Businessplan Buitenbeentjes

Ik moet een businessplan schrijven voor mijn buitenbeentjesproject, maar ik kan niet zakelijk schrijven, dus maak ik er eerst eentje in verhaalvorm. Dan heb ik vast een beginnetje.

Er was eens een meisje dat hoogsensitief was en zo allerlei dingen aanvoelde die door anderen ontkend werden. Wat ook niet hielp was dat iedereen dacht dat ze een jongetje was.  Deze dingen maakte haar tot een buitenbeentje. Ze deed een beetje voor spek en bonen mee. Ze zag veel, maar ze hield zich stil, want ze wilde niet weer voor gek verklaard worden.

Toen ze groter werd ontdekte ze dat ze niet het enige buitenbeentje was. Ze nam zichzelf serieuzer en ging in transitie. Daardoor voelde zich zich sterker en ze ging zich wel uitspreken.  Zo  ontmoette ze steeds meer buitenbeentjes, en ze ontdekte dat je op heel veel manieren een buitenbeentje kunt zijn.  Wat ze allemaal gemeen hebben is dat ze door hun positie een andere kijk op heel veel dingen hebben. Ze leerde dat het wél klopte wat ze aanvoelde. Ze zag ook dat de wereld die andere kijk heel hard nodig heeft.

In augustus maakte ze een twitter account. Ze genoot van de beroepen accounts zoals NL_leraar, NL_zorg, NL_wetenschap, en ze bedacht dat buitenbeentje zijn ook een beroep is. Gedeeltelijk omdat buitenbeentje zijn enorm veel energie kost doordat de wereld niet ingericht is voor ons, maar ook omdat  buitenbeentjes een eigen uniek vakmanschap ontwikkelen. Ze hebben kennis, ervaringen en vaardigheden waarvan de wereld zou moeten profiteren.

Het account werd een succes. Het wordt veel gelezen en er valt zo verschrikkelijk veel van te leren van alle verhalen. Ze besloot dat die verhalen een boek verdiende.

Tot nu toe het waargebeurde stuk. Wat nu volgt is nog(!) niet waar gebeurd.

Het maken van een boek was een enorme uitdaging, want ieder had zijn eigen drempels. Het hele project werd een oefening in inclusie: hoe houd je rekening met ieders mogelijkheden. Niet alles ging meteen goed, maar daar leerden ze van.

Doordat ze gingen samenwerken leerden ze van elkaar, en ze steunden elkaar. Ze bouwden hun eigen platform, een safe space, waarin ze ook hun twijfels en tegenslagen konden delen.  Het mooie is dat wanneer de een een dip heeft de ander een schouder kon zijn. Dat wisselde zich af, en zo werden ze elkaars steun en toeverlaat.

Ook ontdekten ze hoe enorm veel kennis ze hadden. Dat kon ook niet anders, want ze hadden ieder voor zich het wiel moeten uitvinden om zich staande te houden. Ze wisten welke informatie wél klopte. Belangrijk want er is enorm veel informatie die niet klopt, of gebaseerd is op vooroordelen. Ze bouwden een database met echte goede informatie en plekken waar je hulp kunt krijgen en waar ze je serieus nemen.

Ze hadden niet alleen veel kennis, maar ook veel ervaring en skills opgedaan. Ze besloten die niet alleen voor elkaar in te zetten maar die aan te bieden voor anderen. Naast hun eigen interne platform, kwam er een platform voor iedereen die daar gebruik van wilde maken. Niet alleen de database maar live chat mogelijkheden. Ze maakten een rooster om te zorgen dat er genoeg moderators waren om hier continuïteit in te kunnen bieden. Ze konden hierbij de ervaring gebruiken die ze hadden opgedaan toen ze elkaar ondersteunden in het maken van het boek. Daar hadden ze geleerd welke tools wel en niet werkten voor welk doel. Zo maakten ze een safe space platform voor nieuwe buitenbeentjes.

Het boek kreeg een vervolg in een serie boeken met tips en ervaringen voor in de zorg, het onderwijs, P&O, overheidsinstanties. Allemaal korte scenes waarin zichtbaar en voelbaar gemaakt werd wat buitenbeentjes tegen komen. Niet als naslagwerk maar vooral als eye opener. Zodat de mensen in hun werk sneller geneigd zijn om buitenbeentjes serieus te nemen. Het scheelt zo ontzettend veel als je als buitenbeentje bij je uitleg wat voor jou wel en niet werkt kunt verwijzen naar iets. Dat is het “nou hoor je het ook eens van een ander” effect. Die boekjes verwijzen voor meer praktische info, naar de Database die steeds groter wordt. 

