gebruiksaanwijzing

Ik heb geen diagnose, geen woord waarmee ik mezelf kan uitleggen. Daarom schrijf ik deze gebruiksaanwijzing.

 

Ik gebruik een aantal keren de term “dat kan ik niet”. Die moet ik uitleggen. Ik kan het wel, maar het kost me teveel, en ik maak mezelf kapot als ik het doe. Dat heb ik proefondervindelijk bewezen met burn-outs en restschade als gevolg, en het is dus niet uit de lucht gegrepen als ik zeg dat ik iets niet kan.

 

Ik heb een sterk rechtvaardigheidsgevoel en kan niet werken in een omgeving die onrecht in stand houdt. Ik ben gegaslight tot en met, maar ik trap er niet meer in, in de lulsmoezen dat als er dan toch onrecht is, dat het goed is dat ik op die plek zit omdat ik het nog wat kan verzachten bijvoorbeeld. Of dat ik blij moet zijn met de kleine dingen die ik wel kan betekenen.  Dat kan ik dus niet. Ik ga eraan kapot.

 

Ik kan mensen goed aanvoelen, maar raak compleet in de war als mensen niet congruent zijn. Hier zit trauma achter van al die keren dat ik dingen benoemde die ik zag en die zo volslagen ontkend werden dat de conclusie was dat ik een beetje raar was en niet in de realiteit stond. Gaslighting to the max.

 

Ik kan niet over kalfjes en koetjes praten. Ik houd dat drie minuten vol maar dan moet er iets gebeuren dat me uit de situatie redt, anders wordt ik gek.

 

Ik kan heel goed grote lijnen zien, maar het probleem is dat het lijnen zijn die niemand anders ziet. Ik zie dingen meestal op nog meer meta niveau dan anderen. Die herkennen niet dat dat niveau bestaat, denken dat ik het niet snap en gaan dan aan mij uitleggen dat ik het hele plaatje moet zien. Mensen denken dus dat ik de grote lijnen niet zie, en dat wordt gevoed door de bijkomstigheid dat ik details ook heel erg gaaf vind. Vooral details die anderen onbelangrijk vinden, maar ik weet dan hoe ze in het nog grotere plaatje passen. Dit maakt samenwerken nogal lastig. En niemand schat me goed in. Daar zit ook trauma achter en dat maakt dat ik strontweigenwijs ben geworden en afhaak als mensen me niet snappen. Ik kan dan zelfs arrogant overkomen.



Ik geniet erg van random onnutige feitjes en ik vind het heerlijk om flarden tekst uit boeken, gedichten en songteksten te declameren. Ik mag dat alleen nooit.

 

Ik kan compleet overprikkeld raken door mijn eigen hersens. Als ik een idee krijg dat gaaf is, verlies ik me erin. Ik kan dan ongeïnteresseerd overkomen, en de dag erna ben ik uitgeteld terwijl het lijkt alsof ik helemaal niks gedaan heb om die uitputting te rechtvaardigen.

 

Ik kan ook helemaal overwhelmed raken door kunst en door natuur. Ook daardoor kan ik overprikkeld raken.

 

Deze liefde voor kunst, teksten en natuur kan door alles getriggerd worden en dan wordt er van alles in mijn hoofd afgespeeld in 3D. Dan zit ik even in mijn eigen interne theater en ben ik onbereikbaar.



Als ik overprikkeld ben kan ik weinig hebben, en heb ik geen energie en ruimte meer om mijn interne criticus te weerstaan. Ik ga dan meestal denken dat ik alles fout heb gedaan en dat ik waardeloos ben.

 

Ik houd van structuur, maar dat heb ik meestal niet door omdat het mijn eigen structuur is en het me pas opvalt als ik die niet kan volgen. Ik heb een hele erge hekel om structuren te volgen die door anderen zijn bedacht en die niet matchen met mijn logica.

 

Ik kan niet lineair denken. Ik kan geen stap voor stap programma’s volgen als ik niet weet waar de stappen heen gaan.

 

Ik kan niet een deeltaak uitvoeren als ik niet zie hoe die in het grote geheel past en als ik niet kan overleggen met alle anderen die bij hetzelfde project betrokken zijn.

 

Ik geef alles of ik geef niks.