Ik ben boos. Ik ben onredelijk boos, en daar heb ik dan weer last van. Ik wil dat mijn boosheid gerechtvaardigd is, of op zijn minst therapeutisch, verwerkend, helend.
Maar nee, ik ben boos op mijn cochleair implantaten. Wat een fuckwoord om te schrijven, trouwens, als je boos bent. Ik vervloek ze elke dag omdat ik ze niet onder mijn steeds langere krullen krijg. Bij elke beweging vallen de magneetjes van mijn hoofd, en verstrikken de apparaten zich met hun snoertjes in mijn haren. Ik scheld ze verrot, elke dag weer. En ik ben boos op het pizzadeeg dat aan het aanrecht plakt (ik had een restje van gisteren en wilde even snel iets maken). Ik ben boos op de geitenkaas die ik wel kocht, maar die nergens meer te vinden is.
Ik wil smijten met dingen, maar mijn implantaten zijn te duur, pizzadeeg is te slap om impact te maken, en de geitenkaas is er niet.
En omdat ik me geen raad weet, schrijf ik er een blog over.
Maar dat helpt geen moer.