genderdiversiteit

Voor 

Voor cis mensen een theoretische discussie. Voor ons, ons leven,
Daarom moet je als cis persoon je buiten de disucssie houden. Je kunt alleen maar kwaad stichten als je je mond hier over open trekt.
Je mag geïnteresseerde, echte vragen stellen, en luisteren en leren.

 

 

Mijn theater 2013 / 2014

In 2013 betaalde ik van mijn ontslagvergoeding een regisseur die me hielp met het theaterstuk dat ik schreef op basis van mijn blogs.

Kern van dit verhaal was Natka, de naam die ik gaf aan de scholiere die ik een aantal jaren eerder een taakstraf training had gegeven omdat ze teveel spijbelde. Ik was onder de indruk van haar. Ze wilde niks leren in de taakstraf training, ze wilde gewoon straf (liever niet, maar áls ze straf moest, gewoon straf en geen leerstraf) en ik gaf haar gelijk. Ze spijbelde bewust bij de vakken waar ze niks leerde, en was bereid de consequenties te aanvaarden, zelfs de extra taakstraf die ze had gekregen omdat ze brutaal was geweest tegen de kinderrechter.

 

Ik wilde toen dat ik wat meer lef had, zoals zij. Ze werd mijn alter ego, samen met een vriendin die ik voor het theaterstuk voor haar creëerde. Die vriendin noemde ik Emma. (Ik wist toen nog niet dat ik trans was).

Vanwege mijn slechthorendheid, en mijn bekendheid met tolken van mijn werk (ik was loopbaanbegeleider voor doven en slechthorenden en werkte veel met tolken), heb ik een tolk gebarentaal en een schrijftolk gevraagd. Ik wilde dat ze echt aanwezig waren in het stuk (anders dan normaal, want een tol bemoeit zich niet met de inhoud en wordt door horenden vaak genegeerd). Ik bedacht ‘woordgrappen’ in de vertaling, en de tolk gebarentaal werd mee geregisseerd. De schrijftolk was wel onzichtbaar, maar het bord waarop ze ondertitelde hing boven de theatervloer, en ik speelde met de tekst die daarop verscheen, in plaats van net te doen alsof die er niet was.

Hieronder de foto’s van mijn theater, en ook een screenshot van de powerpoint waarin ik alle bewegingen van mijn en de gebarentolk vastlegde.

Ik regelde zelf alle zalen (screenshot), verkocht zelf de kaartjes en iemand regelde een mooie belichting voor mij. Het was een mooi en hectisch seizoen.

 

Bob Roos bood aan om het lichtplan te schrijven en hij is zelf mee naar Utrecht, Den Haag, Nijmegen en Groningen geweest om zelf achter de knoppen te zitten. Geweldig!

Linda Gomes was schrijftolk en Raymon van Renssen tolk gebarentaal.

 

Onder de foto’s een scene uit mijn stuk waar ik Natka haar (maar ook mijn eigen) frustraties laat verwoorden tegenover de kinderrechter. 

Dan een scene waarin Natka uitlegt hoe ze haar relatie met Emma ziet (nadat deze heeft ontdekt dat ze met Erik (grote E)) heeft gekust .
En tot slot een scene hoe Emma de relatie ziet.

 

 

 

verteller



Haalt Erik (grote witte E, de kleine is Emma)  weg en komt op met de Rechter (Rechter heeft geen letter maar is een wit blok)

denkt :De kinderrechter.  Waar zet ik die neer?

houdt rechter met achterkant naar publiek, voor op podium

Als ik haar hier neer zet, zijn jullie de rechter, en dat is ook een beetje zo, maar . ..

loopt naar achteren, en draait rechter om

Maar als ik haar hier neerzet, staat Natka met de rug naar jullie toe.

Dat moet dan maar, wat ik wil dat jullie de rechter goed kunnen zien.

 

zet Natka (witte N) en Rechter tegenover elkaar, op gepaste afstand

loopt naar de kant van podium, rechts vooraan

Want Natka ergert zich aan de rechter, 

loopt naar achter om Natka aan te kijken

Natka, wil jij misschien vertellen, het is jouw verhaal.

Natka:

Nee, het is jouw publiek, doe jij het maar.

Verteller:

Goed, Natka ergert zich. Ze ergert zich aan het gebaar van de rechter.

