voelen

Mijn voelen staat aan of uit.

Aan is
o stortvloed van flarden
flarden herinneringen
flarden gevoel
flarden herinneringen aan herinneringen
flarden gevoel bij gevoel
en alles tegelijk
de vreugde
de pijn
de weemoed over de vreugde 
de pijn over de pijn.
Alles heeft te maken
met alles.

En uit leek ooit zo veilig.

diep zelfonderzoek (pun intended)

In februari had ik al het vermoeden dat mijn operatie uitgesteld zou worden, maar ik bleef hopen. Ik wilde niet al bij voorbaat rekening houden met het ergste. Aan het begin van de Lockdown, die samenviel met mijn operatie die inderdaad niet doorging vermoedde ik al dat het nog wel twee jaar zou kunnen duren. En ook toen waren er mensen die dachten dat het niet zo’n vaart zou lopen.

En nu heb ik een nieuw voorgevoel. Die operatie gaat er helemaal niet meer komen. Zelfs als de reguliere zorg langzaam opgeschaald gaat worden wordt mijn vaginaplastiek bestempeld als cosmetisch. En áls het dan eindelijk weer allemaal draait willen ze mij niet meer als patiënt. Ik ben met mijn 58 jaar (and counting) een risicogroep. En mocht dat virus ooit helemaal weg zijn is er in de zorg zoveel bezuinigd dat het niet meer onder de basiszorg valt.

Somber? Donker? 

Ik hoop vreselijk dat ik ongelijk heb. Maar ik ben me nu wel aan het af vragen wat het voor mij betekent. Ik heb altijd gezegd dat die operatie mij niet tot vrouw maakt. Maar ik heb er wel vreselijk naar uitgekeken. Een moment om heel te worden. Een moment om mijn lichaam te voelen zoals het moet zijn. En heel misschien ooit een mogelijkheid om seks te beleven zoals het goed voelt.

Kan ik zonder dat? 

Ja is een te makkelijk antwoord. Ik doe het al mijn hele leven zonder. En ik overleef het wel. Maar de afgelopen drie jaar heeft wel steeds dat moment mij voor ogen gestaan. Ik kon het verlangen ernaar uitstellen, heel erg lang uitstellen zelfs.

Maar dit voelt anders. Dit voelt alsof ik mezelf diep mag bevragen op wie ik ben als die vagina er nooit gaat komen. Het was in mijn hoofd al een stuk van mezelf geworden. 

Ga alsjeblieft niet zeggen dat ik geen voorschot moet gaan nemen op dingen die nog lang niet zeker zijn. Als ik niet nu al deze mogelijkheid onder ogen zie weet ik niet of ik het moment overleef dat ik te horen krijg dat het niet door kan gaan.

Ik ben al een tijdje bezig met mezelf overeind te houden. Deze mag er nu bij.

En natuurlijk wordt het antwoord uiteindelijk ja. Het komt goed met mij, zelfs als de operatie nooit door gaat. Maar ik weet intussen dat een antwoord dat ik in mijn hoofd al weet, ook nog gevoeld moet worden. En dat betekent dwars door de pijn heen.

 

En dan, dit gezegd hebbende. Dit stukje als voorproef alvast een klein beetje doorleefd te hebben, omdat ik dit niet rauw op mijn dak wil, dan ga ik bij deze uit van het hoopvolle. Ik ga er van uit dat die vagina van mij er komt, against all odds. Dat is hoe ik in het leven wil staan, in tegen- én voorspoed.

en opstaan

Ik wilde zó verschrikkelijk graag dat er iemand mijn flat inliep en naast me op de bank ging zitten, zachtjes tegen me aan, een hand op mijn been, zonder iets te zeggen.

Zo graag dat toen ik dat zelf wilde doen ik mezelf af wees. Ik had dat nog niet door. Ik deed zorgzame dingen voor mezelf, maakte een lekkere salade, lakte mijn nagels, fietste naar Arnhem om een boek op te halen, bestelde een zomerhoed. Maar het kwam allemaal niet aan. Al drie dagen niet.