Naast de boeken en het platform werd Buitenbeentjes ook een platform voor sprekers en webinars over inclusie. Met deze opdrachten konden de buitenbeentjes ook inkomen voor zichzelf genereren. En toen bleek dat inclusie niet alleen gaat over het recht om mee te mogen doen, maar dat buitenbeentjes met al hun kennis, ervaring en skills konden bieden wat bedrijven koortsachtig zochten maar nooit voor elkaar kregen. Ze leerden waarom al hun mooie management change programs op niets uitliepen. Het antwoord was even simpel als moeilijk. Buitenbeentjes kunnen je leren om écht te luisteren en te kijken. Buitenbeentjes kunnen je leren dat menselijke waarden niet zomaar een kreet is, maar dat het hard werken is. Ze weten ook hoe dat werkt.
Weet je wat misschien wel het grootste voordeel van buitenbeentjes is: ze hebben geen ego te verliezen. Dat is waarom ze zo goed luisteren. En dan valt er heel veel te winnen.

Zo werd Buitenbeentjes niet alleen een vraagbaak en steunpunt voor buitenbeentjes, maar ook voor anderen die nu begonnen in te zien welke schatten ze altijd hebben laten liggen.

Buitenbeentjes werd een stichting.
De eerste financiering kwam van de crowdfunding voor het boek. Die crowdfunding leverde veel gratis PR op, en het boek werd goed verkocht.
Doordat het een stichting werd, kon er ook aanvullende financiering komen van fondsen en subsidies.
Verder maakten de buitenbeentjes een webwinkel voor kaarten en ander merchandising.

En toen kwam de vraag naar webinars en sprekers op gang, en ook dat werd een geldstroom. 

NBuitenbeentjes werd een merk met een goede reputatie. Om trouw te blijven aan de beginselen hield het bestuur goed in de gaten we die merknaam wel en niet geëxploiteerd werd.

Door die merknaam werd Buitenbeentje een woord dat gekoppeld werd aan talent.

 

De buitenbeentjes en het systeem

We leven in een samenleving die ingericht is voor het normale, de grote gemene deler, de norm. Iedereen die binnen die norm valt heeft standaard wind mee. Dan is er een grote groep die niet helemaal past, maar die zich aan kan passen, en op die manier ook profiteert van de wind mee. Dan is er de groep, en die is groter dan je denkt, die zich niet aan kán passen. Dat is de groep die altijd tegenwind heeft. Dat zijn de buitenbeentjes. Ben ik nu de groep vergeten die zich wel aan kan passen, maar weigert om zich aan te passen? Nee, voor mij zijn dat mensen die zich niet kunnen aanpassen omdat aanpassen zou betekenen dat ze zichzelf te zeer zouden verloochenen. 

 

Die gerichtheid op de norm houdt zichzelf in stand, want de norm wordt gemaakt door de mensen die daarvoor de macht hebben, en ze hebben die macht omdat ze wind mee hadden. De grote groep daaromheen krijgt maar één soort les: pas je aan, anders loopt het verkeerd af. Gek genoeg wordt deze les met de beste bedoelingen gegeven. Daar komt het idee vandaan dat je geen aanpassingen moet maken voor kinderen omdat ze zich anders niet leren redden in de wereld. Je zou kinderen maar verwennen als je ze geeft wat ze nodig hebben. De enige manier waarop aanpassingen mogelijk zijn, is door middel van etiketten, labels, diagnoses. Denk hierbij aan het dyslexie protocol. Anders zijn moet ook weer in een hokje met vaste protocollen en richtlijnen. Met andere woorden, zelfs het anders zijn moet in het systeem passen.


Er is op zich niks mis met het regelen van dingen volgens een grote gemene deler. Zo kun je snel en makkelijk veel dingen regelen. In het boek Slow and Fast thinking van Daniel Kahneman wordt beschreven hoe onze hersenen ook zo werken. We doen veel op de automatische piloot, dat is ons snelle systeem. We schakelen over op het langzame systeem als de automatische piloot niet meer voldoet.
En daar zit het probleem. We hebben alleen nog maar die automatische piloot. We zien niet in dat we op tijd op handbediening over moeten gaan. Als ik iets zou willen veranderen is het dat. Direct schakelen naar handbediening als de situatie daarom vraagt, en de situatie vraagt erom als de mens erom vraagt. De standaard reactie moet zijn om die vraag serieus te nemen, en niet pas als het systeem dat goedkeurt. Het systeem kan dat juist niet. Dat vraagt om maatwerk. Dat vraagt om mensen die dat maatwerk durven leveren, en dat vraagt om organisaties die dat maatwerk rugdekking geven. Niet het systeem is leading, maar de mens.