Die haalt haar leesbril van haar neus, wrijft met haar duim en wijsvinger over de brug van haar neus. Zet de leesbril weer op, en kijkt over de leesbril met een strenge blik neer op Natka. En haalt diep adem. 

“Jongedame”, zegt ze 

“Ik haat dat jongedame!” (met stem van Natka, die inbreekt op verhaal)

Wacht, dat was Natka. Wil je het over nemen?
Natka:

Nee, vertel verder, je was lekker bezig

Jacob Jan: (tegen publiek)

Dit is waarom ze die extra taakstraf kreeg

Verteller:

“Jongedame, besef je wel wat er op het spel staat?” vraagt,  de kinderrechter

Natka: (breekt in)
ZEGT!, de kinderrechter. Die opmerking was helemaal niet als vraag bedoeld.

Jacob Jan :

Dat was de reden dat ik zo snel verkocht was, dat ik wist dat ze geen training nodig had. Deze meid kon anderen nog wat leren over communicatie.

Maar goed, die rechter ….

Natka: (breekt weer in)
Wacht even, meneer de trainer met je lesjes, niet overslaan dit. Als je zegt dat ik anderen nog wat kan leren, moet je me wel die ruimte geven.

 

Draait Rechter en Natka om, gaat achter Natka (N) staan)

 

Dit is namelijk typerend voor de communicatie van volwassenen.

naar jacob jan:

Jij  had het over mensen die slecht communiceren? Nou, dit was een perfect voorbeeld. Vrouwe Justitia, niet alleen een blinddoek voor , maar ook met flinke oordoppen in.

Ik had haar een vraag gesteld.

Ik had haar gevraagd of ze wel wist waar ze het over had. Mijn vraag was NIET retorisch. Ik was echt nieuwsgierig, en boos. Natuurlijk was ik boos. Daar moet een rechter toch doorheen kunnen kijken?  Ik wilde écht weten waarom een rechter die mijn situatie alleen uit een rapport kent, die niets weet van de rampzalige manier van lesgeven op onze school, hoe zo’n rechter bekwaam was om een oordeel te vellen over de hele situatie, zonder naar mijn verhaal te luisteren. Ik wil dat ze dat uitlegt.

En ze walste gewoon over mijn vraag heen. Met een tegenvraag, en ze wachtte niet eens op mijn antwoord.

En dan dat gebaartje, met die bril. Dat is gewoon de senioren vorm van met je ogen rollen en DUH roepen. Het zijn net pubers, die volwassenen, maar dan zonder het excuus van razende hormonen in je lijf. In de meeste volwassenen raast niet zo heel veel meer.

Rechters, leraren, taakstraftrainers, allemaal zijn ze onderdeel van een instituut.
En met instituten valt nooit te praten.

JJ loopt naar Rechter en neemt haar mee naar achteren

JJ: Maar Natka, nou doe je het zelf, mensen in hokjes stoppen. Er werken ménsen in die instituten. Van vlees en bloed. Er zitten ook goede tussen. Daar valt toch mee te praten?

Natka: Nee, want die goede zijn hoe dan ook onderdeel van het instituut. Die kúnnen niet zichzelf zijn. Als ze dat zouden proberen knallen ze met hun kop tegen de muur. Jij hebt toch niet voor niets ontslag genomen? JJ liep naar achter met rechter bij deze tekst, praat dus met rug naar publiek. bij laatste zin stokt het lopen, schouders zakken, dan verder en rechter weg zetten)

Loopt naar links voor op podium, kijkt een keer om naar rechter, en richt zich dan tot publiek)

Kafka, natuurlijk.

Maar die heb ik niet gelezen. Daar heb ik alleen over gelezen.

 

 

 

NATKA’S LEEFREGELS

haalt N en kleine E uit stapel en gaat op stapel tussen ze in zitten.

Kijk naar Natka, en van natka naar Emma, alsof ik vraag, en hoe zit dat nu met Emma?

Natka naar JJ:

Je kent me toch?

