Ik schrijf dit op de avond van de persconferentie waar de 1,5 meter losgelaten wordt. Ik kijk niet, nooit gedaan. Poppenkast is het. Maar het is roerig.
Woonprotest, nog steeds zijn de ouders van het toeslagenschandaal niet gecompenseerd, de GGZ en de jeugdzorg niet geregeld, maar intussen krijgen de grootste bedrijven in Nederland een belastingvoordeel.
Het is roerig. Ik word er boos van. Maar ik heb helemaal geen ruimte voor die boosheid.
Ik heb mijn eigen roerigheid. Mijn boek en mijn theater. Het is spannend, het loopt niet helemaal zoals ik wil, maar het is vooral financieel spannend. Ik neem een groot risico. Als ik onvoldoende boeken en theatertickets verkoop gaat het me meer geld kosten dan ik heb. Ik zal dan de komende jaren heel zuinig moeten doen om die klap op te vangen.
Daar komt nog bij dat ik in de clinch lig met de belasting die ook veel geld van me wil, en met mijn WIA aanvraag die steeds uitgesteld wordt omdat er geen keuringsartsen zijn.
Die WIA is ook nog eens krapper dan mijn ziektewet, dus ga er maar aan staan.
Het is veel.
Mijn angst en onrust spelen op. Ik probeer lief voor ze te zijn. Maar ik ben ook bang dat ik de komende twee maanden een voortdurend aanwezige spanning zal voelen. Een deel fijn, maar ook een deel heftig.
Ik schrijf hier om het een beetje los te maken.
En ik voel.
Ik voel de oude delen in me die altijd en overal zo bang waren. Ze mochten niet bang zijn van me, ik had behalve de angst ook nog eens last met mijn strijd tegen de angst en mijn gevecht om vooral gewoon door te gaan. Het helpt dat het er nu allemaal wel mag zijn.
Maar het is veel.