Drempels (de start van NBuitenbeentjes als project)

Ik geloof niet zo heel erg in een doel dat je in je leven hebt, en dat je dat moet vinden. Ik geloof dat het doel zit in wie je bent en niet in wat je daarmee doet. Wat je doet met wie je bent kan alle kanten op. En dan kies je gewoon een van die kanten. Je mag net zo vaak opgeven en switchen als je wil, het hoeft niet in een keer goed. En dan komt er iets langs dat je zo waardevol vind en dat zo bij je past dat je niet opgeeft, ook al wordt het moeilijk. Dat is voor mij niet iets dat voorbestemd is, dat is gewoon hoe het loopt, en wanneer je klaar bent om het tegen je eigen onzekerheden op te nemen. Voor mij is dat moment nu. Ik heb niet mijn bestemming gevonden, ik heb een weg gevonden die de moeite waard is, hoe moeilijk die ook wordt. En ook die weg kan nog veel kanten op.

Het doel dat ik nu kies is stem geven aan de buitenbeentjes in de wereld.
Niet alleen omdat recht hebben om gehoord te worden, maar vooral ook omdat de wereld er zoveel mooier door wordt.

Dit is de eerste in een serie blogs van mijn pad naar dat doel.


Ik schreef deze tekst op mijn verjaardag, de dag dat ik besloot door te zetten. Ik had het namelijk bijna opgegeven.
15 december 2021 sloot ik mijn therapie af. Mijn psycholoog vond dat ik het alleen kon, en daar was ik het mee eens. Ik was vol goede moed, en ik had allemaal lijntjes uitgezet naar mooie plannen, en allemaal pasten ze in mijn buitenbeentjes missie. 
10 januari 2022 was mijn 60e verjaardag, een mooie symbolische start van dat alles.
Maar intussen waren alle lijntjes doodgelopen. Ik had een oproep gedaan naar alle 30 buitenbeentjes van het twitteracount om te vragen of ze mee wilde schrijven en ik kreeg maar twee reacties. Mijn idee voor het boek kon de prullenbak in.

Ik had nergens meer een houvast, nergens meer zicht op iets dat me verder zou helpen. Ik voelde me hopeloos verloren. 

Mijn standaard coping is me terugtrekken en dat deed ik in eerste instantie ook. Ik wilde mijn twitter en mijn facebook accounts opzeggen en een simpel baantje zoeken. Mijn hele zelf-naar-beneden-halende gedachtenmolen kwam op volle gang. Ik moest niet zo’n aandacht trekken, de wereld zit niet op me te wachten, noem het maar op.

Maar ik had mijn terugval preventieplan, en daardoor wist ik dat dit alleen maar mijn reactie is op  situaties die spannend voor me zijn. Ik wist dat ik me juist niet moest terugtrekken, ik wist dat mijn gedachten onjuist waren. Het moeilijke is, dat het zo verschrikkelijk sterk is, die gedachtengang en de neiging om in een hoekje te gaan zitten. Het is een oerkracht.

Ik las over de polyvagaaltheorie. Daar wordt die oerkracht mooi uitgelegd. Het is een kracht die echt sterker is dan jezelf. Je moet echt alles uit de kast halen om daar tegenin te gaan. Daar is echt therapie voor nodig. Dus deed ik wat ik in mijn therapie leerde. Ik trok me niet terug, ik reikte uit.

Ik legde contact met een vriendin om over mijn plannen te praten en ik schreef mijn angsten van me af op twitter en facebook. Voor dat laatste waarschuwde mijn therapeut me, want ook dat kan coping zijn, maar in dit geval hielp het me. Een andere vriendin las het en reikte naar mij uit. Twee vriendinnen die me weer terug op mijn pad hielpen.

Ik plaatste nog een keer de oproep voor mijn boek, en binnen een dag had ik nu 10 mensen die mee wilden schrijven. Dus dat boek komt er. De eerste drempel ben ik over Dat moet ik goed onthouden, dat succes, want er zullen meer gevechten komen.

