loslaten

Over de tekening:
Een tijdje terug sprak ik met Fenna, mijn dochter,  af in Nijmegen. Het was nog zo war, dat we buiten op een terras konden zitten. We liepen samen nog even voor de stap voor we naar huis gingen. En daar maakte ik de foto voor deze tekening. In hete echt geeft de lage zon een veel mooiere glans op de kerk en de stat. Ik kan zo tafereel helemaal niet tekenen, en toch wilde ik het, vanwege de sfeer. Er klopt van alles niet, en dat vind ik gek genoeg niet erg. Ik vind hem leuk. Soms lukt het me verrassend goed om mijn innerlijke criticus los te laten. 

Er is iets waar ik graag een woord voor wil hebben. Het gaat over mijn onrustige gevoel. Ik ben ooit gediancnistiseerd met een dwanstoornis. Menno Oosterhof noemt het in zijn boek “Vals Alarm” als jeuk. Iets dat je móet grappen. En misschien is dat wel een goed woordt.

Maar ik weet niet of het wel dwang is, wat ik voel.

 

Het is in ieder geval een onderdeel van mijn verdedigings mechanisme. Ik was als kind permanent bang. Bang om ‘ door de mand te vallen’. Bang dat ze zouden ontdekken dat er van alles met me mis is, want ik snapte de wereld niet, en maakt steeds fouten. Dat heeft me waakzaam gemaakt. De waker laat me niet rusten, de waker wil dat ik alert ben, op mijn hoede. 

 

Steeds vaker kan ik die hoed los laten. Dan kan ik voelen dat “het goed is”. Dat gevoel brengt steevast een huilbui naar boven. Op die momenten kan ik het kind in mij geruststellen: “Het is goed, je mag ontspannen.”

Mijn coping mechanisme is dat ik dat gevoel moet verdienen. Met een ‘gelukte’ tekening, of met een mooi verhaal dat ik maak of vertel, of met een kind dat ik help tijdens pleinwacht. 

 

De paradox is dat “het is goed” komt als ik alles los laat en het juist niet wil verdienen. Dat betekent trouwens niet dat ik geen mooie tekeningen meer mag maken of geen verhalen meer kan maken of vertellen, en geen kinderen meer moet helpen, het betekent dat die dingen geen voorwaarde meer zijn voor mijn geluk. Mijn geluk is er als ik dat los kan laten. De prijs is dat ik naast vrede en liefde, ook een tomeloos verdriet voel.