Autisme en ontwaskeren

Laat ik beginnen met zeggen dat ik maskeren geen fijn woord vind. Dan lijkt het net alsof ik mijn hele leven een toneelspel speelde. Ik schreef niet voor niets een gedicht met met daarin deze herhaling:

“Je was jezelf al, al die tijd.
Je was jezelf nooit kwijt.”

Ik heb wel mijn hele leven mijn best gedaan om het neurotische spel meet te spelen, om niet te veel op te vallen, om te doen wat van me verwacht werd.

Ik werd heel erg goed in het analyseren van dat spel. Ik heb ooit het brutale lef gehad om sociale vaardigheidstrainen te geven.  

En nu ben ik er aan te om dat allemaal niet meer te hoven. Nu kan ik mezelf zijn. Het probleem is dat ik niet weet wie die zelf is.

En toen bedacht ik dat het helemaal niet uit maakt wie ik ben. Ik hoef mezelf niet te zoeken. Ik hoef niet nóg een verhaal waarnaar ik kan leven. 

Ik hoef zelfs niet eens actief te ontmaskeren. Alle systemen die ik geïnstalleerd heb om mezelf social acceptabel te maken, mogen gewoon op de achtergond blijven werken. Het verschil is dat ik nu kan zeggen “Maar nu even niet!” Dat is een heel prettige overeenkomst.

Het is verrassend hoe weinig ik nog hoef. Ik mag uit gaan op mijn rechtvaardigheidsgevoel dat altijd goed gewerkt heeft, maar waar ik nooit goed naar kon handelen omdat ik daarmee al snel in conflict kwam met anderen. Nu ben ik niet meer zo bang voor die conflicten.

En ik mag uit gaan op mijn gevoel.  Soms kom ik daar niet goed bij, en dat is geen probleem, dan mogen mijn oude systemen het gewoon even overnemen. Ik zei het al, het is best een harmonische regeling die ik heb gemaakt.