Niet opgeven klinkt zo mooi, maar het is een van de allermoeilijkste dingen die je kunt doen. Maar ze hebben gelijk, als het lukt, groeit je moed.

Ik leerde nog iets. Het was achteraf heel logisch dat ik nog geen reactie kreeg. Veel buitenbeentjes zijn niet voor niets buitenbeentjes. Dingen gaan niet vanzelf. Het was ook teveel gevraagd om even snel ja te zeggen tegen een project dat veel gaat kosten. Veel buitenbeentjes hebben drempels om mee te doen. dat kan variëren van triggers om hun verhaal te doen, tot moeite met typen/lezen/schrijven om diverse redenen.

Dat maakt dit project nog meer de moeite waard. Die drempels moeten geslecht worden. Het schrijven van dit boek met zijn allen is een oefening in inclusiviteit, en dat proces wil ik hier ook graag delen. Vandaar deze blogserie.

Ik wil nog iets delen over deze eerste drempel, anders vergeet ik dat weer.
Het lijkt achteraf zo klein en onbetekenend, zo’n is-dit-nu-alles dingetje. Maar ik heb niet voor niets ooit de term eenzame moed bedacht. Je eigen demonen zijn het zwaarst om te bevechten. Het bestaat uit gif dat jaren naar binnen is kunnen sijpelen, en daar zijn vernietigende werk heeft gedaan. Daar tegen vechten is het dapperste wat je kunt doen, en helemaal niemand kan ooit weten hoe zwaar dat gevecht is. Ik mag dus fucking trots zijn op mezelf dat ik over die schijnbaar is-dat-nu-alles drempel ben gestapt.

 

Mijn plaat bleef hangen (pleinwacht)

Ik maak ook verkeerde beslissingen. Vandaag bleef mijn plaat hangen in een oude groef.

Het begon met iets anders. Een jongen uit groep 4 kwam me halen omdat hij mee wilde doen met drie meiden. We hebben een regel dat iedereen altijd overal aan mee mocht doen, dus ik liep met hem mee om de zin van die regel uit te leggen: buitensluiten doet zeer. Maar toen kreeg ik door dat een van de meiden uit het groepje verdrietig was en de andere twee haar troosten. Dat is een goede uitzondering op de regel. Ik legde het uit aan de jongen en die vond dat ik daar gelijk in had. De meiden waren opgelucht.

Maar toen kwam een ander meisje uit dezelfde groep verdrietig naar me toe. Er was iets gebeurd, en dat bleek te gaan om het meisje dat getroost werd. Het groepje van drie kwam al naar me toe. Zoals altijd let ik niet de inhoud, maar kijk ik naar de non-verbale communicatie. Het begon een beetje verongelijkt en verwijtend, maar er werd steeds beter naar elkaar geluisterd. Ik vlij mezelf met de gedachte dat mijn aanwezigheid helpt. Het conflict leek uitgepraat maar het meisje dat me kwam halen bleef nog verdrietig. Ik vroeg wat ze nodig had, ze bleef stil. Ik vroeg of de anderen iets voor haar konden doen en ze schudden nee. De ruzie leek ook over, dit was een dieper verdriet, dat aangeraakt werd door de ruzie, vermoedde ik. Toen de anderen weg waren zei ze: “Wat ik nodig heb is naar binnen gaan want het is zo koud.”
En dat is het moment waar ik als een kapotte plaat in de groef bleef steken.
“Lieverd, ik kan je niet helpen met de kou. De pauze is ook bijna afgelopen.”

De oude groef was het idee dat ik kinderen niet zomaar alleen omdat ze het koud hebben naar binnen kan laten gaan. Daar zouden de juffen ook tegen protesteren als ik dat toestond.

Wat ik niet op tijd zag is dat het helemaal niet om de kou ging. Ze had even een plek nodig voor haar verdriet, en ze wilde zich misschien ook even speciaal voelen. 

Ik dacht ook: nu maakt ze misbruik van situatie, en maakt ze drama.

Maar weet je, soms heb je een beetje drama nodig. Misschien kan ze leren dat ze zonder drama kan vragen wat ze nodig heeft, maar het hoeft niet meteen goed. Ze is al op weg, zij was me gaan halen uit zichzelf, en ze gaf aan wat ze wilde.