The Feet, mechanical, go round –
A Wooden way
Of Ground, or Air, or Ought –
Regardless grown,
A Quartz contentment, like a stone –

(Emmily Dickinson)

Ik voelde mezelf verharden.

En net opeens, zei ik tegen mezelf dat ik het goed deed, dat ik dapper was, dat het helemaal voorstelbaar was dat ik mijn eigen hulp even afwees, dat ik boos was, dat ik het even allemaal niet meer kon trekken. Dat dat allemaal heel erg oké was. Dat kwam aan. Ik doe het goed en ja, ik ben heel erg dapper dat ik mezelf overeind houd.

Alsof er een deur in me open gaat, en ik mezelf binnen laat.

 

zie ook: hierhier en hier

 

Pain

After great pain, a formal feeling comes –
The Nerves sit ceremonious, like tombs –
The stiff Heart questions “was it He, that bore,
And “Yesterday, or Centuries before”?

The Feet, mechanical, go round –
A Wooden way
Of Ground, or Air, or Ought –
Regardless grown,
A Quartz contentment, like a stone –

This is the Hour of Lead –
Remembered, if outlived,
As Freezing persons, recollect the snow –
First – Chill – then stupor – then the letting go –

Emily Dickinson

vallen

Ik struikelde op weg naar school, en ik viel, op een gravelpaadje, op mijn knieën. Dag mooie benen.

Ik viel gisteren ook al, van zo’n opstapje over prikkeldraad in de weilanden, op mijn achterhoofd nog wel. En vorige week ging ik ook vol onderuit bij een wandeling.

In de tweeënhalf jaar dat ik hier woon heb ik al ruim vijfhonderd kilometer gewandeld, en ik ben nog nooit gevallen. En nu drie keer in één week.

Wat wil het universum mij zeggen? Toch niet zo’n banale dat ik ook altijd weer opsta? Misschien juist wel andersom, misschien moet ik even blijven liggen. 

Ik ben naar huis gegaan, er waren genoeg mensen op school om te helpen. Er was iemand van de KLM pool, die vallen nu op allerlei plekken in, mooi wel.

Het liefst wil ik nu een kusje op die knie, en dan pas weer opstaan. Maar dat schreef ik gisteren eigenlijk ook al.

Ik weet het al wel, die boodschap. In de afgelopen jaren heb ik tijdens het wandelen wel vaker een bijna val gemaakt. Dan wist ik me net op tijd te herstellen. Pfoeh! Dacht ik dan, fijn dat ik zo alert ben, ik had lelijk kunnen vallen.

De banale boodschap is dat ik te aangeslagen ben om alert te zijn. De dieper liggende boodschap is dat ik in mijn leven te vaak net niet ben gevallen. Ik redde mezelf op tijd. Niemand die het door had. Daarmee heb ik mezelf beroofd veel kusjes op knieën, en van de nodige hersteltijd. Ik vond het vroeger niet voor niets al zo’n mooie titel, die van een bundel korte verhalen van Toon Tellegen: “Bijna iedereen kon omvallen.”

Ik kan het nu eindelijk ook.

En ik kan mezelf ook troosten. Ik kocht een zomerhoed.

Het nu

Het liefst schrijf ik hier natuurlijk hoe goed ik met van alles om ga.

Maar ik ga heel vaak niet goed om met van alles.

Nu bijvoorbeeld. Ik schreef gisteren een mooi stukje over voor mezelf zorgen. Ik vind het ook knap van mij dat ik dat kan.

Maar ik heb er verschrikkelijk veel verdriet over dat ik de enige ben die dat altijd doet. Ik heb zo vreselijk veel behoefte aan iemand bij me, iemand die van me houdt, iemand die al die lieve dingen voor me doet. Dat hoeft helemaal niet altijd. Af en toe is al fijn. Maar nu is het nooit. En dat nooit drukt zwaar op me, het scheurt me uit elkaar.

Ik zit nu al de hele dag te huilen.

