Over Fenna deel 1

Over Fenna deel 1

Een familieverhaal. Zo eentje die vaak verteld wordt, omdat het wel krappig is. Maar pas later zag ik er een veel diepere betekenis in.

We zaten aan tafel. Alle kinderen de middelbare-school leeftijd, of net daaronder. Fenna vroeg “Geef de pindakaas eens aan.”

Iemand anders zei: “Kom op, daar kun je zelf bij.”

Toen zei Fenna 

“Nee, want de pindakaas staat hier . . .”, en ze boog naar voren en raakte de pindakaas aan mehar vingers.

”En ik kom maar tot hier.” Ze ging weer achterover zitten, en stak haar hand uit, die nu niet meer tot de pindakaas kon rijken. 

Dat vonden we grappig, want ze had net die pot al te pakken.

Nu zie ik hoe symbolisch dit is. Haar hele leven heeft Fenna moeten rijken naar dingen. Daarbij ging ze vaak haar grenzen over. Niemand, ook wij las ouders niet, zag dat ze daarbij haar grenzen overging. Ze vroeg wel vaak om hulp, maar als ze dat niet kreeg deed ze het zonder. 

Ze vertelde me: “Ik had het als kind fijn gevonden als ik serieuze werd genomen als ik aangaf dat ik iets niet kon. Ik heb haar gezegd dat het me spijt dat ik dat niet goed genoeg gezien heb. 

Natuurlijk heb ik haar vaak wél ruimte gegeven, maar daar gaat het niet om. Het gebeurde te vaak dat ik haar die ruimte niet gaf, omdat ik niet doorhad hoeveel energie het haar kostte. Ik had beter moeten weten, maar intussen was ik zelf te goed in maskeren om het nog te herkennen. En ze kon er toch bij, bij die pot pindakaas?