Pleinwacht en c0mmunicatie

Vandaag ging er iets niet soepel in de communicatie van een aantal kinderen. De situatie was te hectisch om effectief in te grijpen en het loste zich min of meer op. Min of meer, want er bleef iets ongezien, en er is een grote kans dat dit steeds weer terugkomt, totdat het wel gezien is. Soms is een pauze tekort om iets te duiden. Ik zou vandaag graag de kinderen iets geleerd hebben. Ik kan dat loslaten, want er is  op deze school veel aandacht voor omgaan met elkaar. Daar vertrouw ik op.

Toch heb ik de behoefte om die les te geven. Omdat ik het heel inzichtelijk vind. Daarom doe ik het hier. Als trainer gebruikte ik een communicatiemodel van Ferdinand Cuvelier. Zij Stodn van Axen kent al een kinderversie, maar hij heeft nog een boek geschreven. “Tussen jou en mij”, dat niet meer verkrijgbaar is. Ik ga dat model hier proberen uit te leggen. 

 

Cuvelier beschrijft een communicatiecirkel in zes stappen.

 

Dit zijn de eerste drie stappen:

 

  1. Jezelf laten zien  (Tonen)
  2. De ander aanspreken (Spreken)
  3. Aandacht voor hoe het overkomt (Opletten)

 

De volgende drie zijn het spiegelbeeld van de eerste drie

 

  1. De ander zien (Zien)
  2. Naar de ander luisteren (Luisteren) 
  3. Aandacht voor wat het met je doet (Voelen)

 

Spiegelbeeld betekent dat als de één stap 1 doet, dat de ander dan stap 4 doet.

Bij stap 2 hoort als reactie stap 5 en stap 3 hoort als reactie op stap 6. 

 

Je laat jezelf zien en dat wordt gezien. Dus je voelt je gezien. Jij 1, de ander 4
Je spreekt uit wat je met/van de ander wil en daar wordt naar geluisterd.  Jij 2, de ander 5. 
Dat doet iets met de ander en daar kun je op letten, zodat je kunt zien of wat je wilde zeggen ook zo overgekomen is als je bedoelde. Jij 3, de ander 6.

 

Dan is de ander aan de beurt met zichzelf laten zien en dan is het voor jou de tijd voor stap 4.  En zo verder. 

 

Bij goede communicatie gaat de cirkel minstens één keer helemaal rond. Als een stap overgeslagen wordt, of te weinig aandacht krijgt, stokt de communicatie, of er blijft iets hangen dat op een later moment alsnog de communicatie stoort. 

 

De stappen kunnen in elkaar overlopen. Soms lijkt het niet duidelijk wat het verschil is tussen twee stappen omdat ze tegelijkertijd gezet worden, maar altijd is het merkbaar als een stap te weinig ruimte krijgt.

 

Vandaag werd er gesproken en geluisterd. Dat lijkt mooi, het lijkt compleet. Het is ook waarom het voor mij moeilijk was om uit te leggen wat er mistte. Toch misten er vier van de zeven stappen. En dat is waarom het niet af was, en niet voor iedereen bevredigend. 

 

Wat gebeurde er:

 

Een jongen, ik noem hem Freek, kwam huilend naar me toe. Onenigheid bij voetbal. Het is iets dat in deze groep vaak terugkomt bij het voetballen. Ik liep met hem mee. De anderen waren alweer druk bezig met het partijtje. Ik stopte het, en zij:

“Lieverds, er is iemand verdrietig. Wat kunnen we daar aan doen?”

De anderen stopten het spel. De betrokkenen kwamen erbij. Freek had waarschijnlijk al eerder gezecht, waar hij mee zat want ze wisten meteen waar het over ging. Ze begonnen aan de nog huilende Freek uit te leggen waarom hij het verkeerd zag. Een gewoon meningsverschil over de voetbalregels dus. Ze waren allemaal heel oprecht in hun bezwaren, en ze luisterden naar elkaar. Ik heb geen idee waar het over ging, want ik verstond niet wat ze zeiden. Misschien had Freek iets verkeerd gezien, zo leek het in ieder geval. Hij werd niet genegeerd, hij kreeg alleen maar ongelijk in zijn interpretatie van de regels.

 

Maar laten we een volgens het model kijken wat er gebeurde.