Het gaat straks wel weer. Dan doe ik iets liefs voor mezelf, ik leid mezelf af met een mooi boek, of door verder te gaan met mijn ik-leer-mezelf- JAVAscript project, en ik ga wandelen. Op andere dagen ben ik op school en pas ik op de kinderen van ouders met onmisbare beroepen. Dat vraagt veel energie. 

En als ik dan moe thuis kom, van wandeling of van school, dan kruip ik in de hoek van de bank, en dan aai ik mezelf en spreek lieve woordjes.

Maar god wat mis ik een arm om me heen, de nabijheid, een lieve blik, een kop koffie die ik aangereikt krijg, een aai over mijn hoofd, een hand op mijn been.

En god wat doet het pijn.

En nee, dit is geen Corona verdriet (of misschien ook wel). Ik mis dit al jaren. Het viel alleen minder op omdat ik elke week wel een paar contacten had die me even opfleurden. Vandaag zou ik mijn nagels laten doen, ook altijd een moment van zelfzorg door iemand anders. Maar nu, zonder al die kleine momenten waardoor ik weer even verder kan, moet ik alles uit mezelf halen, en dat is zo verrekte zwaar.

 

 

Naschrift:

Er bekruipt me een akelig vermoeden. Ik schreef gisteren over mijn verzorgde, de ik die liefde kon ontvangen, en dat ik die pas langzaam aan leer kennen. Ik ben heel erg bang dat dat stuk in mij ook afwezig is geweest in mijn vriendschappen. Misschien is dat waarom ik nu niemand om me heen heb die dit voor mij kan doen, omdat ik nooit iemand heb toegelaten om dat te doen.

zelfzorg

Ik zorgde goed voor mezelf, dacht ik. Ik leerde mijn grenzen bewaken, ‘nee’ zeggen, lieve dingen voor mezelf doen, mezelf iets gunnen.

Maar ik deed het allemaal maar half.

Want om voor jezelf te zorgen heb je twee zelven nodig. De zorger en de verzorgde. Dat zorgen, dat kon ik intussen wel, maar de verzorgde leer ik nu pas kennen.

Steeds vaker ben ik in dialoog met mezelf, en vraag ik wat ik wil, wat ik écht wil. En dan kom ik er achter dat ik dat verrassend vaak niet weet. Bij gebrek aan antwoord deed mijn verzorger dan maar wat. Nu wacht ze geduldig, tot ik het wel weet. En het antwoord is vaak net even anders dan verwacht. Zo doe ik nu soms een middagslaapje in plaats van de koelkast afstruinen naar iets waar ik zin in heb. Die koelkast gaat nu dus ook pas open als ik weet wat ik eruit wil halen.

En steeds vaker ontdek ik dat ik gewoon niks wil. “Je mag ook gewoon even zo blijven zitten, uit het raam staren”, zeg ik dan. “Je hoeft niet naar het balkon omdat daar de zon schijnt.” De gedachten die dan komen, laat ik even makkelijk ook weer gaan. Ik hoef al dat moois niet in blogvorm of dichtvorm om te zetten. Het mag er ook gewoon even vluchtig zijn. Ik zeg: “dankjewel” tegen mezelf, geef mezelf een zachte aai en ik voel hoe ik geaaid wordt.

Als dit over is

Als dit over is

en we zien elkaar

dan wil ik je vastpakken.

En ik wil naast je zitten

zonder veel woorden.

Kijk die vlinder

of zie het sneeuwt

of mooi die herfstkleuren.

Meer is niet nodig.

Ik wil je stem horen,

maar vooral

wil ik je bijzijn voelen.

Je verhalen lees ik wel.

 

Zijn

Leuk hoor,

dat Zijn.

Ik snap het wel.

Steeds maar doen 

maakt zo jachterig.

Het leidt af

als je focus 

steeds buiten jezelf ligt.

Maar goed,

nu Ben ik dus,

zonder doen,

in het nu.

Ik voel me

als een open zenuw.

Het is zó veel.

Ik wil zo graag

mijn afleiding terug.

Niet echt natuurlijk 

maar wat dan?