Hartritme stoornis

Over de tekening:
Mijn strenge ik vond dat ik deze niet mocht doen omdat ik op oudjaarsdag al een bomen reflectie in water had gedaan. Ik luister niet zo vaak meer naar mijn strenge stem, dus hier is ie. De foto was zo veel mooier! Echt heel bijzonder als die kleuren en die rimpels, vooral als je inzoomt. Maar dan had ik ál die golfjes één voor één moeten tekenen. Dat is behalve niet te doen ook niet mijn steil. Ik liet mijn hand weer kiezen en ik vind dat het goed uitpakte.  

Ik had ook weinig tijd. Ik heb vandaag mijn “elektro cardioversie” gehad. Een stroomstootje om mijn hart weer in ritme te laten kloppen. Het is gelukt. Maar dat was het de vorige keer ook en toen duurde dat naar drie dagen. Ik hoop heel erg dat het nu langer goed blijft gaan.
Ik voel me onrustig als mijn hart hartkloppingen doet. Het is net alsof ik zenuwachtig ben. Soms krijg ik zelfs de nijging om te zoeken waar ik zo zenuwachtig voor ben. Vroeger waren er redenen zat, dus het is een heel vertrouwd gevoel. Nu moet ik mezelf steeds geruststellen dat er niks is, alleen mijn hart dat wat raar klopt. Het zou fijn zijn als ik dat vals alarm kwijt ben. We gaan het zien. Ik ben moe, ik moest zeer vroeg op, en het was best een enerverende dag, ook al ben ik even lekker weg geweest met een “roosje”. Ik werd lekker groggy wakker, relaxed, een beetje high zelfs. Dat is nu weg, ik ben nu gewoon saai moe. Ik ga naar bed.

Ik weet dat ik beloofd heb geen plannen te maken en vroeg naar bed was gewoon een goed plan. Maar ik bleef wakker en maakte een gedicht. Soms vind ik moe zijn gewoon lastig.

 

Ik had het zo mooi bedacht,

ik zou alleen maar zijn.

Want daarin zit toch al mijn kracht?

 

Maar scheppingsonrust houdt mij tegen.

Hoofd en hand willen bakens slaan

om niet weg te drijven

in de zee van alleen maar zijn.

Ik heb mijn talent toch niet voor niets gekregen?

 

De onrust die zich eerst nog

door mijn lijf heeft laten bezweren

wil zonder teugels ,zonder zadel,

desnoods de overprikkeling in galopperen.

 

Mijn hart houdt zich vast

en kijkt me vragend aan:

“wat ik in godesnaam nog moet bewijzen?”

En ik antwoord: “Mijn bestaan!”