Hoe dan ook ze had letterlijk tegen mij gezegd wat ze nodig had en ik heb het haar niet gegeven. Ik leer hier van. De volgende keer ben ik alerter, en als ik commentaar krijg dat ik kinderen zomaar naar binnen stuur kan ik dan ook weerleggen. Het is nooit zomaar. Het heeft een reden, ook al is die niet zo makkelijk uit te leggen.
Dat het haar ging om even alleen te zijn, bleek toen de klas naar binnen mocht. Zij bleef als enige buiten. Twee jongens die haar kwamen halen hadden geen succes. Ik ben weggegaan toen ik zag dat de andere pleinwacht naar haar toe liep. Misschien heeft ze de aandacht gekregen die ze even nodig had. Ik maak gelukkig niet meer de fout dat mijn ego vindt dat ik degene had moeten zijn die het opgelost heeft.

Recept voor zelfzorg

Ik ben daar waar ik heel hard zelfzorg nodig heb, zo hard, dat ik niet de puf, noch de geest heb om die zelfzorg te bieden. Ik kan niet eens bedenken hoe die zelfzorg eruit moet zien. Ik kan niet bedenken wat ik nu het hardst nodig heb. Iets lekkers? Een film? Wandelen? Een boek? Het is een beetje de vicieuze cirkel van moeten opruimen om rust te creëren, maar niet de rust hebben om te op kunnen ruimen.
Dus doe ik wat ik vroeger vaak deed. Ik vraag het aan mezelf, door op mijn blog een gesprek met mezelf aan te gaan.

Wat wil je lieverd?

Dat weet ik dus niet.

Stel dat ik wél de energie heb om iets voor je te doen, wat zou ik dan voor je kunnen doen? Ik heb namelijk het vermoeden dat je het wel weet, maar dat je het niet aan jezelf durft te vragen.

Ik wil toestemming.

Waarvoor lieverd? Je mag alles van me.

Niet van jou, van die andere stem in mij.

Je innerlijke criticus? 

Ja, die. Maar ik noem haar nu anders. Ze is mijn bij-de-lurven-pakker. Mijn schop onder de kont die ik mezelf af en toe moet geven. Ze helpt me als ik een te grote drempel voel, bijvoorbeeld door me naar buiten te sturen om te wandelen, of door me te laten opruimen, of te tekenen of te schrijven. Ze voelt niet meer als iemand die me neer haalt, dus ik wil naar haar luisteren als ze iets zegt.

Wat zegt ze nu?

Dat ik moet opruimen, en lekkere dingen moet maken voor mijn kinderen die zondag komen. Dat het huis aan kant moet, dat ik moet wandelen, liefst een heel eind, want ik kom stappen tekort.

Ze legt de lat wel hoog hè?

Maar meestal voel ik me goed als ik die dingen gedaan heb.

Als ik het goed snap, wil je je goed kunnen voelen, ook als je te moe bent om die dingen te doen. Is dat zo?

Ja, dat is de toestemming die ik vraag.

Lieverd, die moet niet van je bij-de-lurven-pakker komen. Die moet van jezelf komen. Het gaat er niet om dat je toestemming krijgt, het gaat erom dat je vindt dat je die verdient. Je kunt van alles krijgen, maar je moet het ook kunnen ontvangen. Dus, verdien je vandaag een lummeldag? Ook al is het de derde lummeldag op een rij? Gewoon omdat nu al je energie uit gaat naar jezelf aan je haren uit de put trekken. Besef je dat dat is wat je aan het doen bent? Jezelf overeind houden in alle stormen die om je heen woeden? Er zijn ook nog stormen in jezelf. Dat je therapie is afgesloten betekent dat je het alleen kunt, niet dat er niks meer te doen is. Besef je hoeveel energie dat kost, hoe knap het is dat je dat allemaal doet? Besef je hoezeer jij je lummeldag verdient? Lieverd, heel jezelf vandaag door te lummelen, je verdient het. Ik geef je die toestemming, ook dat hoef je vandaag even niet zelf te doen.
Weet je, je lurvenpakker is een schat, maar zij heeft niet het overzicht van alles wat jij te doen en te dragen hebt. Je mag af en toe nee zeggen. Ze voelt zich niet afgewezen. Heb het vertrouwen dat ze terugkomt en je helpt, en dat je dan wel de puf hebt.

 

 

Het niet geschreven hoofdstuk

5 januari 2017

Hier begon het. Nou ja, het begon eerder, maar deze dag is een keerpunt, en ik schreef er niet over in mijn boek. Nou ja, ik schreef erover, ik schreef over de nacht dat ik googelde op trans zijn en dat ik de hele nacht huilde, maar ik schreef niet over de aanloop.

