Willen of moeten

Over de tekening:

De Moestuin bij de Ouder Kerk van Oosterbeek. Het is een pluktuin, met een abonnement mag je daar je groenten plukken.  Hij zit op mijn meest gewandelde roet, naar de kerk en terug en steeds sta ik hier even stil om hem te bewonderen. Zelfs ontmanteld is hij mooi.
De tekening is onevenwichtig. Boven en onder passen niet bij elkaar. Maar deze stond al een tijdje op mijn verlanglijst om te tekenen. Wamt hij is mooi symbolisch: er is zijn donkere wolken maar er is ook blauwe lucht. En de moestuin is leeg, opgeruimd en licht te wachten tot alles weer kan bloeien in de lente en vrucht kan geven in de zomer en herfst.
Ik durfde hem steeds niet te tekenen omdat ik niet wist wat ik met die kale grond en de stapels moest. Dat weet ik dus nog steeds niet. Ik kom daar wel een keer achter, ik wilde daar niet op wachten om dit beeld toch vast te leggen.

Vandaag probeerde ik het verschil te voelen tussen de spanning om iets te moeten en de spanneming om iets te willen. Voor mij lijken ze op elkaar, en dat is niet zo gek. Ik heb zo lang mijn willen laten afhangen van wat ik vond dat moest dat die tweed in elkaar zijn vergroed.

De twijfel om deze tekening te maken is een mooi voorbeeld. Ik wil leren tekenen. De weg daar naar toe die ik koos was elke dag een tekening, en ontdekken wat er komt. En toen kwam daar iets bij, dit dagboek. Dat maakte het lastig om een dag over te slaan. Ik wist vanmorgen niet wat ik wilde tekenen. Deze had ik al overgeslagen omdat ik er nog niet klaar voor was, maar ik wilde ook even af van de luchten en de bomen. Mijn moeten zorgde ervoor dat ik hem toch koos. Of was het mijn wil om het te proberen? 

Dit is niet zo’n tekening waarmee ik mezelf verras. Het resultaat is niet “wow, het is zomaar gelukt”. Ik ben daar redelijk mild over, merk ik, en dat is misschien een teken dat het willen belangrijker was dan het moeten.

Ik vind het een mooie opdracht, deze winter: heel goed gaan voelen of mijn onrust, mijn nijging iets te gaan doen, voortkomt uit moeten of uit willen. 

Natschrift:
Het bleef zo mooi weer dat ik ben gaan wandelen. Naar de kerk en dus naar de tuin. Ik maakte foto’s. Ik weet nu hoe het beter kan. Eerlijkheidshalve moet ik zeggen dat ik bij thuiskomst toch nog wat dingen toevoegde zodat het onderin iets minder kaal is.

 

Nog een toegifst:

Ik ben helemaal op de symbolische toer. Ik ben die moestuin. Ik zit te wachten op de tente om weer te gaan bloeien en om later te kunnen oogsten. 
Ik ben bezig met het grote opruimen vanbinnen. Allemaal oude shit die ik weg huil. Ik ga ook stapeltjes maken, en straks wil ik ze ook symbolisch verbranden, die oude pijn. 
Om het compleet te maken is er straks ook nog de vastentijd en een opstanding. Voor die opstanding lijkt me wel wat.