille stem, Niet-weten als levenshouding”.
Veel herkenning. Ik heb iets met geloof en/of spiritualiteit. Maar zodra mesen het vast willen leggen en duiden, word ik onrustig.
Ik vind het mooi om te praten over wat ik geloof en wat ik voel, maar ik heb het nodig dat mensen weten en snappen dat wat ik daar over zeg alleen maar kan schampen aan hoe het is. Het is niet goed in woorden te vaten.
Maar het is wel mooi om er met woorden omheen te dansen. Zolang we maar weten dat wat ik zeg bij jou misschien iets anders betekent. Het roept sowieso bij jou iets anders op. En met die wetenschap ik het achterhoofd is het mooi om elkaars woorden te proeven.
Het hoofdstuk van vandaag ging over de Quakers. Dat wil ik graag een keer meemaken: samenzijn in stilte. Juist omdat woorden tekort schieten en kunnen leiden van waar het echt over gaat.
De Quekers gaan er vanuit dat iedereen God/Liefde kan voelen zonder predikant of speler. Het zit al in ons.
En vanuit die stilte kun je opstaan om iets te zeggen. Maar het mooie is dat, ook bij vergaderingen, iedereen goed nadenkt over wat hij/zij/hen zegt.
Is het liefdevol, voegt het iets toe?
Er was een Quaker die er over vertelde.
Uit wat ze vertelde kwam naar voeren hoeveel rust en aandacht er is voor wat gedeeld wordt, voor wat er leeft.
Stel je voor dat onze tweede kamer met die liefde en aandacht en zorgvuldigheid zou vergaderen. Met veel stilte om dingen te laten landen.
En bij vergaderingen te komen tot een beslissing die recht geeft aan iedereen en alles wat leeft.
Ze zeggen dat demografie de beste optie is. Dan denk ik altijd: “tot nu toe”. Want ik zou zo graag een systeem zien waarin de minderheid, de zwakken ook mee worden genomen in de beslissing.