Ik leef mijn leven zoals het komt

Ik ben alleen trouw aan mezelf

Ik laat niemand mijn keuzes bepalen 

Niemand kan me vast zetten

ook het verleden niet

Elk moment maak ik de keuze

Omdat ik met elke keuze mezelf bepaal

 

En Emma wist dat

Ze snapte het ook

Ik had dat haar al helemaal in het begin uitgelegd

toen ze het woord WIJ gebruikte

 

draait zich om naar Emma

Er is  geen wij Emma

Ik ben ik  

jij bent jij

Ik zet jou niet vast

Jij zet mij  niet vast

Ik heb geen verwachtingen naar jou

Jij hebt geen verwachting naar mij

Ik kies elke keer opnieuw voor jou

of niet

 

Nee niet triest kijken

Ik ga ook de toekomst niet vast leggen

De toekomst bestaat niet, lieve Emma

Er is alleen nu

En nu kies ik voor jou

 

Emma vertelt

 

Pakt kleine E en houdt die in de armen

 

De koekjes van mevrouw Draaier deden het. (met stem van verteller, en dan over als Emma:

houdt E nu recht voor zich

Kijk, Natka is prachtig, Natka is   ….  maar Natka is ook …..

Ze weet zo veel, ze weet zelfs wat ze niet weet.

Ik wil ruimte voor twijfel. 

houdt E weer beetje opzij, als Jacob Jan

Dat snap ik, dat heb ik ook. En ik wil niet de zelfverklaarde twijfel, ik wil verse twijfel. Vraag me niet waarom, maar ik heb dat nodig, anders stik ik.

De koekjes gaven Emma lucht.

E weer middenvoor

Ze vertelde dat de koekjes van mevrouw Draaier zo lekker waren, en toen gooide ik het in haar gezicht.

Natka vind haar moeder ouderwets met haar koekjes bij de thee. Wat er mis was met de koekjes van haar moeder? Wat er mis was met haar moeder? Want Natka snapt niet wat voor schat van een moeder ze heeft.

Een lieve vrouw die slecht Nederlands spreekt, en volgens mij veel slimmer is dan Natka denkt.

En wie heeft er nog een moeder die thuis wacht met thee en zelfgebakken koekjes?

En ze is zo lief voor mij. Ik zie dat ze het weet, dat we vrijen. Ik zie dat ze dat moeilijk vindt. Ik zie dat ze ondanks dat, achter Natka staat. Ik voel dat ze mij accepteert, dwars door haar moeite heen.

Mijn eigen ouders accepteerden het veel te snel. Ik was zelf nog niet eens bekomen van de schrik dat ik voor een meisje viel. En zij vonden dat dapper, en geweldig en weet ik niet wat allemaal. 

loop iets weg van het midden

Ik zag aan mijn moeder hoe blij ze was dat ze weer iets had voor haar nieuwsbrief.

als Jacob Jan naar publiek (E weer opzij houdend)

Die ken ik die nieuwsbrieven. Die beginnen altijd met een persoonlijk stukje. En dan de levensles, en dat je zonder coach nooit alles uit jezelf kun halen. “Kruip net als mijn dochter uit je schulp!”, zoiets zal het wel geweest zijn.

als Emma: Weet je, ik kon nergens heen met mijn verwarring.

Misschien dat ik daarom ruzie zocht. Dat ik tegen Natka zei,  dat ze achterlijk om ging met haar moeder. Dat ze blind was, om niet te zien hoeveel haar moeder van haar hield. En dat ze niet moest wagen om te zeggen dat ik daar niks mee te maken had. Omdat ik er alles van weet, hoe mooi het is om van haar te houden. En hoe moeilijk.

 

En toen zag ik Natka’s twijfel. Heel even maar. Ze herstelde zich snel. 

“Geef me tijd voor jouw gelijk.”, zei ze.

Ze mag van mij alle tijd van de wereld. We zouden elkaar vrij laten, en Natka heeft alle tijd nodig. Want ik vraag me af of ze mij ooit vrij kan laten in mijn wens om

haar wat minder vrij te laten.

 

 

 

 

 

 

 

huilen is ontgiften

En de tranen komen weer, onhoudbaar. Ik wil ze ook helemaal niet meer tegen houden. Het voelt goed als het stroomt.

Er was wel een aanleiding, een artikel ov er een jonge trans vrouw die beschrijft hoe haar ouders haar bij elke stap ondersteund en begeleid hebben, en een herinnering op facebook, een foto van ons gezin op vakantie, zes jaar geleden.