Op 5 januari gingen we met het hele gezin naar Ouwehands dierenpark, we hadden daar ooit een abonnement op gehad en het was dus een vertrouwd weerzien. Mooi weer, alle kinderen om ons heen, een heerlijke dag. Als ik de foto’s zie, kan ik hem voelen, die dag.

Want naast het genieten speelde er iets op de achtergrond in mijn hoofd. Als we thuis zouden komen zou er een pakje klaarliggen. Een heel bijzonder pakje.

Ik schreef in mijn boek al hoe leuk ik mijn manenborstjes vond, en dat ik stiekem een body droeg omdat dat zo lekker voelde.

Ik schreef op 3 januari een blog waar ik die borstjes liet zien. Ik vertelde dat ik me er niet voor schaamde. Ik vertelde niet dat ik er juist trots op was. Ik vertelde verder dat ik geen typische man wilde zijn en ik schreef erbij dat ik niet trans was. Heus niet. Ik zat nog hevig in de ontkenning. 

Maar ondanks die ontkenning was ik intussen stiekem een stap verder gegaan, dan die body. Ik had online de anticonceptiepil besteld. Ik wilde grotere borsten. Ik had al een keer gegoogeld op mannenborsten. Gynaecomastia, heet dat. Het bestond, als man borsten hebben, dus ik kon dat als man ook hebben. Ik wilde ze niet verstoppen, ik wilde ze laten zien. Met een hele gekke twist in mijn hoofd: ik hoefde niks uit te leggen, want ze waren er gewoon. Mijn omgeving moest het wel accepteren want ik kon er ook niks aan doen. Deze gekke gedachtekronkel laat zien hoe vreselijk bang ik was voor oordelen van anderen. Het MOEST iets zijn waar ik zelf niks aan kon doen. Van alles waarin ik op een negatieve manier opviel, had ik het gevoel dat het mijn eigen schuld was, daar kon niet nog iets bij.

Dat woord trans kon nog niet in mijn hoofd. Want dat zou WEL lijken op een keus die ik maakte. Dat is het giftige narratief dat altijd aanwezig is geweest en dat nu weer lustig opgerakeld wordt: “Trans zijn is een keuze!” Het is een zeer schadelijke leugen die veel trans mensen in de verdediging dwingt. Stel je even voor hoe het is om te moeten verdedigen wie je bent. Ik heb dat in mijn eerste jaar veelvuldig moeten doen. Toen ik die pil bestelde was ik daar nog niet aan toe. Laat ik maar gewoon een man met borsten zijn, dacht ik, dan hoef ik niks uit te leggen, en dan hoef ik heel misschien ook niet meer in een mannenrol te passen.

Ik had gegoogeld en een malafide Amerikaanse online apotheek gevonden waar je ook het benodigde recept voor de pil kon kopen. Je hoefde alleen maar een verklaring in te vullen en de arts te vrijwaren van alle consequenties als die verklaring niet klopte. Gewoon geldklopperij voor hen die om wat voor redenen ook iets geheim wilden houden.

Pas op de terugweg naar huis werd ik ongeduldig. Dat geduld werd nog extra op de proef gesteld doordat we eerst nog even boodschappen wilden doen, en werden aangereden door een vrouw die zonder te kijken achteruit uit een parkeerplaats reed. Gedoe!

Thuis lag mijn pakketje in de brievenbus. Mijn eigen pil, in die strips die ik al zo vaak had zien liggen in onze badkamer. Ik heb er precies één genomen. En toen besefte ik onmiddellijk hoe raar ik bezig was. Dat ik aan het vluchten was. Dat ik mezelf ontkende.

Dát was de avond die ik in mijn boek beschreef, de avond dat ik ging googelen op trans zijn. Dat woord dat ik al veel te lang buiten de deur hield. Dat was de avond dat ik álles wat ik las van trans vrouwen herkende. Dat was de avond dat ik mezelf toestond trans te zijn. Dat was de avond dat ik voor het eerst koos om niet te vluchten. Dat was de avond dat ik voor mezelf koos en de hele nacht heb liggen huilen.

Dát is de keuze die we maken, niet om trans te zijn, niet om liever het andere geslacht te zijn, het is de keuze om onszelf te zijn, om ons niet langer te verstoppen. Ik heb het afgelopen jaar door mijn therapie pas ontdekt hoe vreselijk bang ik ben geweest en hoe diep ik die angst verstopt heb. Vijf januari 2017 was de wens om mezelf te zijn, nee de nóódzaak om mezelf te zijn, eindelijk groter dan mijn angst.

