Ik ben in therapie, en het werkt. Ik ben ook erg blij met mijn therapeut. Ik meed therapeuten omdat ik bang was dat ze me normaal wilden maken. Deze vertrouw ik, en ze beschaamt mijn vertrouwen niet. Ik mag mijn eigen excentrieke zelf zijn, ik hoef niet te leren dealen met het onrecht in de wereld. Ik leer geen cognitieve trucks om wat krom is goed te praten. Ik mag mijn pijn ervaren van mijn botsingen met de wereld.
En precies daar zit mijn sleutel, in het ervaren van die pijn, het doorleven van de pijn nu en van alle oude pijn die ik nooit eerder voelde, omdat het te groot was. Bij haar is er de veiligheid om het wel te voelen, niet erover praten, maar het voelen. Ze doet dat door te benoemen als ze ziet dat ik er voor vlucht. Dat is iets wat ik heel makkelijk doe, zonder dat ik dat zelf door heb.
Ik voel verschil. Ik leer ze los koppelen, mijn boosheid en mijn angst over de wereld, en de oude boosheid en angst die er door getriggerd worden. Ik wil nog steeds de wereld veranderen, maar dat is niet langer de voorwaarde voor mij om er te mogen zijn. Die voorwaarde was tweeledig: Ik was er van overtuigd dat ik er alleen maar ten volle kon zijn als mijn omgeving daar veilig genoeg voor was, én ik had alleen bestaansrecht als ik er voor zorgde dat die omgeving voor iedereen een veilige plek was.
Die voorwaarde koppel ik langzaam los. Ik kan steeds meer mezelf zijn, ook in woelige wateren, en ik hoef niet de wereld te redden om mijn bestaan op te eisen.
Ik leer leven met die imperfectie, ik leer het verdriet en de pijn door me heen te laten gaan als onderdeel van wie ik ben. Het is de schaduwkant van de manier waarop ik ook al het schitterende in de wereld beleef. Ik hoef geen verhalen meer te maken in mijn hoofd om alles te laten kloppen. Mijn hart mag kloppen, en dat is genoeg.
Ik blijf verhalen maken en delen, maar ze zijn geen overlevingsmechanisme meer. Ik leef, hoe dan ook, nu met alles wat er in mij trilt. Dat is veel, erg veel, en daar ben ik soms helemaal stuk van, en dat mag ook.
Ik ben niet meer bang voor mijn angst en ik voel geen pijn meer over mijn pijn. Die dubbele laag was er om ze niet echt te hoeven voelen. Echt voelen is heviger (en hoe!), maar het zet me niet langer vast.