Ik bracht mijn dochter vandaag naar haar rTMS behandeling. Dat is magnetische stimulering van de hersenen om bepaalde gebieden te activeren (depressie) of juist de doven (OCD). Mijn dochter krijgt deze twee allebei.
Deze behandeling is er als je niet meer zelf op een bewuste manier, je onbewuste kunt trainen/ aansturen. En mijn dochter heeft een hele grote autistic meltdown. Dit is wat ze nog moet doen, wil ze verder met het einde-levens traject. En ze doet het. Zo dapper, want ik zie dat het pijn doet en dat ze het amper volhoudt.
Ik durf beide niet te hopen dat dit het tij nog gaat keren, maar ik wil die hoop ook niet weggooien. Het is een wankel evenwicht tussen hoop en accepteren.
Ik was blij dat ik iets kon doen. Haar moeder doet zo vreselijk veel, die brengt haar elke dag en nu ga ik ook een keer per week. Dat is heel weinig, maar het is iets.
Ik kom mezelf heel hart tegen. Ik wil meer doen, maar ik merk nu pas hoe pepert ik ben. Ik kom mijn eigen OCD/Autsime tegen. Ik ga n.l. Ook een paar dagen achter elkaar de zorg overnemen, en daar zie ik tegen op. Ik heb al 5 jaar niet meer ergens anders geslapen dan in mijn eigen bed. Ik heb inmiddels van alles nodig voor een nacht, en ik slaap slecht. Ik schreef dit nu om half één, terwijl ik normaal om half elf naar bed ga. Maar als ik een prikkelvolle dag heb gehad heeft het niet veel zin om er vroeg in te gaan liggen. Mijn hoofd blijft dan heel lang op volle toeren bezig.
En hoewel vandaag goed was, wil ik nog niet de lichten uit doen. Het is niet fijn om in het donker te zijn met een hoofd dat alle kanten op gaat. Dat ik nu schrijf is een poging om wat dingen een plek te geven. De wereld in, want het is me nu te zwaar om alleen te dragen.

