Rust.
Na een forse burn-out een paar jaar geleden, kreeg ik vorig jaar een herseninfarct. Ik was alle visuele info over cijfers en letters kwijt. Ik moest opnieuw leren lezen (en rekenen, maar dat doe ik wel als ik klaar ben met lezen). NAH. Afgekeurd.
En dat geeft rust. Ik hoef niet meer koortsachtig na te denken hoe ik mijn geld ga verdienen met iets dat bij me past (of op zijn minst iets dat ik volhoud).
Begin deze maand stopte ik ook met Twitter en Facebook. Nog meer rust.
En ik liet een droom los. Nóg meer rust.
De droom was dat ik nog best verteller kon zijn. Dat laat ik nu los. Ik vertel heel graag, maar ik ga niet actief meer zoeken naar plekken waar ik dat kan doen. Als het op mijn pad komt, fijn! Maar ik zoek het niet meer op.
Natuurlijk wil ik nuttig zijn, er toe doen. Ik ben pleinwacht. Dat vind ik erg nuttig. Volgend jaar kom daar een boek over omdat ik denk (weet) dat mensen blij worden van mijn pleinwacht verhalen.
Ik teken, en ik schrijf. Of dat ooit ergens toe gaat leiden laat ik ook los.
En ik heb een YouTube kanaal. Ik ga daar een serie maken over dingen die ik mooi vind, die me raken, waar ik blij van wordt. Compleet prentmieloos.
Dat is een verademing: mezelf niet meer hoeven verkopen. Alleen maar doen waar ik zelf blij van wordt en me nooit meer afvragen of anderen het wel mooi vinden.
Het voelde eerst freselijk leeg, al die rust. Maar het gaat nu stromen en dat voelt heel erg goed.
Ik maak mijn huis mooi.
Ik kocht bloemen voor de bak op mijn balkon en werd zó blij van de sfeer van de bloemenwinkel!
“Dat wil ik ook!” dacht ik. Ik had nooit bloemen uit angst ze te vermoorden. Maar ik kan ook een poes verzorgen dus waarom niet bloemen.
Ik woord ook blij van boekenwinkels, dus ik besloot ook mijn boeken meer ruimte te geven. Ik kocht twee extra kastjes en maakte een plant waarop ik mijn prentenboeken tentoon kon stellen.
Mijn kamer wordt mijn plek, de plek waar ik blij van wordt.