Ik zou een boek willen schrijven over eenzaamheid. Als ik ooit leer hoe ik er mee om moet gaan doe ik dat ook. Ik zie twee soorten eenzaamheid: Verlorenheid en Allenigheid.
Als kind was ik niet alleen, maar wel verloren, nu ben ik niet meer verloren maar wel alleen.
Vakanties waren voor mij als kind de veiligste periodes van het jaar. Geen school, waar ik van alles moest wat ik niet wilde, en waar kinderen waren die mij niet mochten. Ik werd niet veel gepest, maar dat was vooral omdat ik mezelf onzichtbaar maakte. Dat koste energie en een voortdurende waakzaamheid die ik nu nog in mijn lijf kan voelen.
In vakanties kon ik ontspannen. En wat ook belangrijk was: mijn ouders die beiden een drukke baan hadden, waren er voor ons als kinderen. Ook mijn broer was er voor mij in plaats van voor zijn stoere vrienden. We hadden als gezin onze eigen rituelen waarin ik me koesterde.
Maar ook in die vakanties was ik alleen. Ik had geleerd met niemand te delen wat er zich in mijn hoofd afspeelde. Ik kreeg altijd alleen maar onbegrip als ik dat wel deed. Onbegrip is pijnlijker dan stilte. Dus ik hield mijn mond. Alleen mijn knuffel Knorrepoet wist van mijn binnenwereld. Ik was niet alleen maar ik was wel verkoren. Ik had geen woorden om uit te drukken hoe ik me voelde. Ik kreeg dus ook geen herkenning en erkenning voor dat gevoel. Dat is een beetje als verloren zijn in een woestijn.
Toen ik via Social Media en mijn blog mensen ontmoette die een vergelijkbare binnenwereld hadden, was dat een oase. Ik voelde me herkend en erkend, ik kreeg worden om te delen wat daarbinnen gebeurde en ik was niet langer verloren. Ik king in transitie, en ik ging scheiden en alleen wonen. De kinderen zijn allemaal uit huis en hebben hun eigen leven.
Ik voel me nu gezien, serieus genomen, erkend. Maar ik ben alleen. Ik spreek lieve mensen op Social Media, ik zie mijn kinderen af en toe, soms spreek ik af met vriendinnen, maar altijd is er dat moment dat ik weer naar huis ga, en zelfs in de zomer voelt dat huis koud en donker. Nu ik amper kan lezen, en geen films en series meer kan zien (door mijn slechthorendheid heb ik ondertiteling nodig en die gaat te snel voor me) voel ik nog duidelijker hoe alleen ik ben. Ik ben niet meer verloren maar de prijs die ik daarvoor betaalde is allenigheid, en ook dat doet pijn. Dat voelde ik gisteren, toen ik een party crashte waar ik niks te zoeken had, maar me toch even laafde aan de mensen om me heen.
Ik ga op social media pau, dwars door mijn allenigheid heen, en ik weet niet eens of je er aan de andere kant weer uit kan komen.