Maar het huilen zelf is zonder verhaal. Dat deed ik vorig jaar nog, een verhaal plakken op mijn verdriet, en het daarmee koesteren. Nu zijn de verhalen er ook wel, maar ik laat ze weer los. Mijn tranen mogen er ook zijn zonder een verhaal. Het is het smelten van oude pijn, het is het ontgiften van mijn lijf, het is het loslaten van de spanning die ik al die jaren heb opgebouwd en onderhouden.

Mijn dag wordt er niet minder mooi van.

de volheid van mijn leven

Ik kijk in de spiegel 

naar de mens die ik nu ben

ze is een vrouw

een mooie vrouw

haar ogen fonkelen

met een energie

waarvan voorheen

alleen een vermoeden 

zichtbaar was

ik ben haar

en ik ben ook degene die dacht

dat ze hem was

ik voel een heel leven in mij

de reserves

waarmee ik mezelf ontweek

het halsoverkop enthousiasme

waarin ik mezelf verloor

de angst en de hoop

de teleurstelling en de vreugde

de heftigheid en de gelatenheid

de fouten en successen

en alle doodlopende wegen

ze zijn nog allen in mij

ik loop over van dit alles

dankbaar voor de volheid van mijn leven

voeten op de grond (en nog steeds in de hemel)

 

Ik geniet van twitter.
Fijn  contact met lieve mensen. En ik ben ook dol op alle fijne reacties als ik mijn kleren show.
Maar ik moet er niet afhankelijk van worden. Niks mis met waardering willen (daar schreef ik het gedicht van Karel, hier beneden over). Maar ik wil niet verslaafd raken.
En die kans is er, als twitter bijna mijn enige contact met de wereld is. Ik vind zomervakanties niet zo heel erg leuk. Iedereen is weg en mijn vrijwilligerswerk als pleinwacht ligt stil. Vanwege de drukte in combinatie met Corona mijd ik Arnhem, en dat is jammer. Mijn koffiewinkel is daar en mijn boekwinkel, en het boekencafé, en de zeven straatjes. Ik mis dus contacten. Ik heb al vier weken niemand gesproken naast mijn aardbeienmeneer.

Al die mooie mensen van twitter gaan in mijn hoofd wonen. En dat is mooi, maar ook een beetje veel, merk ik. Daar moet ik ook even afstand van doen. Ik heb nog niet geleerd om te doseren.

Ik deed gisteren even een Cold Turkey omdat ik me opwond over transhaat. Ook daarom is het goed even geen twitter te doen.

Ik heb een maandlang kunnen zweven op mijn geluksgevoel. Ik wil dat zweven niet verlengen door steeds weer naar complimentjes te vissen met mijn outfits. Het is tijd om te landen. Voeten op de grond, en nog steeds in de zevende hemel. Ik ben aan het opruimen. Mijn huis weer fijn maken. Het was een rotzooi geworden tijdens mijn herstel.

Ik geniet van Jane Austin en ik maak voorzichtig weer wandelingen.En dat is even genoeg.

En ik kocht toch weer een nieuw vestje dat ik graag show. En mens, wat vind ik dat leuk. Ik zou wel model willen zijn.
Maar dat doe ik dus even hier. Met minder publiek, amper reacties. Even mijn verslaving afbouwen. En ook even niks meer kopen, als dat lukt.

Ik mag genieten van mezelf. Ik ga weer ritme opbouwen, ook zonder pleinwacht zijn. Maar ik kan bijna niet wachten tot de vakantie is afgelopen, 24 augustus. Als alles gewoon weer begint. En stiekem verlang ik alvast een beetje naar de herfst. Die mooie melancholieke mix van een nieuw begin en een afloop der dingen.

En mijn boek. Die gaat maandag naar een literair agentschap. En dan drie maanden wachten. Dat is best lang, gezien de spanning die er bij hoort. Maar ik heb vertrouwen.

 

 

Over nooit meer waardering zoeken en de onzin daarvan schreef ik deze

(Ik heb genoeg aandacht, complimenten en geluk in mijn bulten om het die drie weken uit te houden.)

Lang geleden, toen deze mythe
nog een klein verhaaltje was,
voelde de poes nog zonder sprieten
en liep de vis nog op het gras.
Want alle dieren, ja echt waar,
leken toen nog op elkaar.

De Schepper vond dat nogal fraai
ordelijk en elegant.
Zijn dochter Edda vond het saai
en nam het heft in eigen hand.
Want steeds hetzelfde is maar stom
net als elke dag patat.
Edda wilde andersom
dat elk dier juist iets anders had.

