nagels

Aan het eind van de zomer van 2017 liet ik mijn nagels doen. Ik had voor het eerst in mijn leven een half jaar lang geen nagels gebeten en dit was een cadeautje voor me. 
“Je gaat de hele dag naar je handen staren,” voorspelde Britt, mijn styliste. 
“Ja, duh!”, dacht ik. 
Maar ze had gelijk! Wat waren mijn handen vreselijk mooi. Ik kon mijn ogen er echt niet vanaf houden. 
Britt is een schat. Zij zag mijn vrouwelijkheid. 
“Ik ga je mooi maken”, zei ze. En dat deed ze. Britt doet ook permanente make-up, en ze deed wonderen met mijn wenkbrauwen. Ze epileerde het hele onderste stuk. Mannen wenkbrauwen zitten lager, leerde ik. Ze tatoeëerde mijn wenkbrauwen in een schitterende boog. Dat maakte alle verschil.

Ik was er vanuit gegaan dat ik niet zou passeren. Ik werd overal al aangesproken met mevrouw, maar dat was welwillende beleefdheid omdat ik me zo presenteerde. En ook al wist ik dat het een spel was, het voelde goed. Maar nu overkwam me iets waar ik niet op had durven hopen. Toen ik tijdens een van mijn wandelingen op mijn vaste plekje bij de oude kerk van Oosterbeek ging zitten, kwam er een vrouw naast me zitten. Ik was intussen een stuk extraverter geworden. Wat ik vroeger nooit had gedaan in zo’n situatie deed ik nu wel, ik knoopte een gesprek aan. Het klikte, we hadden veel gemeen, en in het gesprek dat volgde liet ik iets vallen over mijn transitie. 
“Transitie?” vroeg ze. 
Ik was verbaasd. “Bedoel je dat je al de hele tijd met me praat, en denkt dat ik ‘gewoon’ een vrouw ben?” vroeg ik?
Ze antwoordde bevestigend. 
Ik moest huilen. Ik werd gezien als vrouw, no questions asked. 
Ik doe nog steeds mijn nagels bij Britt, en elke keer word ik daar blij van. Ik vind het zo geweldig mooi. Mijn kinderen vinden het vreselijk, mijn lange nagels, maar zelfs dat is niet genoeg om me er vanaf te houden. Het is het cadeautje waarop ik mezelf trakteer. Net zoals mijn sauna en mijn kapper. Dingen die ik af en toe heel hard nodig heb, en dingen die echt elke keer opnieuw heel erg helpen.