De volgende dag maakte ik direct een afspraak met de huisarts voor een verwijzing naar de genderkliniek ban het VUMC. Ik nam de strips met de anticonceptiepillen mee om ze in te leveren. Dit was de start van mijn transitie.

Een lustrum, nu vijf jaar geleden.

 

 

Trans en hokjes

Ik plaatste iets over een dysforie momentje op twitter en er ontstond een gesprek over typische mannen- en vrouwendingen en dat dat eigenlijk maar onzin is.
Helemaal gelijk natuurlijk, en toch, ik hecht aan vrouwendingen. Vrouw zijn is een hokje waar ik ruim vijftig jaar lang alleen maar verlangend naar mocht kijken, maar ik mocht er nooit in. Nu wel, en ik geniet nog steeds van de dingen die ik in dat hokje vind.
Ik heb diepe eerbied voor non-binaire mensen, maar ik kan het nog niet, helemaal zonder de hokjes. Ik heb me helemaal nooit thuis gevoeld in het mannenhokje. Het was eenzaam, nergens bij horen en ik koester het dat ik nu ergens bij horen.

Maar dat is tegelijkertijd ook een mindfuck.
Het is fijn ergens bij te horen, dan spreken anderen ook eens een keer namens jou, dat maakt minder alleen. 
Het is stom in een hokje te zitten, dan spreken anderen voor jou, terwijl ze dingen zeggen die niet over jou gaan.

Ik ben binair. Vrouw zijn is een hokje dat me past. Een hokje waar ik ook me ook makkelijker aan kan onttrekken dan aan het mannenhokje waar ze me steeds in terug duwden. Je hebt helemaal gelijk dat het onzin is, die typische vrouwendingen, maar laat me alsjeblieft nog even. Er komt een tijd dat ik die ankers, dat thuis gevoel niet meer nodig heb. Dan ben ik helemaal thuis in mezelf. Nu nog even niet, dus vergeef me mijn rolbevestigende dingetjes.

Mijn brein gaat aan

Nu ik mijn oerangst in het gezicht heb gekeken, heb gevoeld en omarmd kan ik met meer afstand naar mezelf kijken.

En dan kom ik op allemaal dingen die ik al wist maar waarvan ik niet besefte hoe dat precies bij mij werkt.

Het aangaan van mijn brein, bijvoorbeeld. Ik had al uitvoerig beschreven hoe dat werkt, met kerstboomlampjes en zijpaadjes en snuffelende hondjes. Maar nu net ervaarde ik real-time hoe dat werkt, in plaats van gedachtes daarover achteraf.

Ik ga voor mezelf beginnen, en buitenbeentjes een platform geven is mijn missie.

Ik heb net alle tabbladen gesloten die ik in vijf minuten geopend had:

  • mijn webhost voor een site
  • wordpress om dat in te richten
  • alle online vergadertools met whiteboards en break-out rooms
  • bulletin board provider om een forum te kunnen maken
  • schrijfcursussen om die te kunnen geven
  • mijn lijstje buitenbeentjes om te zien wie daar kennis van zou kunnen hebben
  • trainingsbedrijven om te zien hoe zij zich presenteren bij bedrijven (want ik wil diversiteitstrainingen gaan geven)
  • crowdfunding

Naast dit alles was ik met nog een heleboel andere dingen bezig. Het kerstuitje met mijn ex en kids dat misschien niet door kan gaan, het boek dat ik aan het schrijven ben, de workshop verhalen vertellen die ik ga doen. En ik ben bezig om een overdosis transhaat op twitter te pareren, en wat tegengas te geven.

En toen besefte ik het, dit is wat ik over mezelf schreef, alles gaat tegelijkertijd aan. Ik ben beelddenker dus bij al deze dingen zie ik filmpjes in mijn hoofd hoe het er uit zou kunnen zien. Ik beleef het alsof het er allemaal al is. In een uur tijd ben ik compleet uitgeput. Dat klinkt bizar en ik durf het bijna niet zo op te schrijven, maar ik besef dat het waar is. Mijn hoofd stond op volle kracht aan. Ik kan (nog) niet doseren.  Ik wil dat leren want het overweldigt me. Dat betekende in het verleden net zo lang doorgaan tot een burn-out of helemaal niet eens beginnen. En toch. Mijn boek is er. Mijn voorstelling was er. Dit platform komt er ook.