 

Freek begon met zichzelf laten zien door te huilen. Vaak is het naast je non-verbale uiting ook goed om te vertellen hoe je je voelt, maar het huilen van Freek was duidelijk genoeg.

 

De anderen hadden dus als reactie stap 4 moeten doen. Dat hebben ze overgeslagen. Ze zagen het misschien wel, maar ze hebben niet laten zien dat ze het zagen en dat is nou juist de bedoeling van stap 4. 

 

Vervolgens doet Freek stap 2, hij vertelt wat hem dwars zit en de anderen luisteren, emn doen zo stap 5.

 

De anderen doen daarna zelf stap 2, ze komen met tegenargumenten.  En Freek luistert.

 

Ze doen alleen de stappen 2 en 5, over en weer. Maar het komt steeds binnen, het eindigt in een welles nietes, en Freek verliest dat, want het is één tegen veel.

 

Wat nou als de hele cirkel stap voor stap was gedaan?

 

Dan hadden de anderen laten zien dat ze Freeks verdriet zagen, met een woord of met een gebaar. Dan hadden ze naar hem geluisterd én hadden ze ontdekt dat ze zelf ook boos of verdrietig waren, omdat Freek hen in hun ogen onterecht aanspreekt. Voor hen is dat stap 3.

Omdat Freek zich nu wél gezien voelt ziet hij de felheid van de anderen misschien niet als agressie tegen hem, maar kan hij zien dat ze het voorval oprecht op een andere manier hebben gezien. 

Als de anderen stil hadden gestaan bij waar hun onvrede vandaan komt, dus als ze stap 6 hadden gedaan: vullen. Hadden ze kunnen verwoorden waarom ze zo heftig reageren op Freek. Dat was dan de start van de tweede ronde geweest: voor de anderen stap 1, en voor Freek stap 4: de erkenning dat de anderen ook emoties hebben op wat er gebeurd is.

 

Door deze tussenstappen, het erkennen van je eigen emoties, en het zien én erkennen van de ander, wordt er beter naar elkaar inhoudelijke argumenten geluisterd. Dan kan je nog steeds verdrietig zijn met een besluit waar je niet blij mee bent, maar het voelt anders. Het is ook geen bodem meer voor een volgende ruzie. Die is er nu wel, want alles wat niet gezien is blijft borrelen en komt een keer weer omhoog.

Die stappen lopen zoals gezegd allemaal in elkaar over en dat is niet erg als ze allemaal ook maar genoeg ruimte krijgen.

 

 

Naschrift:

Ik liet mijn laatste blijnwachtstuk lezen aan een vriendin die ook het voorwoord gaat schrijven voor mijn boek. Ik koos haar omdat zij volwassenen weer leert spelen. Niet een spelen als middel om daarmee iets te leren, zoals in “serious gaming” wordt gedaan, maar spelen om het spelen zelf. Omdat in spel de verlamming van het presteren verdwijnt. Nou ja, dat kan zijn beter beschrijven, dat is ook waarom zij het voorwoord schrijft.

Het stuk dat ik haar liet lezen ging over wat ik kinderen wilde leren over communicatie. Ik schreef ook hoe mooi het is dat kinderen op het schoolplein al leren om samen te leven. Spel als voorbereiding op het echte leven.

Haar antwoord was verrassend en juist ook niet.

“Lieverd, jouw verhalen zijn zo mooi, juist omdat je laat zien wat kinderen zelf allemaal al kunnen. Het mooie is juist dat jij ze niks leert, maar dat je ze alleen af en toe de steun geeft om het zelf op te lossen.”

En toen besefte ik mijn fout. Ik had het omgedraaid. Spelen als voorbereiding op het ‘echte leven’, terwijl juist dat ‘echte leven’ juist meer op spelen zou moeten lijken. Ik was ook vergeten dat kinderen inderdaad heel goed zijn in het zelf oplossen van hun ruzies. Ik weet nu ook hoe ik dat vergat. Ik zoomde te veel in op één geval en vergat daarmee het grotere plaatje. En dat is weer een mooie les als pleinwacht: als je je te veel richt op wat er niet goed gaat zie je niet meer wat kinderen allemaal goed doen. Mooi dat ze me even terug haalde.