Waarom de spirituelen dogmatischers zijn dan de kerk

Dat is natuurlijk een prikkelende kop en dus heel erg ongenuanceerd. 

Het is MIJN ervaring en niet DE waarheid wat ik hier over schrijf.

In de tijd dat ik op zoek was naar de zin van het leven en naar mezelf, zag ik de kerk als ouderwets en vooral als heel dogmatisch. (Veel kerken zijn dat ook nog, trouwens). Dus ik zocht mij heil (en dat kun je bijna letterlijk nemen), in de New-Age, die op dat moment, laren tachtig, modieus werd.  Ik noemde mezelf spirituele en niet gelovig.

Maar langzamerhand kreeg ik steeds vaker en steeds meer kriebels van de spirituelen. Velen van hen wisten en naar mijn gevoel maar al toe goed hou alles precies zat. 

Begin deze eeuw zocht ik daarom een kerk. Die spirituelen haalden zo’n beetje alles uit het oogsten en het leek me bizar dat we hier in het westen niet ook eeuwenoude wijsheden hadden. Ik ging naar een vrijzinnige kerk, en vond veel moois. Later verwaterde dat omdat ik een druk leven had, en ook omdat ik online steeds meer mensen vond met wie ik van alles kon delen.

Vorig jaar was het weer tijd om de kerk te bezoeken. Er staat er een tegenover mijn huis. Tot mijn vreugde was dat een vrijzinnige kerk. De preken zijn altijd verruimend, en de lees en praatgroepen verbindend en zoekend. Geen spoortje dogma.

Gek genoeg vallen nu veel kwartjes van dingen die me al heel erg lang bezig houden. En misschien heb ik daar een uitleg voor.

Ik leerde dat ik autistisch ben en ze zeggen dat autisten dingen letterlijk nemen. Ik dacht dat dat niet van toepassing was op mij omdat ik heel erg talig ben en heel goed weet wat beeldspraak is. Als er IETS niet letterlijk is, is het beeldspraak. Dus!

Maar ik ontdek nu dat ik veel dingen wel letterlijk neem, of beter gezochte heel serieus. Dát is wat tegen me werkte bij die spiritualiteit. Niet alleen waren daar veel goeroes die heel graag heel serieus genomen wilden worden, ik deed het ook zelf. De boeken die ik verslond, nam ik veel te letterlijk. Ik vond mezelf stom als ik die spirituele dingen niet ook zo kon voelen.

En dat nu, is precies de verademing met de boeken die ik via de leesclub van de kerk lees. Ook de bijbel lees ik nu, en daar vind ik veel moois. De verademing voor mij is dat ik de bijbel nooit letterlijk kan nemen. Gelukkig ben ik lid van een geloofsgemeenschap die dat ook niet van me vraagt. En juist omdat ik er vanuit ga dat ik niks letterlijk hoef te nemen valt er veel meer te ontdekken. Een tekst heeft zo veel meer dan de letterlijke boodschap.

Een van de boeken die we nu lezen is “De stille stem”, met als ondertitel “Niet weten als levenshouding.” Door een interview met Beatrice de Graaf bij Buitenhof, stuitte ik op de oude kerkvader Augustinus, en via hem lees ik stukken uit de bijbel.

Ik lees niet met de intentie er levenslessen uit te halen. Ik lees met verwondering. Ik ervaar dat alle gedachten die ik erbij krijg, gedachten zijn dien ik ook weer los kan laten. De teksten die ik nu lees komen dieper binnen en maken van alles los. Het verschil is dat ze los blijven. Ze worden niet omgevormd tot meer vastere principes. Dat hoeft ook niet want het our principe is het hart.  

Paul McCartney zong:

“We don’t need anybody else to tell us what is real
Inside each one of us is love, and we know how it feels.”

In de kerk wordt gesproken over de heilige geest. Voor mij gaat dat over in contact zijn met die liefde in jezelf. En nu snap ik waarom Pinksteren iets is om te vieren. De leermeester is weg, maar hij heeft gezocht dat het nu tijd is om te vertrouwen op de weidsheid in je eigen hart.

Nog even een fragment uit die tijd dat ik boeken las over jezelf zoeken. Een tekst die ik al heel lang ken en die nu een diepere lading krijgt.

“Hou de richtlijn
uit Stat van Aken

Er is een tijd waarop een leermester
zijn leerlingen niet meer voorgaat maar volgt.
Hij wijst hen niet langer de weg
want ze hebben zelf een kompas in zich”