gevaarlijk gedrag benoemen

Een pagina met namen voor schadelijk gedrag. Om het te herkennen, om het te benoemen. Dit gedrag wordt nu nog te vaak gewoon gevonden. En om niet steeds uit te hoeven leggen waarom dat gedrag schadelijk is wil ik het een naam geven, en zo nodig verwijzen naar dit woordenboek.

 

Wat ik hier benoem zijn typeringen, geen mensen. Er zijn wel mensen die zich gedragen volgens deze typeringen en daar mag je ze op aanspreken, want het is schadelijk wat ze doen.

 

De hekkenzetter

Dit is mijn vertaling van het Engelse gatekeeper. 

Soms word ik als pleinwacht erbij gehaald als een kind niet mee mag spelen. Soms zijn dat prive ruzies die op deze manier worden uitgespeeld, maar vaker is het omdat het groepje  geen zin heeft in iemand die niet zo makkelijk de sociale codes oppikt. En altijd komen ze met een verhaal waarom zij wel, en die ander niet. Dat verhaal is het hek dat ze om zichzelf heen zetten om anderen buiten te sluiten.

De bekendste vormen zijn natuurlijk racisme, ableisme, seksisme, homofobie, transfobie. Die woorden moeten we blijven gebruiken. Hekkenzetter is een goed woord voor de overige gevallen. Jammer genoeg zijn het vaak mensen uit gemarginaliseerde die dit doen. Ze maken een subgroep, waardoor ze net iets hoger op de ladder staan dan de mensen die ze uitsluiten.

Zo bestaan er trans vrouwen die mij niet trans genoeg vinden omdat ik mijn trans zijn op hele vroege leeftijd niet door had. Hekkenzetters vinden zichzelf echter, beter, specialer. Fuck dat!



De bladblazer

Dit zijn ongevoelige harken, maar dan moderner en lawaaiger.

Een bladblazer ontkent de pijn van de ander. “Je moet niet zo snel op je teentjes getrapt zijn”.

De bladblazer gaat uit van een algemene norm over wat pijn is. Meestal zijn het mensen die zelf tot een dominante groep behoren en nooit hebben meegemaakt hoe het is om tot een gemarginaliseerde groep te horen. De wereld is voor hen een stuk makkelijker dus zien ze het probleem niet. Dus ze vinden dat je zeurt. Ze vertonen daarmee een verbijsterend gebrek aan inlevingsvermogen. Sterker nog, hun inlevingsvermogen is negatief. Want zelfs als ze geen inlevingsvermogen nodig hebben, en alleen maar hoeven aan te nemen wat ze verteld wordt, weigeren ze dat. Ze zijn gewend dat hun norm maatgevend is voor alle dingen.

Zo vreselijk schadelijk want hun slachtoffers lopen kans dat ze deze minachting voor hun pijn gaan internaliseren.



De goedbedoeler

De goedbedoeler heeft een andere manier om pijn te ontkennen. De goedbedoeler geeft graag advies en denkt dat hen daarmee de pijn weg kan toveren. De goedbedoeler wil daar graag een bedankje of compliment voor. Ze zijn hevig verontwaardigd als je zegt dat je hun advies niet nodig hebt. 

Goedbedoelers snappen niet hoe arrogant hun aanname is dat zij het beter weten dan de ander. Ze nemen trouwens heel erg veel zomaar aan. Ze denken op basis van minieme informatie genoeg te weten over de hele situatie om hun advies te geven.

Ik vermoed dat goedbedoelers niet kunnen omgaan met pijn, ook als die van een ander is.



De tegengeluider

De tegengeluider wil aandacht. De tegengeluider wil graag opvallen. De tegengeluider heeft goed voelsprieten voor iets nieuws dat zo breed geaccepteerd wordt dat het nieuwe eraf is en een tegengeluid ‘verfrissend’ is. In zijn onschuldige vorm zijn het de mensen die heel hard zeggen dat ze nooit naar ‘boer zoekt vrouw’ of ‘wie is de mol?’ kijken.

Maar als ze een tegengeluid geven tegen protestbewegingen zijn ze gevaarlijk. Ze zijn glibberig want het gaat ze niet om de inhoud, maar om de aandacht. Ze zijn heel goed in het spelen van verontwaardiging. Omdat de media ook aandacht, en klicks nodig hebben is tegengeluider zijn een goed verdienmodel.