Ik geloof niet zo heel erg in een doel dat je in je leven hebt, en dat je dat moet vinden. Ik geloof dat het doel zit in wie je bent en niet in wat je daarmee doet. Wat je doet met wie je bent kan alle kanten op. En dan kies je gewoon een van die kanten. Je mag net zo vaak opgeven en switchen als je wil, het hoeft niet in een keer goed. En dan komt er iets langs dat je zo waardevol vind en dat zo bij je past dat je niet opgeeft, ook al wordt het moeilijk. Dat is voor mij niet iets dat voorbestemd is, dat is gewoon hoe het loopt, en wanneer je klaar bent om het tegen je eigen onzekerheden op te nemen. Voor mij is dat moment nu. Ik heb niet mijn bestemming gevonden, ik heb een weg gevonden die de moeite waard is, hoe moeilijk die ook wordt. En ook die weg kan nog veel kanten op.
Het doel dat ik nu kies is stem geven aan de buitenbeentjes in de wereld.
Niet alleen omdat recht hebben om gehoord te worden, maar vooral ook omdat de wereld er zoveel mooier door wordt.
Dit is de eerste in een serie blogs van mijn pad naar dat doel.
Ik schreef deze tekst op mijn verjaardag, de dag dat ik besloot door te zetten. Ik had het namelijk bijna opgegeven.
15 december 2021 sloot ik mijn therapie af. Mijn psycholoog vond dat ik het alleen kon, en daar was ik het mee eens. Ik was vol goede moed, en ik had allemaal lijntjes uitgezet naar mooie plannen, en allemaal pasten ze in mijn buitenbeentjes missie.
10 januari 2022 was mijn 60e verjaardag, een mooie symbolische start van dat alles.
Maar intussen waren alle lijntjes doodgelopen. Ik had een oproep gedaan naar alle 30 buitenbeentjes van het twitteracount om te vragen of ze mee wilde schrijven en ik kreeg maar twee reacties. Mijn idee voor het boek kon de prullenbak in.
Ik had nergens meer een houvast, nergens meer zicht op iets dat me verder zou helpen. Ik voelde me hopeloos verloren.
Mijn standaard coping is me terugtrekken en dat deed ik in eerste instantie ook. Ik wilde mijn twitter en mijn facebook accounts opzeggen en een simpel baantje zoeken. Mijn hele zelf-naar-beneden-halende gedachtenmolen kwam op volle gang. Ik moest niet zo’n aandacht trekken, de wereld zit niet op me te wachten, noem het maar op.
Maar ik had mijn terugval preventieplan, en daardoor wist ik dat dit alleen maar mijn reactie is op situaties die spannend voor me zijn. Ik wist dat ik me juist niet moest terugtrekken, ik wist dat mijn gedachten onjuist waren. Het moeilijke is, dat het zo verschrikkelijk sterk is, die gedachtengang en de neiging om in een hoekje te gaan zitten. Het is een oerkracht.
Ik las over de polyvagaaltheorie. Daar wordt die oerkracht mooi uitgelegd. Het is een kracht die echt sterker is dan jezelf. Je moet echt alles uit de kast halen om daar tegenin te gaan. Daar is echt therapie voor nodig. Dus deed ik wat ik in mijn therapie leerde. Ik trok me niet terug, ik reikte uit.
Ik legde contact met een vriendin om over mijn plannen te praten en ik schreef mijn angsten van me af op twitter en facebook. Voor dat laatste waarschuwde mijn therapeut me, want ook dat kan coping zijn, maar in dit geval hielp het me. Een andere vriendin las het en reikte naar mij uit. Twee vriendinnen die me weer terug op mijn pad hielpen.
Ik plaatste nog een keer de oproep voor mijn boek, en binnen een dag had ik nu 10 mensen die mee wilden schrijven. Dus dat boek komt er. De eerste drempel ben ik over Dat moet ik goed onthouden, dat succes, want er zullen meer gevechten komen.
Niet opgeven klinkt zo mooi, maar het is een van de allermoeilijkste dingen die je kunt doen. Maar ze hebben gelijk, als het lukt, groeit je moed.
Ik leerde nog iets. Het was achteraf heel logisch dat ik nog geen reactie kreeg. Veel buitenbeentjes zijn niet voor niets buitenbeentjes. Dingen gaan niet vanzelf. Het was ook teveel gevraagd om even snel ja te zeggen tegen een project dat veel gaat kosten. Veel buitenbeentjes hebben drempels om mee te doen. dat kan variëren van triggers om hun verhaal te doen, tot moeite met typen/lezen/schrijven om diverse redenen.
Dat maakt dit project nog meer de moeite waard. Die drempels moeten geslecht worden. Het schrijven van dit boek met zijn allen is een oefening in inclusiviteit, en dat proces wil ik hier ook graag delen. Vandaar deze blogserie.
Ik wil nog iets delen over deze eerste drempel, anders vergeet ik dat weer.
Het lijkt achteraf zo klein en onbetekenend, zo’n is-dit-nu-alles dingetje. Maar ik heb niet voor niets ooit de term eenzame moed bedacht. Je eigen demonen zijn het zwaarst om te bevechten. Het bestaat uit gif dat jaren naar binnen is kunnen sijpelen, en daar zijn vernietigende werk heeft gedaan. Daar tegen vechten is het dapperste wat je kunt doen, en helemaal niemand kan ooit weten hoe zwaar dat gevecht is. Ik mag dus fucking trots zijn op mezelf dat ik over die schijnbaar is-dat-nu-alles drempel ben gestapt.