Dus opende ze een winkel, waar je zonder te betalen
eigenschappen af kon halen.
Dat werkte als een tierelier
want zelfs zonder het te snappen
wilde elke dier
ook wel eigen schappen.

De olifant wilde slurpen en heel hard kunnen stampen.
De aap een lange staart om zich mee vast te klampen.
Rino wilde graag een hoorn op zijn neus.
Waarop Tokus riep: “Hé dat was mijn eerste keus!”
De haai wilde hele scherpe tanden.
De zwaan wilde statig op het water kunnen landen.

De kameleon wilde de beste zijn in verstoppertje spelen.
De kat wilde zacht zijn, om zich te laten strelen.
De lijster wilde zo graag heel mooi kunnen zingen.
De kangoeroe wilde heel hoog kunnen springen.
De ijsbeer wilde graag een bontjas tegen veel te strenge vorst.
Karel de kameel wilde eigenlijk alleen maar nooit meer dorst.

Edda trok een wenkbrauw op
en Karel zei dat de woestijn,
groot en droog, een hele strop
voor een dorstige kameel kon zijn.
Van Edda kreeg hij voor de afstand
Lange benen, o zo hoog,
en tegen het waaiende woestijnzand
dubbele wimpers voor zijn oog.

Met een “weet je dat wel zeker zeg?”
nam ze ook de dorst van Karel weg.
Blij ging Karel naar de woestijn,
zijn eigenschappen uitproberen,
om na een maand (het moest zo zijn)
bij Edda terug te keren.

“Weet je”, begon hij heel verlegen,
“Ik ben echt reuzeblij
met de eigenschappen die ik heb gekregen.
Ze passen erg goed bij mij.”
“Door die lange poten
ben ik opeens beroemd.
Ik ben Kareltje de Grote,
tenminste, zo wordt ik nu genoemd.”
“Ik heb ook totaal geen last
meer, in mijn ooghoek, van die korst.
Dus die wimpers helpen vast.
Maar  . . .  Ik mis toch zo de dorst.”
Ik doe het nog wel eens, naar een oase gaan.
Maar zonder dorst is er helemaal niks aan.
“Ik geef je dorst weer terug.”
Zei Edda: “En om je te sparen
krijg je twee bulten op je rug
om water te bewaren.”




 

 

 

Wat ik niet kan zeggen over mijn vrouw zijn

 

Ik vertelde al in een filmpje dat er maar één aanwijzing is dat ik vrouw ben: mijn gevoel diep van binnen. Dat blijft staan. Dáár is de beslissing genomen om in transitie te gaan, een hele diepe zekerheid die ik op geen enkele manier met anderen kan delen.

Ik zou best een gesprek willen aangaan over hoe zich dat in allerlei gebieden uit. Maar al deze dingen zijn stuk voor stuk gevaarlijk om te benoemen, omdat ze los van mijn oergevoel vrouw te zijn, stuk voor stuk uit hun verband gerukt misbruikt kunnen worden. Ik zal ze hier wél benoemen en dan ook meteen aangeven waarom ik het gevaarlijk vind om er over te praten.

Mooi zijn

Daar begint het al. Want het is sexistisch om te zeggen dat vrouwen mooi moeten/willen zijn, en waarom zouden mannen niet mooi zijn?

En weer heb ik alleen maar mijn gevoel. In mijn mannenrol vond ik mezelf lelijk. Geen visualisatie die daartegen hielp. Als vrouw vind ik mezelf mooi. Als vrouw durf ik die schoonheid te accentueren. Make-up en mooie kleren vind ik heerlijk. Het voelt alsof ik mezelf vier. Complimenten vind ik heerlijk. Liefst van andere vrouwen. Bij mannen is er bijna altijd een agenda. Ik maak me niet mooi voor mannen. Ik maak me mooi voor mij.

Had ik dit als man gekund? Theoretisch ja. Ik had dan hele grote drempels moeten nemen, make-up, jurken dragen. Het had gekund. Maar, zoals ik al zei, het was voor mij onmogelijk om mijn man zijn te vieren. Ik heb het geprobeerd. Visualisaties, mannengroepen. Niks nada. En nu als vrouw: alles!