 

(Deze hoort in retrospect ook thuis in de Buitenbeentjes serie. Het is de prequal, zeg maar)

Missie

Ik besef nu dat het mijn hele arbeidzame leven al een dilemma voor me is.

Help ik mensen omgaan met een wereld die mensonvriendelijk is?

of

Zorg ik ervoor dat die wereld wat mensvriendelijker wordt?

Natuurlijk moet je beide doen, maar al in al mijn banen was ik verantwoordelijk voor het eerste. Ik probeerde daarnaast altijd ook aan het tweede te werken maar dat werd me nooit in dank afgenomen. En dat eerste voelde veel te vaak hopeloos ontoereikend.

Nu maak ik de keuze, ik draai het om.

Ik richt mijn aandacht op het beter maken van de wereld en hoop intussen mensen die daar mee worstelen een hart onder de riem te steken.

Het moet nog steeds beide, maar mijn focus is nu wel duidelijk.

Ik ben een wereldverbeteraar en geen coach. 

Ik ben en blijf wél juf, dus al er ergens een school is waar ik écht onderwijs op maat kan bieden, hoor ik dat graag. Met mijn projecten durf ik te dromen, daarnaast sta ik graag met beide  voeten op een vloer, het liefst van een klaslokaal en in contact met leerlingen.

Wereld verbeteren doe ik met mijn boeken met lezingen en met dit project: NBuitenbeentjes

Buitenbeentjes is sowieso een mooie overkoepelende term voor alles wat ik doe.

NBbuitenbeentjes, wordt het, omdat ik een typfout maakte bij het aanmaken van het twitteraccount. Ik wilde NL_Buitenbeentjes doen. Maar NBuitenbeentjes is mooi. Er zit NB, in van Nota Bene.

De kaarten en podcasts zijn bedoeld als hart onder de riem (en ik hoop dat mijn tekenboekje dat ook een beetje is)

Als pleinwacht ben ik in de mooie positie om beiden tegelijk te doen. Daar vind ik de perfecte balans. Ook daar ben ik er voor de buitenbeentjes en ook daar ga ik een boek over schrijven. Een aantal hoofdstukken kun je op deze site al lezen.

 

Je mag ook niks meer zeggen

“Je moet tegenwoordig zo op je tenen lopen met wat je zegt. Dat rekening houden met elkaar schiet helemaal door.”

Hier spreekt iemand die niet door heeft dat de mensen waar het om gaat op 1000 meter afstand, de 1000 meter moeten lopen. Wat die wel ziet is dat er een honderd meter wordt ingehaald. En dat moet dan maar genoeg zijn. Ze zien de 100 meter als voorsprong. Ze beseffen niet dat er nog 900 meter achterstand is.

Het is onmogelijk om te weten wat anderen allemaal mee hebben gemaakt en het is onmogelijk om van te voren met alles rekening te houden.

En alle lijstjes met dingen waar je rekening mee moet houden kunnen zelfs een averechts effect hebben. Omdat mensen geneigd zijn om een nieuw ‘hoe het hoort’ handvat te maken. En dan denken dat ze klaar zijn. 

Lieverds, we zijn niet klaar, we zijn nooit klaar. Al die voorbeelden die genoemd worden dienen als richtingaanwijzer naar gebieden waar iedereen tot nu toe aan voorbij ging. Ontdek die gebieden! Blijf nieuwsgierig! Reageer met vragen in plaats vanuit verdediging als iemand je op iets wijst wat je nog niet wist.

Dat is de reden dat ik graag wil dat er een hele serie boeken komt over wat buitenbeentjes te vertellen hebben over hoe ze de bejegening van anderen ervaren. En met welke dingen je rekening zou houden als je beter wist. Nogmaals, nooit volledig en niet te gebruiken als handleiding, maar vooral om bewuster te worden van het feit dat wat we normaal vinden maar een héél klein stukje werkelijkheid is.

Luister, als mensen iets aangeven. En heb het niet over de toon die gebruikt wordt. Je hebt pijn getriggerd, ook als dat voor jou als verrassing komt en geheel onbedoeld is, het is wel gebeurd. Jouw steentje maakte grotere cirkels. Het is niet jouw schuld, maar wel jouw verantwoordelijkheid om je er van bewust te zijn, als je erop gewezen wordt. Ga dan alsjeblieft niet je energie steken in jezelf vrij pleiten van die schuld. Steek je energie in het begrip voor de pijn die bloot kwam te liggen.