Je zou kunnen argumenteren dat ik mijn transitie als placebo heb gebruikt om mezelf eindelijk te kunnen accepteren. Maar dan ga je voorbij aan al die andere aspecten. Ik vind het ook een behoorlijk kwaadwillend argument. Het komt me iets te dicht in de buurt van conversie therapie.

 

Passen in de vrouwenrol

Weer zo’n anti-feministich aspect. Want ook ik zou graag willen dat we die rollen niet hebben. Maar ze zijn er. Ik heb een levenlang last gehad van de verwachtingen die mij als man werden opgelegd. Ik weet dat vrouwen ook last hebben van verwachtingen. En toch: ik pas beter in het verwachtingspatroon voor een vrouw dan in dat van een man. Ik kan me als vrouw ook makkelijker onttrekken aan verwachtingen. Dat kon ik als man niet.  Ik voel me sterker in wie ik ben, en kan dus losser omgaan met verwachtingen. 

Het wordt nóg gevaarlijker als ik het specifiek ga benoemen. Dan maak ik de hele nurture nature discussie los. En dat gaat dan een heel eigen leven leiden. Dus ik ga vast spijt krijgen van wat ik nu ga zeggen:

In het boek Darwin voor Dames (dat een darwinistische polemiek is in de nature-nurture discussie) lees ik:

“Jongens geven elkaar bevelen, weigeren elkaar te gehoorzamen, schelden elkaar uit, bluffen, dreigen en willen het hoogste woord voeren. Meisjes verplaatsen zich meer in het standpunt van de ander, onderbreken elkaar minder, geven elkaar vaker gelijk en trachten elkaar eerder via suggesties dan commando’s beïnlvoeden (Benson 2014)”

Ik voelde me altijd meer thuis bij meisjes en vrouwen dan bij jongens. Los van het feit dat beide communicatiestijlen voor- en nadelen hebben (te indirect kan ook schadelijk zijn).  Ik deed mee in een vrouwengroep over ondernemen en dat was zowel online als in real life een verademing!

Ik heb het me in mijn eerste half jaar transitie oprecht afgevraagd: “Kan ik niet beter man blijven en met mijn vrouwelijke waarden de toxische mannenwereld een goed voorbeeld geven?” Maar het is me in 55 jaar nooit gelukt. Ik ben genegeerd, gemansplaind en mijn goed ideeën werden altijd pas opgepikt als een ander (altijd man) ze inbracht. Ik besloot dat mijn geluk belangrijker is dan mijn activisme. En zie: ik heb me nog nooit eerder zo brutaal en direct durven uiten als nu. Pas al vrouw durf ik mijn ‘mannelijke’ kanten te tonen.

Op een zelfde manier kan ik zeggen dat ik meer in een zorgzame rol pas dan in een leidende/analytische.  Met alle gevaarlijke aspecten van boven. Want natuurlijk kunnen mannen ook zorgzaam zijn.

 

Het lijstje is eindeloos veel langer. Er is meer, heel veel meer.

Er komt bijvoorbeeld nog een heel stuk over lichamelijke dysforie bij, bijvoorbeeld dat ik zo onverklaarbaar blij ben met mijn vagina. En sex, dat ook.

Maar bij alles schuilt er het zelfde gevaar. Als ik zeg dat ik blij ben met mijn borsten kun je dat ook gebruiken om me een mannelijke sexist te noemen.

En dan is er nog het feit dat trans zijn voor elke trans vrouw anders voelt. Dus is er ook nog eens het gevaar dat mensen dat wat ik zeg van toepassing gaan verklaren op andere trans vrouwen. Dat wil ik ze niet aandoen.

En nogmaals mijn  vrouw zijn zit in geen van deze dingen op zich. Het zit in mijn diepste binnen.  De dingen die ik noem zijn op zichzelf staand geen reden voor transitie. Ze vormen met zijn allen wel de facetten van de fonkelende diamant van mijn vrouw zijn.

Dat is waarom ik met grote twijfel dit stuk plaats. 

Maar ik wil ook graag een opening. Ik wil dat genderrollen vrijer worden, en daarom is een gesprek zo nodig. En moeten we onze ervaringen delen. Ook cis vrouwen en mannen, en mensen die non-binair zijn.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

nieuwe fase

long time no write
veel gebeurd
Ik schrijf dit vanuit het ziekenhuis. Het is donderdag. Maandag 29 juni was mijn operatie. Ik heb een yoni.

En dat heeft meer impact dan ik ooit gedacht had. 

De zwaarte is weg. Ik voel me bijna ontheemd. Mijn diepdonkere kant die me altijd vergezelde is weg.
De kant die zich altijd wel ergens ongerust over maakte.
De kant die gewoon genieten een verraad vond aan de smart die toch ook altijd aanwezig was. 
De kant die het niet vertrouwde als er een keer geen dreigingen voelbaar waren.
De kant die altijd in controle wilde blijven, omdat geen controle simpelweg ondenkbaar was.

Ik moet zo vreselijk lachen om alles, vooral om mezelf. Het is ook wel grappig hoe dit stuk dat zichzelf zo vreselijk serieus nam nu gewoon buiten spel staat.

Mijn verdriet kleurt nog steeds mijn geluk, maakt de tonen dieper. Maar mijn verdriet is niet langer giftig.
Ik schrijf dit in vol vertouwen: mijn verdriet is niet langer giftig.
Mijn angsten zijn niet langer de ambtenaartjes in mijn hoofd die zichzelf zo vreselijk belangrijk vinden en graag stempeltjes op hun formulieren willen. 
Ik voel lucht en vrijheid, en alles is zo licht.

Het leven zal met een beter verhaal aan moeten komen als het mij zijn zwaarte aan wil prijzen. Ik ga een lichter leven leven en er is helemaal niemand meer die me tegen houdt. Ik was dat zelf natuurlijk, maar loskomen van je eigen schaduw is niet zo eenvoudig. En nu is het gelukt. Zomaar.  Dat ik dat op geen enkele manier verdacht vind bewijst genoeg.

eenzaam

Geen blog vandaag. Ik ben zo moe dat ik alleen nog maar kan zitten staren en huilen. Ik ben gelukkig. Ik hou van mezelf. Ik denk geen vreselijke dingen. Ik ben niet bang. Dit is geen depressieve bui.
Maar ik  ben zo verschrikkelijk moe. En als ik moe ben voel ik me heel erg eenzaam, dat ook.

moe

Als ik afdaal in mijn moe zijn
vele jaren diep,
als ik ontspan
wat niet meer strak hoeft, 
trilt het, oncontroleerbaar.
Op deze frequentie 
komen mijn tranen los.
Ik streel mij
en wens
dat iemand anders
dat nu even deed,

Transitiedingetjes, nog steeds

Gender euforya, dingetjes om blij van te worden.

Dit soort kleine dingen had ik de eerste twee jaar aan de lopende band. En ze zijn er af en toe nog. Kleine blije verrassingen. Ik kocht witte enkelsokjes.  En ik zie ze nu, achter mijn laptop schuil gaan. Ze roepen iets op, iets in de trant van liefelijk, een complex van beelden, woorden associaties, meisjesachtig, licht, ’s zomers. En dan schiet het door me heen. Hé, dat hele complex is ook van toepassing op mij. Ik mag dan een oude dame zijn, ik kan ook nog best meisjesachtig zijn. Ik speel immers ook nog op een schoolplein.

Dat zijn mijn gendereuforie dingetjes.

Maar het heeft ook iets verdrietigs. Ik bedacht net dat ik dit dus in het verleden NIET met mezelf associeerde. Sterker nog ik was anti-liefelijk. Alles wat ik associeerde met het beeld van witte enkelsokjes kon niet eens in de buurt van mij komen. En dan besef ik weer hoe vreselijk oordelend ik over mezelf ben geweest, en hoe lang dat heeft geduurd. En gelukkig ook hoe heerlijk het is dat ik al deze dingen alsnog in bezit neem

Het was een fijne ontprikkeldag. Ik heb gehuild en gewandeld, gelezen en geschreven. Ik heb mijn barefoot schoenen uitgeprobeerd met mijn hak, en ik heb niet te ver willen wandelen. Het was heerlijk om weer zo lichtvoetig te kunnen stappen. Ik ben geschrokken van een UWV brief met uitnodiging voor een medisch spreekuur. Ik heb mijn schrik gekoesterd, gerustgesteld en laten gaan. Het komt goed met mij. Ik heb genoten van het nu. 

“Misschien heb je het ontprikkelen alleen maar uitgesteld”, probeert een stemmetje in mijn hoofd nog. “Ja misschien. En wat dan nog?” antwoord ik.

Mijn leven is goed.